Peter van Daels nieuwe boek komt op het juiste moment, schrijft Marc Lindeijer sj. In een tijd waarin we steeds minder weten over christelijke kunst, legt meester Van Dael kundig uit hoe je de kunst kan verstaan.
Ook in een tijd van krimpende geloofsgemeenschappen blijft het christendom zichtbaar in de openbare ruimte: denk aan de monumentale kerken in stad en land, denk aan de kunstschatten in musea, denk aan de beelden en rituelen die zelfs in hun meest geseculariseerde vorm nog herinneren aan hun christelijke afkomst. Maar met die krimpende geloofsgemeenschappen verdwijnt ook de kennis van het geloof. Wie kan er nog een icoon ‘lezen’? Wat betekenen die beeldengroepen boven de ingang van een kerk? Hoe moeten we grafkunst begrijpen en waar komt die vandaan? Vragen, vragen…
Wie ooit het genoegen heeft gehad een cursus te volgen, zal in het geschreven woord onmiddelijk de stem van de meester herkennen
Het boek van Peter van Dael komt op het juiste moment, met duidelijke antwoorden op deze en nog vele andere vragen. De auteur doceerde kunstgeschiedenis aan de Vrije Universiteit te Amsterdam en de Pauselijke Universiteit Gregoriana te Rome en heeft veel geschreven over allerlei kunsthistorische onderwerpen. Ook nu nog geeft hij cursussen, in kleine kring, en wie ooit het genoegen heeft gehad die te volgen, zal in het geschreven woord onmiddellijk de stem van de meester herkennen.
De hoop van de auteur én van de uitgever is dat dit cursusboek – want zo mag het wel worden genoemd – het eerste van drie delen wordt. Dat verklaart waarom Van catacombe tot Sixtijnse kapel niet de afgelopen tweeduizend jaar bestrijkt, maar zoals de ondertitel al aangeeft, zich beperkt tot geloof verbeeld in de vroegchristelijke tijd, middeleeuwen en renaissance. Met opzet wordt niet de term ‘christelijke kunst’ gebruikt; volgens Van Dael kan pas “expliciet van christelijke kunst worden gesproken wanneer het christendom geen vanzelfsprekend element is in de samenleving”. Dat geldt zeker voor de eerste eeuwen van het christendom, maar het is de vraag of de ‘laatchristelijke kunst’ inderdaad pas na de Franse Revolutie is begonnen en niet al tijdens de vijftiende-eeuwse Italiaanse renaissance of zelfs nog eerder. Hoe christelijk was de middeleeuwse Christianitas eigenlijk? Die vraag werd al prangend gesteld door de oudvaders van de Reformatie. Hopelijk laten de volgende delen in deze reeks niet te lang op zich wachten.
Het is geen geringe prestatie om zestienhonderd jaar kunstgeschiedenis in een kleine tweehonderd pagina’s samen te vatten, ook als men zich zoals Van Dael beperkt tot hoofdzakelijk de beeldende kunsten en daarbij de architectuur terzijde laat. Van de zeven hoofdstukken zijn er drie aan de Westerse middeleeuwse kunst gewijd en één aan de gelijktijdige Byzantijnse kunst, waarbij Van Dael de lezer terecht eraan herinnert dat het Westen nog tot in de dertiende eeuw bij Byzantium in de leer is gebleven. Voor de vroegchristelijke kunst blijven nog zo’n vijftig pagina’s over, terwijl de renaissance in dertig pagina’s wordt behandeld, met de focus op de fresco’s van Rafaël in de Stanza della Segnatura en van Michelangelo in de Sixtijnse kapel. Gelukkig is hier gekozen voor illustraties over twee pagina’s om toch nog iets te kunnen laten zien van deze wand- en plafondvullende schilderingen.
Niet in alle kunsthistorische boeken wordt zó duidelijk als hier gekozen voor een uitstekende kwaliteit van de illustraties – haarscherp, met prachtige kleuren en bovendien vaak verrassend van keuze. Waarom naar verre oorden gaan als je in Museum Catharijneconvent zo’n mooi tiende-eeuws ivoren reliëf van Maria met Kind kunt zien of in het Mauritshuis een ontroerende “Bewening van Christus” door Rogier van der Weyden kan bewonderen? In de christelijke optiek dient kunst ter lering, stichting, verering en soms zelfs vermaak, aldus Van Dael. Zijn magistrale boek voldoet aan diezelfde vier criteria, zeker voor de ‘armen en ongeletterden’ die wij inmiddels zijn geworden wat betreft de kennis van het (verbeelde) christelijke geloof.
Peter van Dael, Van catacombe tot Sixtijnse kapel. Geloof verbeeld in de vroegchristelijke tijd, middeleeuwen en renaissance, Zutphen: Walburg Pers, 2024, 224 pp., € 24,99.