Welk schilderij maakte diepe indruk op mij en waarom? Bij deze vraag staan acht van onze auteurs stil in de zomerserie. Myriam Van den Eynde koos voor De graflegging van Dirk Bouts.
Ik zag De graflegging van Dirk Bouts voor het eerst in 2009 tijdens een bezoek aan de National Gallery in Londen. Sindsdien heeft een reproductie een vaste plek in mijn meditatieruimte. Het is geen vrolijk plaatje en toch blijft de ontroerende schoonheid ervan me een soort vreugdevolle dankbaarheid schenken. Wat raakt me zo in dit doek uit de 15e eeuw?
Door het vergrijsde kleurenpalet en het ontbreken van dramatische gebaren ademt het werk een bijna tastbare verstilling. In mijn verbeelding is Golgotha een lawaaierige plek: de schreeuwende soldaten, het geklets van de toeschouwers, het onderdrukte snikken van verwanten, het gekreun van de gekruisigden… Hier, bij het graf in de tuin, is alle drukte weggevallen. De hectiek van de Schedelplaats maakt plaats voor een intense aanwezigheid bij het lichaam van deze geliefde mens.
De dubbele boog waarin de afgebeelde figuren staan opgesteld, roept een voelbare intieme nabijheid op. Onder het kruis konden Johannes en de vrouwen alleen van op afstand toekijken. Precies die afstand moet aan het gruwelijke gebeuren een extra pijnlijke dimensie hebben toegevoegd: een geliefde zien lijden en er niet bij kunnen. Niet te verdragen, toch? In de tuin krijgen ze eindelijk hun Jezus terug. Ze kunnen zijn lichaam weer aanraken, het balsemen en eer bewijzen.
De wereld is steenkoud geworden
Dit ritueel is bij uitstek dubbelzinnig. Hun voorzichtige handen weten weer hoe lief ze hem hebben. Diezelfde handen leren wat vanaf nu onontkoombaar waar is: Hij, drager van hun hoop, bron van hun vreugde, is koud, is dood. Dit verpletterende afscheid drijft hen samen met Hem een grafgrijze ruimte in. Onzeker, verward, verdrietig blijven ze achter. De wereld is steenkoud geworden.
Het achterliggende landschap is leeg. Het lijkt verlaten. En toch. Daar, waar nu nog niets is, zal Hij hen helemaal nieuw en onmiskenbaar vertrouwd tegemoet komen. Intiem. Nabij. Levend. Het kan in een tuin zijn, aan een meer, in een bovenzaal. Of in ieders eigen Galilea. Met Maurice Zundel mogen we er immers op vertrouwen dat ‘zijn verschijningen zich zullen aanpassen aan elkeen, afgestemd op wat ze voor elkeen willen betekenen’. Mogen we dat lezen in Bouts’ beslissing om voor de wijkende horizon een lichter palet te kiezen?
Ik ben de schilder dankbaar voor de van liefde sprekende stilte, voor die hoopvol lichtende einder, vooral voor de gastvrijheid waarmee hij me lijkt uit te nodigen dit gefocuste gezelschap te vervoegen, voor die vrije plek vlakbij dus – die blijft verleiden dichterbij te komen.