Voor haar romans ontving Marilynne Robinson de Pullitzer Prize, waarop president Obama haar interviewde. In Wat doen wij hier? breekt ze een lans voor het puritanisme.
‘Ik ben in de zeventig, ik ben geboren in Idaho, ik woon in Iowa, ik doceer aan een openbare universiteit en ben belijdend calvinist.’ Zo typeert romanschrijfster en essayist Marilynne Robinson zichzelf als reactie op een internetartikel waarin zij een toonbeeld van onhipheid wordt genoemd. Het staat in een van de essays in de recent verschenen bundel Wat doen wij hier? Over geweten, geloof, geluk en wat het betekent mens te zijn.
Zulke benaderingen reduceren het mens-zijn.
Die hipheid interesseert Robinson niet. ‘En ja, ik zal alleen maar ouder worden en mijn godsdienst is mijn godsdienst.’ Wat houdt haar dan wel bezig? Ze houdt bepaald niet van positivistische benaderingen van de mens, zoals zij die bijvoorbeeld in de wetenschap tegenkomt. Zulke benaderingen reduceren het mens-zijn. Dan zijn we alleen maar ons brein of een toevallig product van de evolutie. Maar ze weten geen weg met het gegeven dat we ook geest zijn: bron van subtiele ervaringen, kennis en waarnemingen en centrum van moreel handelen. En ziel, dat ontmoetingspunt van God en mens? Godsdienst trouwens is sowieso verdacht en wordt gezien als een bron van tweedracht.
Robinson zoekt daarom een benadering die geen tekort doet aan het mens-zijn. Zij vindt die in het puritanisme. Dat dateert uit de tijd vóór de opkomst van het positivisme en is verbonden met de republiek in Engeland onder Oliver Cromwell (1599-1658) en met namen als Johannes Calvijn (1509-1564) en de Amerikaanse theoloog Jonathan Edwards (1703-1758). De wortels van dit puritanisme gaan zelfs terug tot de veertiende eeuw: tot de beweging van de lollarden en het denken van John Wycliffe (1330-1384).
Het oorspronkelijke puritanisme beantwoordt volgens Robinson allerminst aan de huidige karikatuur van puriteinen als strenge, behoudende christenen zonder levensvreugde. Het was indertijd een revolutionaire hervormingsbeweging, sterk gericht op het innerlijk van de mens, tolerant en liefdadig, bewust van de kracht van onderwijs en van democratie. Het toont in dit opzicht verwantschap met de evenzeer humanistisch georiënteerde beweging die Ignatius van Loyola op het Europese vasteland in gang zette. Het is bij dit oorspronkelijke puritanisme dat Robinson een verfijnd en completer zicht vindt op onze menselijke geest.
De puriteinen hebben grote invloed gehad op de geschiedenis van de Verenigde Staten, een invloed die volgens Robinson te vaak over het hoofd wordt gezien. New England in het noordoosten van Amerika werd hun thuisbasis. Wat de puriteinen daar op sociaal-politiek en religieus gebied wisten te realiseren, verschilde aanmerkelijk van het feodale systeem dat onder invloed van de Church of England in zuidelijke staten tot stand kwam. Het is een van de spanningsvelden die in de Amerikaanse burgeroorlog en de afschaffing van de slavernij tot uiting kwamen.
Al is het alleen al om die pareltjes tussendoor
Het duurde even voor ik grip kreeg op het boek van Robinson. Niet zozeer, omdat het een bundeling van essays is en lezingen uit de jaren 2015-2017, waarin thema’s onvermijdelijk terugkeren. Robinson beschikt over veel kennis op allerlei gebied: over de kosmos, de mens, de geschiedenis, literatuur en theologie. Zij beschikt over het vermogen kwesties subtiel vanuit allerlei kanten en soms wat associatief te beschouwen. Soms ben je als lezer de draad even kwijt. Maar vooral, zij veronderstelt bij de lezer nogal wat kennis van de Amerikaanse geschiedenis en sociaal-politieke verhoudingen.
Niettemin is het de moeite waard de bundel te lezen, al is het alleen al om die pareltjes tussendoor, zoals de karakterisering van moderne leerplannen als catechismussen. Of de prachtige typering van die kleine oude dame die als antwoord op de vraag wat hoop voor haar betekent, zei: ‘Het eerste wat ik doe als ik in de hemel kom is keihard naar mijn oma rennen. Die hield zóveel van mij.’ Wat Robinson dan weer aangrijpt om hoop te typeren als vooruit geprojecteerde liefde.
Prof.dr. Henk Witte is emeritus bijzonder hoogleraar aan de Tilburg School of Catholic Theology. Hij bekleedde daar de Xaverius-leerstoel voor theologie en spiritualiteit vanuit ignatiaans perspectief.