Het contemplatief lezen van teksten in de klas kan sterk werken, ziet Juliëtte van Deursen in haar onderzoek naar lectio divina. “Het biedt mogelijkheden om tot meer verdieping te komen in het levensbeschouwelijk onderwijs.”
Docenten Levensbeschouwing gebruiken graag religieuze en levensbeschouwelijke verhalen om te raken aan de diepere levensvragen van leerlingen. Ze vertellen verhalen, lezen ze samen met hun leerlingen of bekijken filmfragmenten en gaan daarover in gesprek. Zo proberen ze bij te dragen aan de persoonsvorming van leerlingen.
Na de coronacrisis hebben veel leerlingen moeite zich voor langere tijd te focussen
Iedere docent weet dat diepgang alleen bereikt kan worden als leerlingen zich met aandacht openstellen voor levensbeschouwelijke verhalen. Dat is nog niet zo makkelijk. Zeker na de coronacrisis hebben veel leerlingen moeite zich voor langere tijd te focussen.
De Contemplative Pedagogy in de Verenigde Staten probeert met behulp van contemplatieve praktijken uit verschillende religieuze tradities, leerlingen te leren zich beter te concentreren en met aandacht open te staan voor de vormende kracht van het leren. Dit gebeurt bijvoorbeeld door stilte-oefeningen, meditatie, contemplatief schrijven, contemplatief kijken naar kunst en het beoefenen van lectio divina. Deze contemplatieve pedagogiek is vrij onbekend in Nederland, maar biedt volgens mij mogelijkheden om tot meer verdieping te komen in het levensbeschouwelijk onderwijs.
In mijn promotieonderzoek bekijk ik of het contemplatief lezen van Bijbelse parabels, gebaseerd op de monastieke lectio divina, kan leiden tot verdieping en persoonsvorming in het voorgezet onderwijs. Lectio divina is de monastieke praktijk van het contemplatief lezen van Bijbelse teksten of van andere spirituele teksten. Het is een gestructureerde leeswijze die bestaat uit een aantal stappen die bedoeld zijn om steeds dieper tot de geest van de tekst door te dringen en zo als lezer een persoonlijke verbinding te maken met de tekst.
Hoe werkt dit concreet in de klas? Dat kan op verschillende manieren. Een mooi voorbeeld is het laten lezen van de parabel van De vader en zijn twee zoons (De verloren zoon). De docent begint met een korte introductie op deze parabel. Vervolgens leest de docent de parabel hardop voor en legt moeilijke woorden uit. Daarna lezen de leerlingen in tweetallen de parabel aan elkaar voor. Dat is de eerste stap van de lectio (lezen en luisteren).
Soms voel ik mij ook niet gezien en daarom kreeg ik dit idee
Bij de meditatio (overwegen) identificeren de leerlingen zich met de vader, de oudste zoon of de jongste zoon. Ze lezen de parabel door de ogen van het personage dat ze hebben gekozen en noteren in de kantlijn van de parabel welke gedachten en gevoelens ze denken dat hun personage heeft. In kleine groepjes wisselen ze uit wat ze hebben opgeschreven. Bij de oratio (reageren) schrijven de leerlingen een vervolg op de parabel of maken ze een tekening bij de parabel. Daarna, bij de contemplatio (ervaren en groeien) laat de docent enkele kunstwerken zien waarop deze parabel wordt verbeeld. De leerlingen kijken aandachtig naar deze kunstwerken en schrijven op wat ze van de les willen meenemen.
Eén van de leerlingen maakte een tekening over de parabel en schreef daarbij: “Het figuur links is een spook of geest, het is de oudste zoon. De figuren rechts zijn de vader en de jongste zoon, dit omdat de vader de jongste zoon eigenlijk aanbidt en de oudste zoon lijkt niet te bestaan (in ieder geval voor zijn gevoel niet). Dus daarom de geest: hij is er wel maar hij wordt niet gezien. Dit raakte mij best wel, want soms voel ik mij ook zo en daarom kreeg ik dit idee. Je hebt het gevoel dat je niks bent en door iedereen over het hoofd wordt gezien, alsof je er niet bent. Ik vind dit een interessant project en omdat ik mijzelf een beetje in het verhaal herken, raakte het mij. Ik vind het een mooi verhaal en natuurlijk ook wel zielig. Het is om te voelen dat je tweede keus bent, laat staan dat je het ook bent. Ik weet hoe dat voelt, maar ik weet ook dat je er op de een of andere manier doorheen kunt komen, hoe moeilijk dat ook is. De jongste zoon wordt ook echt verwend dus dat moet wel moeilijk zijn voor de oudste zoon. Ik weet niet hoe het komt, maar ik kan mij sterk verplaatsen in de oudste zoon en ik begrijp hoe moeilijk het kan zijn.”
Dit voorbeeld is exemplarisch voor wat andere leerlingen met deze parabel hebben gedaan. Veel leerlingen blijken zich goed te kunnen inleven in de oudste zoon. Ze begrijpen zijn woede en jaloezie en vinden dat hem onrecht is aangedaan. Vergeving is mogelijk, maar daar moet de jongste broer eerst beter zijn best voor doen.
Dat blijkt goed te werken als docenten de parabels aanbieden als wijsheidsteksten
Als docenten het contemplatief lezen van parabels in de klas toepassen, is het van belang dat alle leerlingen, van welke levensbeschouwelijke of religieuze achtergond dan ook, hieraan kunnen deelnemen. Dat blijkt goed te werken als docenten de parabels aanbieden als wijsheidsteksten. Docenten geven aan dat het belangrijk is om zelf een stapje terug te zetten en leerlingen ruimte te geven voor hun eigen interpretaties. Veel leerlingen zijn dan in staat om de parabels te verbinden met hun eigen levensvragen. Als dat geen persoonsvorming is?
Schilderij: De verloren zoon, Max Beckmann. 1884-1950.