Alle wielrenners kunnen noemen die ooit wonnen in de Tour de France, is dat beschikken over te veel kennis? En niets weten over ABBA te weinig?
In de recente film The Two Popes worden wij eraan herinnerd: er zijn mensen die niet weten wat alle andere mensen wel weten. Bij die laatsten hoorde, althans volgens de scenarist, de vorige paus. Paus Benedictus wist niets van ABBA en niets van hun deuntjes. Die zijn nochtans algemeen bekend en behoren tot wat men het menselijke kennispatrimonium zou kunnen noemen. Die wereldvreemde mens heeft zich verstout encyclieken te schrijven ter lering van de katholieken. Nee, dan was zijn opvolger meer te vertrouwen. Die had naast de namen van de vier leden van Abba ook nog de namen kunnen noemen van alle spelers van het Argentijnse elftal dat net geen wereldkampioen werd.
Zijn oud-leerlingen zaten er stom van bewondering naar te kijken.
Wijze lezers zullen mij terecht wijzen. Het is mogelijk te weinig te weten. Het is ook mogelijk te veel te weten. Wij hadden vroeger een onderwijzer, een nederige schoolvos, die zich tijdens een quiz op tv plots ontpopte tot een levend archief over alle edities van de Tour de France, die de namen van alle ritwinnaars kon opnoemen en ook van de Belg die in een rit zesde was geworden. Zijn oud-leerlingen zaten er stom van bewondering naar te kijken.
Maar wat is te weinig kennis en wat is te veel kennis? Wat moet tot het menselijke kennispatrimonium behoren dat een beschaafde conversatie tussen mensen mogelijk maakt? Sommige politici vinden dat de onderwijsmensen dat zouden moeten weten. En omdat die dat kennelijk niet weten overwegen zij een canon van te verwerven kennis op te leggen. Wat daarin als ‘wetenswaardig’ dient opgenomen te worden, dat blijft nog in het vage. Maar hier alvast enkele voorstellen, uit het leven van een onderwijsmens gegrepen. Om te beginnen met het vak religie, wel wetend dat sommigen dit vak niet rekenen tot de wetenswaardigheden.
Wanneer je over religie begint te praten in een collegezaal met twintigjarige toehoorders vraag je meteen, om de graad van hun kennis te schatten, wie de namen van de evangelisten kent. Dan zie je de handen van enkel studenten aarzelend omhoog gaan. Die noemen dan één of twee namen. Te weinig, vindt de docent. Die noemt meteen de namen van de vier evangelisten en ook die van de apocriefen. Te veel, vinden de studenten. En gelijk hebben ze. Op dat ogenblijk uitpakken dient enkel om indruk te maken. Hier past dus een oordeelkundig onderscheid tussen triviale en wezenlijke kennis.
De voorstanders van het invoeren van een canon zijn vooral bezorgd om het gebrek aan kennis. Iedereen zou moeten snappen wat er ter sprake komt als Mendeljef wordt genoemd, of Max Havelaar. Niemand zou de Reformatie mogen verwarren met de Verlichting. Onwetendheid verraden op dergelijke punten laat een stigma achter in het sociale leven. Het probleem is echter dat in ons taalgebied de grenzen van het collectieve kennen niet scherp afgebakend geraken. De Engelsen hebben het gemakkelijker. Die kennen hun klassiekers, die kennen hun Shakespeare en zijn Hamlet. Maar wat met onze canon, vooral wat literatuur, geschiedenis en andere humane wetenswaardigheden betreft? Hoort Vondel daarin thuis? En Guido Gezelle?
Als wij niet eens weten wat een rapper is, doet dergelijk nieuwsbericht ons schuldig voelen
Laten we het eenvoudiger aanpakken. Niet vragen wat de mensen meer zouden moeten weten maar wat zij minder zouden moeten weten. Een voorbeeld? Iedere morgen weten de nieuwsmakers ons het overlijden te melden van een mediafiguur. Het overlijden van wie? Van een rapper die bekende nummers heeft gemaakt. Als wij niet eens weten wat een rapper is, doet dergelijk nieuwsbericht ons schuldig voelen over onze geringe voeling met de moderne wereld. Onterecht, want dat triviale nieuws (met alle respect voor de overledene) vraagt onze schaarse aandacht ten koste van wezenlijk nieuws.
Is triviale kennis dan te mijden? Nee, niet helemaal. Laten we met onze triviale kennis spelletjes spelen. Quizen. Onze Nederlandse vrienden weten niet wie Rik Coppens was. Niet erg, want wij weten niet wie Abe Lenstra was. Zo kunnen we elkaar prettig plagen. Op de BBC wordt dat spel op hoog niveau gespeeld in programma’s zoals Mastermind. Maar soms gaat het ook daar te ver. Onlangs liet een deelnemer zich ondervragen over Taylor Swift. Wie is Taylor Swift? Dat hoefde ik niet te weten, over naar een ander kanaal. Zou Jorge Bergoglio ook daarover iets geweten hebben?
Afbeelding: album van Taylor Swift, Reputation (2017).