Van 6 t/m 9 september 2012 vindt de 30e editie van het Musica Sacra-festival plaats in Maastricht. Is het meer dan muzikaliteit wat al die belangstellenden beweegt om aan sacrale muziek te nippen? Een beschouwing van Frans Kurris SJ.
Wonderlijk hoe sacrale muziek gedijt in de geseculariseerde wereld van het Westen. Händels Messiah viert hoogtij rond Kerstmis en de Mattäus-Passion vergadert rond Pasen menigten vips. Ook het Musica Sacra-festival van Maastricht in september is inmiddels een traditie geworden. Bijna alle voostellingen zijn steevast uitverkocht. De toegangsprijzen zijn, dankzij veel vrijwilligers en krachtige sponsors, belachelijk laag. En de variatie in vormgeving bijzonder rijk: concerten, tentoonstellingen, wandelingen en bedevaarten, poppentheater, lezingen, film, liturgie, dans, toneel. Ook de locaties getuigen van fantasie: een bron, huiskamers, een mergelgroeve, een oorlogskerkhof, naast concertzalen, kapellen en oude kerken. Muzikaal gesproken komen alle tijdperken van de muziekgeschiedenis aan bod.
Wonderlijk hoe sacrale muziek gedijt in de geseculariseerde wereld van het Westen
Dit jubileumjaar – Musica Sacra bestaat nu dertig jaar – staan rituelen centraal. Niet alleen de rituelen van de rooms-katholieke Kerk. Het Musica Sacra-festival 2012 laat ons ook deelnemen aan bijvoorbeeld het Londense vrijmetselaarsmilieu, aan een Moors dansfeest, aan Mayarituelen en aan boeddhistische ceremoniën uit Japan. Het festival treedt dus in een actieve dialoog met allerlei religies en wereldbeschouwingen.
Is het meer dan muzikaliteit wat al die geseculariseerden beweegt om aan sacrale muziek van over de hele wereld te nippen? Toch niet alleen de gevoeligheid van brave Mohikanen die zich komen laven aan Psalterke of aan Bach op het harmonium of aan vrome artefacten? Leden van de heilige rest moet men niet zoeken op culturele evenementen.
Ten minste één verschijnsel wijst er op dat Musica Sacra (en aanverwante kunstuitingen) ook de toekomst heeft: de bijdrage van de moderne muziek. De aanwezigheid van recente en hedendaagse werken gaat zowel de puur muzikale als de vrome belangstelling te buiten. Na de afbraak van oude gods-,heiligen- en kerkbeelden blijkt er tussen de ruïnes her en der fris nieuw gras te groeien. Ook onkruid natuurlijk, quasi-vernieuwingen, ja afrekening.
Ooit opende het festival middenin een winkelcentrum in de vrijdagmiddagdrukte. Het was een uitvoering van Gavin Bryars’ Jesus’ Blood never failed me yet uit 1971. Meer dan honderd maal zingt een zwerver deze mantra, begeleid door twaalf musici, drie kwartier lang. Veel festivalgangers vonden het hun meest ontroerende ervaring, zo midden tussen de roepende, fietsende, kwetterende voorbijgangers op straat:
“There’s one thing I know
for He loves me so.”
Muziek blijkt vooral sacraal zodra zij zich beweegt in de richting van de, met of zonder ruis, lijdende medemens. De Verborgen God uit de 242e Pensée van Pascal komt door als de mens zijn ergste werkelijkheid niet meer kan verbergen. Als je die mens hoort klagen en naar hem durft luisteren, wil zelfs de troostengel van Lucas 22:43 wel eens verschijnen, om de barre werkelijkheid een beetje te sacraliseren. Dan is er oprecht sprake van musica sacra, ook als de wereld hyperseculier schijnt. Veel wijst er op dat wij het voorlopig hiermee moeten doen. Mogen doen.
Meer informatie:http://www.musicasacramaastricht.nl/