Een tentoonstellingsbezoek kan te denken geven over de thema’s van de tentoonstelling zelf, maar ook over de plaats van de bezoeker daarin. Ben Frie nam een duik in honderd jaar reclame-uitingen, deelde een gevoel van gezamenlijkheid maar was toch ook alleen.
Een vreemde ervaring: ik sta tussen zestig, zeventig mensen me beleefd een plaatsje te veroveren om ook goed op het beeldscherm te kunnen kijken. Even later, bij een ander beeldscherm, drukt een mevrouw zich naast me op de bank met een nabijheid die niet echt fatsoenlijk is. Het is druk op de tentoonstelling. En waar kijken we naar? Petje pitamientje, het voetbaljochie, een olifant die wraak neemt en de zwanen van de luchtvaartmaatschappij. We lachen samen, weten samen dat we het allemaal leuk vinden. Een merkwaardige eenheid rond… reclamespots.
Onlangs ruimde ik het appartementje van mijn net overleden moeder op. Daar trof ik toch weer allerlei details uit mijn jeugd, de sfeermakers van mijn moeder en allerlei dingen die thuis tot thuis maakten. Verbondenheid, geborgenheid, veiligheid. Maar de voorwerpen die ze daarvoor gebruikt had, waren niet alleen aanwezig in mijn ouderlijk huis. De sfeerbepalende elementen waren gemeengoed: de meelevende bezoekers van de tentoonstelling hadden dezelfde sfeermakers om zich heen gehad! Diezelfde speldjes gespaard, diezelfde koffie gedronken, kortom in dezelfde sfeer geleefd als ik!
Ik deel met velen een erfgoed aan beelden, teksten, logo’s
De geborgenheid van thuis wordt nu ineens onteigend: we hebben allemaal met dezelfde dingen een thuis gemaakt. We vonden dezelfde auto’s mooi, hielden van dezelfde snoepjes van de week en lachten om dezelfde managerpersiflages. We deden aan dezelfde rages mee, accepteerden dezelfde man-vrouwpatronen en lieten ons gelijkelijk inpalmen door sluikreclame met voetbaljurkjes. Ja, de reclame toont me dat ik in dezelfde cultuur leef als talloze anderen en lang niet zoveel origineels doe of vind als ik misschien wel zou willen.
Ik leef dus in een cultuur. Ik deel met velen een erfgoed aan beelden, teksten, logo’s en heb ook geen kans om iets anders te kiezen. Loeki de leeuw, giroblauw, het drinken van melk en het rijden in een eend. Het heeft mijn smaak bepaald, mij van kindsbeen af bezig gehouden en het is nu allemaal tot icoon geworden, van een heel volk, maar evengoed dus van mijn thuis, tot in de privacy die ik deelde in het huis van mijn moeder.
Buiten pas merk ik dat ik toch iets gemist heb. Het woord levensbeschouwing viel nergens, kerk en geloof waren in de marge af en toe aanwezig maar speelden geen rol van betekenis. Verward vraag ik me af wie ik in deze samenleving nog ben, ik die me altijd interesseerde voor het levensbeschouwelijk gehalte van reclame, die er lezingen over kon houden met vele (ook weer graag geziene) illustraties. Zou er iemand naar me geluisterd hebben als ik het op deze tentoonstelling was komen doen? Zouden ze het dan goed gevonden hebben dat ik iets zei over de relativiteit van de dingen? Over onze verlangens en de vervulling ervan? Over onverschilligheid als het op bezit aankomt, of zoveel andere dingen die spiritualiteit boeiend maken
De mevrouw die zo dicht tegen me aanzat, staat op en loopt weg. De schermen gaan op zwart en ik word gesommeerd het beursgebouw te verlaten. Zo voelt het. Het gevoel van thuis maakt plaats voor vervreemding. Voor weinigen is godsdienst nog deel van de cultuur. Even valt er het woord ‘ontzuiling’ op de tentoonstelling, maar het helpt niet echt. Toch zing ik mee met wat ik terug hoor komen in de luidsprekers van mijn herinnering: “15 miljoen mensen op dat hele kleine stukje aarde…” Zoveel hoofden, zoveel zinnen. Zoveel hoofden met dezelfde zinnen en toch zo divers. Maar het mag gelukkig op dat hele kleine stukje aarde, dit landje van mij waar ik ook thuis mag zijn met mijn eigen verhaal, mijn geschiedenis en mijn manier van zingeven. Er is niemand die me iets belet. Met die gedachte voeg ik mij weer in het stadsleven.
Meer informatie over de tentoonstelling: www.reclameklassiekers.nl