In India is de vraag naar kwalitatief onderwijs booming. Er worden zelfs nieuwe congregaties gesticht om de vraag naar katholiek onderwijs aan te kunnen. Ordetta Mendoza intensief bezig met de vraag: hoe bewaak je nu de kwaliteit van het onderwijs?
De behoefte aan kwalitatief goed hoger onderwijs groeit sterk in India, in recente jaren ook op het platteland. Veel ouders beseffen dat dit voor hun kinderen de deur opent naar een betere toekomst. De kwaliteit van het onderwijs garanderen is niet eenvoudig in een dergelijke groeifase. In India is de helft van de scholen voor hoger onderwijs na 1995 gesticht.
Nagenoeg alle katholieke onderwijsinstellingen zijn opgezet door religieuze orden en congregaties
Ook het katholiek hoger onderwijs wordt uitgedaagd door de sterke groei. Binnen huidige instellingen zoekt men naar mogelijkheden om meer studenten toe te laten. Maar vooral worden nieuwe colleges geopend, die (voorlopig) vaak alleen een bachelor-programma bieden. Grote belangstelling is er voor vorming op het terrein van onderwijs, technologie en medische beroepen, maar ook de traditionele brede bachelor (arts and sciences) trekt veel studenten. Voor deze nieuwe colleges is het extra lastig vanaf het begin de gevraagde kwaliteit te garanderen.
Eind 2019 waren er ruim negenhonderd katholieke instellingen voor hoger onderwijs, waaronder vijf universiteiten. Dit is een bescheiden percentage van de achthonderd universiteiten en veertigduizend colleges die India telt. Toch is het een aanzienlijk aantal voor de kleine minderheid die de katholieken in dit immense land vormen.
Nagenoeg alle katholieke onderwijsinstellingen zijn opgezet door religieuze orden en congregaties of door bisdommen. De vraag naar dit onderwijs is zo groot dat momenteel nieuwe congregaties worden gesticht om in de behoefte aan docenten en bestuurders te voorzien. Naast katholieke colleges en universiteiten telt India vijftigduizend katholieke basisscholen en middelbare scholen. Ook die moeten bemenst worden. Voor het overgrote deel worden deze scholen geleid door religieuzen.
De oudere onderwijsinstellingen krijgen een subsidie van de overheid, de nieuwere (gesticht na 1995) moeten volledig op eigen benen staan. Het collegegeld is naar Europese maatstaven niet hoog, maar niet alle ouders kunnen het bedrag betalen. Omdat de katholieke instellingen open willen staan voor alle lagen van de bevolking, hebben nagenoeg al die instellingen een systeem van beurzen; die verschaft worden door de betrokken orde of congregatie, maar soms ook door de docenten.
De openheid naar leerlingen met een andere religieuze achtergrond – moslims en hindoes – is fundamenteel in onze visie
De protestantse kerken, met ongeveer evenveel gelovigen als de katholieke kerk, hebben ongeveer een gelijk aantal instellingen onder hun vleugels. En dat terwijl volgens officiële statistieken de christenen van alle kerken tezamen ongeveer twee procent van de bevolking vertegenwoordigen.
Aan onze instellingen is ongeveer de helft van de docenten katholiek. Het percentage katholieke leerlingen varieert sterk, afhankelijk van de streek waar de instelling is gevestigd. De openheid naar leerlingen met een andere religieuze achtergrond – moslims en hindoes – is fundamenteel in onze visie op ons onderwijs.
Al in 1951 was het leiders van de hoger onderwijsinstellingen duidelijk dat samenwerking van groot belang is. Daarom heeft pater Jerome D’Souza SJ toen samen met pater Melchior Balaguer SJ en andere academici de Xavier Board of Higher Education in India opgericht. De Xavier Board is een bindende en dienstverlenende structuur voor alle onderwijsinstellingen in India. Er zijn ruim 350 onderwijsinstellingen lid van. Om te groeien worden de vele jonge instellingen benaderd ook lid te worden.
Stella Maris is een goed voorbeeld van een oude school
Zelf ben ik sinds twee jaar programmaverantwoordelijke van de Xavier Board. Hiervoor werkte ik als docent Bio informatica en afdelingshoofd op het autonome Stella Maris College in Chennai, in het zuiden van India. Stella Maris is een goed voorbeeld van een oude school, gesticht in 1947 door de Franciscaanse missiezusters van Maria. Wat bescheiden begon, groeide sinds 1960 uit tot een hoog gekwalificeerde instelling met 4500 (vrouwelijke) studenten, met een flink aantal masterstudies en research-opleidingen op het gebied van de menswetenschappen, de sociale en de bètawetenschappen. Als autonoom college heeft Stella Maris het recht zelfstandig examens af te nemen en diploma’s uit te reiken.
In de Xavier Board ben ik verantwoordelijk voor de programma’s. We organiseren cursussen en symposia voor docenten en bijeenkomsten en retraites voor studenten. Dat gebeurt in de verschillende regio’s van het land. Ook helpen we aangesloten onderwijsinstellingen met het aanknopen van banden met instellingen in het buitenland, om zo ook de kwaliteit te bevorderen.
Hiervoor zijn een aantal gepensioneerde bestuurders en docenten aangetrokken
In ons mission statement staat onder meer: “De Xavier Board streeft naar instellingen van academische excellentie, gebaseerd op de christelijke waarden, toegankelijk voor de armen en gemarginaliseerden, autonoom in bestuur en beheer en waar mogelijk leidend naar universitair niveau.”
De bevordering van autonomie en kwaliteit is op het ogenblik, naast onze vormingsprogramma’s, een van de topprioriteiten. India kent een accreditatiesysteem, waaraan iedere instelling voor hoger onderwijs elke vijf jaar wordt onderworpen. Sinds een jaar helpen we instellingen zich voor te bereiden op de accreditatietoets van de overheid. Hiervoor zijn een aantal gepensioneerde bestuurders en docenten aangetrokken.
Ik hoop dat de Xavier Board met behulp van verschillende religieuze congregaties in India en daarbuiten en met de steun van de Internationale Federatie van Katholieke Universiteiten (IFCU) verder zal kunnen uitgroeien ten bate van het hele katholieke hoger onderwijs in India.