Vandaag, op de feestdag van Maria’s geboorte, mag iedereen die Maria heet gratis naar de tentoonstelling ‘Idool van alle tijden’ in Amersfoort. De moeite waard, meent Dries van den Akker SJ. Maar kun je Maria wel echt een ‘idool’ noemen?
Op 8 september viert de Kerk Maria’s geboorte. Waarschijnlijk de dag, waarop in het begin van de vijfde eeuw te Jeruzalem de kerk werd ingezegend die op de vermoedelijke plaats was gebouwd van Maria’s geboortehuis. Het feest ontstond dus in de oosterse kerk, en kwam via de uit het oosten afkomstige paus Sergius I († 701) ook op de westerse liturgische kalender terecht. Consequent viert de Kerk het feest van haar Onbevlekte Ontvangenis (= in de moederschoot ontvangen zonder erfzonde) negen maanden eerder: 8 december.
Over Maria’s geboorte wordt in de Bijbel met geen woord gerept. De verhalen erover verschijnen in zogenoemde apocriefe (= niet als geloofsboek erkende) evangeliën uit de eerste eeuwen. Daarin wordt verteld hoe haar ouders Joachim en Anna godvruchtige lieden waren die aanvankelijk geen kinderen konden krijgen. Dat werd destijds beschouwd als een straf van God. Toen Joachim met een offer aan het altaar verscheen werd hij dan ook door de priester teruggewezen. Beschaamd trok Joachim zich terug tussen de herders van Bethlehem, terwijl Anna thuis zich ongerust maakte over zijn uitblijven. Toen werd van Godswege een engel gezonden naar Joachim en naar Anna: hun gebeden waren verhoord; er zou een kind komen. Ze moesten elkaar ontmoeten bij de Gouden Poort. Die ontmoeting wordt beschouwd als de ontvangenis (verwekking) van Maria. Negen maanden later werd ze geboren.
Uit deze legenden blijkt hoezeer Maria van het begin af aan tot de verbeelding sprak. Temeer omdat er relatief weinig over haar in de Bijbel wordt verteld. Op dit ogenblik is er in Museum Flehite te Amersfoort een tentoonstelling te zien, gewijd aan Maria, onder de titel ‘Maria, idool van alle tijden’. Vreemd: om Maria ‘idool’ te noemen. Dat woord roept het beeld op van filmhelden en popsterren die door joelende mensen aanbeden worden. Terwijl Maria juist altijd gevoelens van eerbied heeft opgeroepen. Zij was de Moeder bij uitstek. Toen in de kerkgeschiedenis Jezus steeds meer de trekken kreeg van de strenge rechter aan het einde der tijden, verscheen naast Hem Maria als de begrijpende, medelijdende Moeder die Hem om barmhartigheid smeekte. Zo beeldt bijvoorbeeld Michelangelo haar af op zijn beroemde Laatste Oordeel in de Sixtijnse kapel.
Zelfs de moderne kunstenaars die met het gegeven Maria spelen, geven haar niet zozeer de trekken van een idool, maar van een gewone moeder. We zien haar als een blitse negervrouw met een in het wit gekleed negerzoontje (Frans Franciscus); als een vrouw met een – alweer in het wit gekleed – kind op de schoot tegen een donkere achtergrond (Judith Krebbekx), als een vrouw in tranen die als een parelsnoer haar bijna geheel bedekken (Carolein Smit), als een vrouw met opengewerkte schoot die één kind hoog boven zich houdt, terwijl er twee anderen aan haar voeten rondkruipen (Karin Bos). Zou de laatste niet veeleer geïnspireerd zijn op de Wijsheid met haar drie kindertjes Geloof, Hoop en Liefde? Een aparte categorie wordt gevormd door de uitbundig uitgedoste, Mexicaans aandoende plasticachtige poppetjes van Marlies Frenken. Variaties op een thema. Een heel mooie vind ik de pop waarvan het bovenlijf bestaat uit een blauw eau-de-cologneflesje van het merk 4711. Haar kleding heeft dezelfde blauwe kleur. Het kind is van haar schoot gevallen. De gedachtegang is dat Maria natuurlijk ook maar een gewone vrouw was…
Dat laatste wordt ons ook verteld door de evangelist Markus. Van hem horen we hoe op een dag Jezus’ broers tezamen met zijn moeder Maria er op uit gaan om Jezus naar huis te halen, omdat Hij naar hun opvatting niet meer bij zijn verstand was. Er heeft zich zoveel volk om Hem heen verzameld dat ze niet bij Hem kunnen komen. De omstanders laten weten: “Uw moeder en uw broers zijn er.” Waarop Jezus antwoordt: “Mijn moeder en mijn broers? Dat zijn degenen die de wil van God doen.” Deze anekdote is mij bijzonder dierbaar. Over enige tijd zal deze moeder onder het kruis staan. Door welk een pijnlijk leerproces is zij intussen heengegaan?
Idool? Misschien was de omschrijving van het Tweede Vaticaanse Concilie raker: Moeder van alle gelovigen.
De tentoonstelling ‘Maria: Idool van alle tijden’ is nog tot en met 6 november te bezoeken in Museum Flehite in Amersfoort. Meer informatie: www.idoolvanalletijden.nl.