Aleppo werd tijdens de oorlog in Syrië belegerd en verwoest. Momenteel is het er rustig, maar elf jaar oorlog en de economische sancties tegen Syrië hebben de stad in diepe armoede achtergelaten.
Sinds eind 2017 kennen we in Aleppo gelukkig geen militair geweld meer, geen gewapende bendes die door de stad trekken, geen bombardementen op of rond de stad. Ons grote probleem nu noem ik liever “een armoede-bombardement”.
De middenklasse werd arm en de armen werden straatarm.
Het embargo tegen Syrië brengt de mensen zoveel moeilijkheden. Er is geen werk, brandstof is niet te krijgen, tachtig procent van de stadsbevolking leeft onder de armoedegrens. Rijke mensen hebben het land verlaten of werden in feite de middenklasse, de middenklasse werd arm en de armen werden straatarm.
Elke dag ontmoet ik mensen die hun moeilijkheden met me delen: hoe voedsel te kopen, hoe schoolgeld, hoe medische zorg te betalen. De eigenaars van fabrieken, de industriëlen, de handelselite, allen belangrijke werkgevers en onder hen veel christenen, hebben Syrië verlaten, en met hen verdween de werkgelegenheid. Een gevolg daarvan: het gemiddelde maandsalaris in Aleppo staat momenteel gelijk aan 50 dollar.
Elke ochtend wandel ik door de stad en praat ik met de mensen die ik ontmoet. Velen vertellen dat ze slechts droog brood eten, anderen kunnen gehakte tomaten op hun brood doen en een scheutje olie, als ze die hebben. Vlees en kaas worden beschouwd als luxeartikelen, onbereikbaar voor de gewone man of vrouw. De mensen lijden honger en dat is nog maar een van hun problemen.
De eens zo bloeiende stad is volledig in verval geraakt.
Door het tekort aan brandstof levert de regering slechts zes uur per dag elektriciteit. Degenen die het zich konden veroorloven om een generator aan te schaffen, hebben wat extra stroom, maar voor de meesten is dat onbetaalbaar. De eens zo bloeiende stad, vol bedrijvigheid en toeristen, is volledig in verval geraakt.
Mede ten gevolge van deze problemen loopt de christelijke aanwezigheid in Syrië sterk terug. Wanneer jonge christenen afstuderen aan een universiteit, verlaten ze Syrië omdat ze geen toekomst meer zien in dit land. Vóór de oorlog waren we met ongeveer 1,5 miljoen christenen in Syrië, nu met nog vijfhonderdduizend. Van de 150.000 christenen in Aleppo zijn er nog net 30.000 over. De kerk kan en wil de mensen niet dwingen om te blijven, maar als bisschoppen en priesters doen we alles wat we kunnen om de christenen te helpen hier te blijven. Met medische ondersteuning, onderwijs en voedselpakketten, en heel concreet ook met zorg voor de ouderen.
Hulporganisaties als Kerk in Nood, Caritas en de Jesuit Refugee Service doen hier veel en goed werk. Ze zijn hard nodig. Om het lijden van de christenen te verzachten, organiseerden de kerken deze zomer wekenlange kampen voor parochiële jeugdgroepen en gezinnen, in totaal drieduizend mensen. Dat gebeurde in het bergdorp Btar. Vervoer en onderdak werden verzorgd door Aid to the Church in Need, een organisatie gedragen door het Vaticaan. En het gaat om hele afstanden: vanuit Aleppo is het ongeveer vijf uur met de bus, en vanuit plaatsen in het noordoosten van het land kost de reis een halve dag.
Zonder de aanwezigheid van christenen in Syrië blijft er van Syrië niets over
Dergelijke activiteiten zijn belangrijk om het moreel van de christenen op te vijzelen en hen geestelijke steun te geven. Het kan hen helpen hier te blijven en hier als christenen te leven.
De aanwezigheid van christenen in Syrië en het Midden-Oosten is belangrijk voor de wereldkerk en voor de mensen die er wonen. Ook moslims tonen zich soms verbaasd dat de christenen in het Westen zich geen zorgen maken over de sterk teruglopende christelijke aanwezigheid in onze contreien. Veel moslims zeggen tegen ons: “Ga niet weg, want zonder de aanwezigheid van christenen in Syrië, blijft er van Syrië niets over”.
Mijn hoop voor de toekomst ligt hierin dat we, ook al zijn we als christenen met weinigen, zullen volharden, actief zijn, ons geloof voelbaar en zichtbaar maken en ervan getuigen. We hoeven niet bang te zijn, we hoeven niet te vluchten. We moeten leven vanuit een visie en een overtuiging, gebaseerd op ons geloof, op onze geschiedenis.
Vertaling & bewerking door Jan Peters SJ.
Afbeelding: Personeel van JRS in Damascus begeleidde Ammar naar een operatie waardoor hij zijn ogen weer kon openen. (Jesuit Refugee Service)
Mgr. Antoine Audo SJ is een Syrische jezuïet en bisschop van Aleppo in de Chaldeeuws-katholieke Kerk.