Het Stanislascollege in Delft verzocht leerlingen zich niet te uitdagend te kleden – met een mediarel tot gevolg. Wat is er te leren uit de vele positieve en negatieve reacties?
Het Stanislascollege in het AD, de Telegraaf, in de Metro, op Radio 3FM, Radio 538, Radio FunkX, op RTL4, bij Pauw… Even waren we wereldnieuws in Nederland. Wat was er gebeurd? Op één van de locaties had een vrouwelijke docent tegen een meisje gezegd dat ze morgen beter iets anders aan kon trekken. Had daarvan haar directeur op de hoogte gebracht. Door ervaring wijs geworden, wilde de directeur herhaling voorkomen en hij stuurde een mailtje aan alle ouders. Wij citeren:
Hoewel ieder leerling zich mag kleden zoals hij/zij dat wenst (zie leerlingenstatuut), zien we op school graag kleding die voldoet aan de ‘algemene normen’. Dit betekent in de dagelijkse praktijk van de school dat wij bij de leerlingen (en medewerkers) geen te korte broeken/rokjes en te korte truitjes willen zien, zoals deze worden gedragen op het strand of bij het uitgaan. We zijn een werkgemeenschap en willen graag daar de aandacht op richten.
Een van de ouders stuurde de brief door naar de krant. En plotseling voelden vele Nederlanders zich persoonlijk betrokken. De meest uiteenlopende reacties. Enerzijds waardering: “Goed dat een school grenzen trekt, en daar voor uitkomt.” De meeste stof tot nadenken geven natuurlijk de tegenreacties. Afgezien van verbijsterende haatmails en -telefoontjes noemen we er twee.
De eerste: “Het gaat natuurlijk toch weer tegen de meisjes.” Daar wordt kennelijk vergeten dat ook jongens soms T-shirts dragen met aanstootgevende opschriften, of broeken die zicht geven op ondergoed en wat daaronder zit.
Bij de tweede ligt de kwestie nog gevoeliger: “Straks moeten we zeker allemaal een boerka gaan dragen.” Het Stanislascollege afficheert zich als een school met katholieke en interconfessionele achtergrond. De overstap naar de islam ligt niet voor de hand. Wel het gesprek ermee. In die cultuur zegt men dat kleding een kwestie van eerbied is. Dat hoeft niet per se te leiden tot de vormgeving die zij kiezen, maar stemt wel tot nadenken.
Welke gevoeligheden raken we aan, als we iets zeggen over de kleding van de leerlingen?
Tot de christelijke cultuur behoort het dat je rekening houdt met de ander; de ander behandelt zoals je zelf behandeld wilt worden. Op een school brengt dat met zich mee dat je er niet bent om elkaar uit te dagen of elkaars grenzen op te zoeken, maar dat je elkaar stimuleert om het beste uit jezelf te halen.
Intussen vraag je je af: welke essentiële gevoeligheden raken we aan, als we iets zeggen over de kleding van de leerlingen? Het maakte ons tot nieuws. Oud nieuws eigenlijk. Toen de naveltruitjes zo’n dertig jaar geleden in de mode kwamen, leidde het ook al tot interessante gesprekken.
Het verhaal gaat, dat een meisje van zestien zich er destijds mee op school waagde. Met haar blote navel uitdagend zichtbaar zat ze achter haar tafeltje op de eerste rij bij een al wat oudere collega. Deze ging voor haar staan en keek haar met grote ogen aan: “Wat ben jij gegroeid vannacht!”