‘Groeien in Gemeenschap.’ Onder deze vlag nam het Stanislascollege in Delft op 9 januari 2018 afscheid van zijn twee laatste jezuïeten: Bert ten Berge en Dries van den Akker.
Een hoopvol motto: groei betekent toekomst. Tijdens het symposium in een boordevolle hal, gevuld met bijna vijfhonderd personeelsleden van de zes locaties van het Stanislascollege, was deze hoop een kernthema. Geen treurig afscheid wilden Bert en Dries, maar een uiting van vertrouwen.
Een nieuwe generatie gaat in nieuwe omstandigheden op een nieuwe eigentijdse manier voortbouwen op het fundament dat jezuïeten hier de afgelopen zeventig jaar hebben gelegd. Doorgroeien en daarin een ‘jezuïeten-college’ blijven. De docenten en medewerkers in de zaal vormden een opgewekt en gemotiveerd gezelschap, dat vertrouwen uitstraalt in de realisering van deze door-groei.
Groeien in gemeenschap: een echte gemeenschap van docenten en leerlingen, en ook – zoals de folder van het symposium trots aangeeft – in gemeenschap met 845 jezuïetencolleges wereldwijd, een band om de oorspronkelijke inspiratie vast te houden en samen nieuwe vorm te geven. De samenwerking binnen dit netwerk wordt sinds vijf jaar ondersteund door een online interactief platform, waar kennis, informatie en ook vragen gemakkelijk kunnen worden gedeeld. De coördinator van dit platform, Ciara Beuster, sprak met verve over de vele mogelijkheden van communicatie tussen docenten en groepen van studenten.
In een opvoedingssituatie kan hoop het isolement bij een leerling doorbreken.
Er kwamen twee hoofdsprekers van buitenaf aan het woord. Bert Roebben, hoogleraar godsdienstpedagogiek uit Vlaanderen, stelde de hoop centraal. In een opvoedingssituatie kan deze het isolement bij een leerling doorbreken en oproepen tot verantwoordelijk leven, samen met anderen. Adrian Porter SJ, directeur van het Jesuit Institute in Oxford, sprak over de centrale rol van compassie (barmhartigheid) in de houding van de docent ten opzichte van de leerlingen. Hij ging terug naar het leven van Ignatius zelf en liet zien hoe diens ervaringen en levenskeuzes een belangrijke bron kunnen zijn om ook nu in een opvoedingssituatie de beste keuze te maken.
Toch werd het hoogtepunt van het symposium gevormd door het ignatiaans drieluik, drie sprekers vanuit en over het college. Bert ten Berge SJ sprak heel persoonlijk over de worsteling rond de christelijke identiteit van het college, vanaf de dag dat hij veertig jaar geleden benoemd werd. De sinds twintig jaar opgekomen herwaardering van de ignatiaanse pedagogiek vormde een bouwsteen voor een hernieuwde discussie over de wezenlijke waarden van onderwijs en vorming aan het college. Hij eindigde met een woord van hoop en vertrouwen, dankbaar dat de jezuïeten hun werk ‘in goede handen’ kunnen overdragen.
Vriendelijkheid in de omgang en opgeruimdheid bleken daarvoor toen al breed gewaardeerde eigenschappen.
Dries van de Akker SJ sprak over de school als gemeenschap en vertelde enthousiast hoe de ervaring van de eerste jezuïeten een voedingsbron kan zijn om een echte gemeenschap, een eenheid in verscheidenheid vorm te geven. Vriendelijkheid in de omgang en opgeruimdheid bleken daarvoor toen al breed gewaardeerde eigenschappen.
Het was Ilse Dekker, moderator identiteit van het college op zijn zes locaties, die inging op de inhoud van de ignatiaanse pedagogiek en hoe deze nu en naar de toekomst toe een leidraad voor het onderwijs en de docenten kan zijn. Zij gaf aan dat juist de spiritualiteit van de jezuïeten – ‘open en dynamisch in de wereld’ – een stevig fundament vormt voor het pedagogische werk. Zij concretiseerde de ignatiaanse pedagogiek in drie termen (haar abc): aandacht, betekenis en compassie. ‘Creatieve trouw aan de traditie’, was haar motto bij de verdere groei naar toekomst.
Johan Verschueren, regionaal overste van de jezuïeten, sloot zich hierbij aan. Dankbaar dat dit college als enige in Nederland zijn identiteit heeft behouden en toekomst wil geven, sprak hij woorden van bemoediging en gaf hij de belofte van een voortdurend engagement met dit college, ook nu de laatste jezuïeten zijn vertrokken.