Verknipt, verminkt en grenzeloos griezelig; dat zijn de ‘bad guys’ steevast in films als James Bond, Batman en Hannibal. Een column van Guido Dierickx SJ over monsters op het witte doek.
De tijd van de onvolprezen Inspector Morse is voorbij en ik vrees dat die niet meer terugkomt. Het is lastig zoeken naar een waardige opvolger. Enige kieskeurigheid mag ons in deze immers niet vreemd zijn. Ooit heeft de Engelse gilde van de mystery writers beslist dat in een goed politieverhaal de schuldige niet de butler mocht zijn en ook geen geheimzinnige Chinees. Hij/zij zou, bij nader inzien, ook geen psychopatische seriemoordenaar mogen zijn. Ook misdadigers hebben recht op een zekere waardigheid: op menselijke rede en als het even kan ook op een menselijk geweten.
Wraak is gemakkelijker in beeld te brengen dan mededogen
Er zijn nog dingen die ons in die verhalen zouden moeten storen. Het triomfalisme van de inspecteur, bijvoorbeeld, die eindelijk, enkele moorden te laat, de even geschifte als wrede misdadiger inrekent. Moet die werkelijk zo opgetogen zijn als hij hem/haar ontmaskerd heeft en hem/haar zelfs heeft mogen doodschieten? Morse zei ooit dat hij zich op dat ogenblik niet blij maar triest voelde. Geen wonder: zijn schuldigen kwamen uit de kringen van de hooggeachte professoren van Oxford. Wat triest als je moet merken waartoe zelfs die mensen in staat zijn. Hij kon medelijden opbrengen voor de slachtoffers, maar ook voor hun moordenaars. Maar dat zie je te weinig op onze beeldschermen.
Waarom moeten de boosdoeners er zo verminkt uit komen? Om het plot meer griezelig te kunnen maken? Nee, er is meer dan dat. Wat monsters waren voor de Griekse mythen en draken voor de Germaanse sagen, dat zijn Hannibal Lecter en zijn epigonen voor onze misdaadfilms en -reeksen. Ze zijn zo heerlijk anders dan wij, normale mensen. We zien ze graag als de incarnatie van het onpeilbare kwaad. Of als psychiatrische gevallen, zoals die man op het Noorse eiland of die andere in Aurora, Colorado.
Er is echter nog een andere reden: de verheerlijking van de politieman (of – vrouw), de typisch hedendaagse held die een eenzame strijd levert tegen het kwaad van deze wereld en tegen het onbegrip van zijn/haar medewerkers. En die bij het voeren van deze strijd in het reine moet komen met zichzelf. Dat vereist veel beelden, veel dialoog en veel tijd. Daarom kan de dader pas op het einde aan bod komen, als een duivel uit een doosje. Dan is het te laat om nog de diepe roerselen van diens ziel te beschrijven. Het volstaat hem/haar voor te stellen als vernietigd, als zielig jammerend over het hem ooit aangedane onrecht. Geen tijd dus voor een verhaal over schuld en boete. Trouwens zou het publiek dat wel pikken? Een slechterik die een geweten blijkt te hebben en ermee worstelt? Nee, liever een echte slechterik, een monster, geen echte mens, a man we love to hate. Wraak is gemakkelijker in beeld te brengen dan mededogen, vooral als de episode niet te lang mag duren.
Afbeelding boven dit artikel: James Bond (Daniel Craig) en ‘bad guy’ Raoul Silva (Javier Bardem) in de nieuwe Bondfilm Skyfall.