Nacht in Caracas is een verslag uit de hel dat stevig te denken geeft. Het verhaal haalt bij Nikolaas Sintobin herinneringen aan romans over het nazisme boven.
Nacht in Caracas is het debuut van schrijfster Karina Sainz Borgo (1982). Hoofdpersonage van de roman is Adelaida Falcón, een jonge vrouw. Zij verliest haar moeder met wie ze samenleefde in een flat in het hedendaagse Caracas, Venezuela. De begrafenis blijkt een levensgevaarlijke onderneming voor de familie. Gewapende overvallen op de begraafplaats zijn immers courant. Ook de doden zelf zijn er niet veilig. Vaak worden ze de volgende nacht opgegraven, van hun kleren beroofd, als het lichaam ook al niet wordt gestolen om verhandeld te worden. Doorheen de daaropvolgende verwikkelingen ontdekt de lezer het dagdagelijkse leven van Adelaida, haar voorgeschiedenis en haar ruimere familie.
Je zou Nacht in Caracas een documentaire-roman kunnen noemen. Het lijkt wel alsof de schrijfster met een GoPro-camera op haar hoofd de lezer meeneemt op een flitsende verkenning doorheen het hedendaagse Venezuela. Wat je te zien krijgt zijn ruige, in zekere zin onbewerkte, beelden van een onleefbaar geworden werkelijkheid.
Het is een verslag uit de hel.
Analyse wordt niet of nauwelijks geboden. Namen als Chavez, Maduro of Guadio krijg je niet te lezen. De concrete onderliggende economische en internationale impasses blijven onvermeld. Er wordt niet geoordeeld of veroordeeld. Dat laat de auteur over aan de lezer. Wat Sainz Borgo aanbiedt, is de ervaring van binnenuit, vanuit het perspectief van een gewone burger. Die spreekt voor zich. Het is een verslag uit de hel.
Bepaalde scènes die Sainz Borgo beschrijft, herinnerden me aan taferelen die ik las in historische romans over het nazisme: wat het betekent als het schorriemorrie niet alleen vrij spel krijgt, maar ook doelbewust door het regime wordt ingezet om terreur uit te oefenen op de bevolking.
De boodschap is duidelijk. Dictaturen hollen zichzelf uit, ongeacht of ze van linkse of van rechtse inspiratie zijn. Zelfs al ligt er een idealistisch politiek project aan de oorsprong van een regime, als de principes van de rechtsstaat worden losgelaten komt er algemene corruptie, geweld en stort het systeem uiteindelijk in. De prijs wordt betaald door de bevolking die de machteloze gijzelaar is van een verloederd militair- en politie-apparaat.
Hallucinant én cynisch is de slotscène in de luchthaven van Caracas. Er blijkt een systematische en strenge controle te zijn van de reizigers die het land hopen te verlaten. Niet uit veiligheidsoverwegingen. Ook niet om politieke motieven, zo blijkt. Wel om die passagiers dermate de stuipen op het lijf te jagen dat ze uiteindelijk bereid zijn mee te werken aan door dat veiligheidspersoneel zelf georganiseerde diefstal.
De prijs wordt betaald door de bevolking die de machteloze gijzelaar is.
In tijden van wereldwijd opkomend populisme en slinkse maar soms ook heel openlijke aanvallen op de fundamenten van de rechtstaat is dit een roman die te denken geeft.
Nacht in Caracas is verschenen bij uitgeverij Meulenhoff.