Een keer of vijf las Theo van Drunen de roman Howards End van E.M. Forster. In onze zomerserie worden favoriete romans herlezen.
Als je veel boeken hebt en om de paar jaar verhuist, wil het wel eens gebeuren dat je een boek dat je dacht te bezitten niet meteen vindt. Zo ben ik al een tijdje op zoek naar mijn exemplaar van Forster’s roman Howards End. Niet getreurd natuurlijk: in tijden van internet is een boek van meer dan honderd jaar oud (en dus vrij van auteursrechten) maar een download verwijderd…
Forster schreef het boek in 1910, een kleine eeuw later dan Austen’s Pride and Prejudice waarmee het soms wel vergeleken wordt. Dat moet dan zijn omdat ze beide behoren tot het genre van de “sociale roman” waarin door de auteur commentaar geleverd wordt op de samenleving waarin hij of zij leeft. Die samenleving zelf evenwel was in de tussengelegen honderd jaar sterk veranderd. Anders dan bij Austen klopt de twintigste eeuw bij Forster al aan de deur, met ‘moderne’ thema’s als klassenstrijd en de strijd voor vrouwenrechten. Maar er is daarnaast ook wel een overeenkomst tussen Forster en Austen te vinden in stijl: die is dan gelegen in de kalme verteltrant en beschouwende toon.
Zijn romans bevatten in de kern steeds een ‘botsing der culturen’
Howards End is zeker niet de meest bekende roman van Forster. Van de vijf (een zesde werd postuum gepubliceerd) die hij schreef is A Passage to India zeker meer geliefd. Het meest beroemd is waarschijnlijk A Room with a View. Ik zal er eerlijk bij zeggen dat ik die laatste twee alleen ken van de verfilming. Van Howards End (dat in 1992 verfilmd werd, met o.a. Emma Thompson en Helen Bonham Carter) ken ik dan weer alleen het boek …
Hoewel Forster’s romans zich in zeer verschillende omgevingen afspelen, kan gezegd worden dat ze in de kern steeds een ‘botsing der culturen’ bevatten; al kunnen die verschillende culturen dan net zo goed in de verschillende klasses in de Engelse samenleving rond 1900 gelegen zijn als in het verschil tussen Europese en niet-Europese culturen.
De roman Howards End is genoemd naar een fictief gelijknamig huis, ergens op het platteland. Dit huis speelt een belangrijke rol, ja is vreemd genoeg in zekere zin zelfs de centrale ‘persoon’ in dit verhaal. De verworteling in deze eeuwenoude plek krijgt een merkwaardige, haast natuur-mystieke lading mee. Sommige personages voelen de invloed van dit huis zeer sterk, andere daarentegen helemaal niet: en deze tegenstelling lijkt me de meest basale in de hele roman, ook al uit dit verschil in ‘levensgevoel’ zich ook voortdurend in allerlei meer alledaagse zaken, zoals de houding die de diverse personages innemen ten aanzien van klasseverschillen, filosofie, waardering van verbeelding en kunst tegenover die van ratio en geld, enzovoorts.
Diezelfde tegenstelling komt in sociaal opzicht het duidelijkst aan het licht in de verschillen tussen drie families. De twee zussen Schlegel vertegenwoordigen de bedachtzame, cultuurminnende kant. De Wilcox familie, met wie ze op verschillende manieren verstrengeld raken, representeert de op zakelijkheid en geldelijk gewin gerichte zijde. Hoewel deze beide families anders tegen geld aankijken, stemmen ze overeen in de omstandigheid dat ze er genoeg van hebben. Dat geldt niet voor een derde familie die in het verhaal voorkomt. De Bast familie heeft, als lagere middenklasse, moeite om het hoofd boven water te houden. Het is de goedbedoelde poging van de Schlegels om de Basts te helpen die faliekant verkeerd afloopt en daarmee de roman het karakter van een sociaal drama geeft.
Men zij gewaarschuwd: dit is geen ‘fast-paced, action-packed novel’.
De dramatische verwikkelingen die hieruit voortvloeien geven het verhaal meer dan voldoende stuwkracht, maar feitelijk lijkt het de auteur er meer om te gaan hoe de verschillende personages door de gebeurtenissen en hun reacties daarop in de loop van de tijd veranderen. Iedereen krijgt zijn of haar, soms harde, lessen te leren. Dat de hoofdpersonen een innerlijke verandering ondergaan is één van de vervullende aspecten van deze roman. Dit aspect krijgt de lezer uiteraard pas mee tegen het einde van het verhaal: het is echt een boek dat je met een zucht dichtslaat.
Een ander sterk punt van Forster, en één dat van het begin in het oog springt, is zijn schrijfstijl. Hij formuleert prachtige zinnen en dwaalt met grote regelmaat de meest interessante zijpaden in. Niet iedere lezer zal dit laatste wellicht appreciëren: het vertraagt het tempo uiteraard. Men zij gewaarschuwd: dit is geen ‘fast-paced, action-packed novel’. Maar de lezer die geïnteresseerd is in de mens en hoe wij als mensen met elkaar omgaan, zal zeker voor zijn moeite worden beloond.
Maar dat verhindert me toch niet om er met enige regelmaat naar terug te grijpen.
Het is mijn favoriete roman omdat deze psychologische scherpte gepaard gaat met een zekere spirituele diepgang die probeert de lezer te verbinden met datgene wat werkelijk levengevend is. Daarbij moet ik wel zeggen dat dit ‘levengevende’ in deze roman grotendeels op het natuurlijke, aardse leven gericht staat: religie als zodanig wordt nauwelijks gethematiseerd. Maar dat verhindert me toch niet om er met enige regelmaat naar terug te grijpen.
Mijn exemplaar kocht ik twintig jaar geleden voor twee euro op de tweedehands boekenmarkt op het Spui in Amsterdam. Ik zal het in al die tijd een keer of vier, vijf gelezen hebben. Mocht u ergens mijn beduimelde, vergeelde en stukgelezen dubbelpocket (met daarin behalve Howards End ook A Room with a View) verweesd zien rondslingeren, dan houd ik mij van harte aanbevolen. Tot zolang is het behelpen met de epub-versie …