Veerle is zorgcoördinator en leerlingenbegeleider op het OLV-college in Antwerpen. “Tijdens crisismomenten heb ik mijn mobieltje voortdurend bij mij, van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat.”
In mijn werk zijn het coachen van leerlingen bij hun studies en het bieden van sociaal-emotionele begeleiding mijn belangrijkste taken. Ik zie niet alleen de leerlingen die op medische gronden recht hebben op begeleiding, maar alle leerlingen die zorg nodig hebben. Natuurlij, de basiszorg wordt geboden door de leerkrachten die verantwoordelijk zijn voor een klas (de ‘klassenleerkrachten’). Zij kennen de leerlingen het beste en kunnen hen aanmoedigen en steunen, maar ook terechtwijzen en bijsturen. Het is mijn taak mijn collega’s hierbij te ondersteunen.
Deze leerlingen sluiten zich af voor hun leerkrachten, zitten minder goed in hun vel
Soms beslist een raad van leraren om een leerling door te verwijzen naar de zorgcoördinator. Regelmatig ook vragen leerlingen zelf om een afspraak. Deze leerlingen komen in de fase van de verhoogde zorg terecht. Ik werk vaak met leerlingen op wie de (klassen)leerkracht minder vat lijkt te hebben. Deze leerlingen sluiten zich af voor hun leerkrachten, zitten minder goed in hun vel, bevinden zich in een moeilijke (thuis)context, lijken het reeds op te geven… Aan een buitenstaander die per definitie voor hen opkomt, durven leerlingen vaak meer te vertellen.
In een stedelijke school als de onze is de leerlingenpopulatie divers. Zo ook de problematieken waarmee ik te maken krijg. Hier noem ik enkele factoren waardoor leerlingen soms onderpresteren op school: faalangst, slapeloosheid door stress of door een verslaving aan energydrank, het niet kunnen begrijpen van de lessen vanwege langdurige afwezigheid en door gebrek aan financiële mogelijkheden voor bijles, schoolmoeheid, kwetsuren en depressie door de zelfdoding van een naaste, het verlies van een ouder… Ja, verdriet en stress kunnen zwaar wegen op de schouders van een leerling.
Soms sporen collega’s een leerling aan eens bij mij op gesprek te komen. Soms word ik gecontacteerd door ouders. Ik probeer te luisteren en te zien wat we vanuit de school kunnen doen om de druk te verlichten.
Daarin sta ik niet alleen. Onze school kent een zorgteam bestaande uit coördinatoren die instaan voor de zorg en het onderwijs, de directie en de prefect die instaat voor de tucht en het Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB). Wekelijks bespreken we de leerlingendossiers. Indien nodig, neem ik contact op met of verwijs ik door naar professionele hulpverleners zoals daar zijn het CLB, de huisarts, de zelfmoordlijn, het welzijnswerk voor jongeren…
“Je weet, mijn deur staat altijd voor jou open”
De directie verwacht van de coördinatoren ook beleidsondersteunend werk. Het zorgteam werkt tussendoor projecten uit die aansluiten bij het ignatiaanse opvoedingsproject dat veel belang hecht aan de “cura personalis”, de zorg voor de persoon in zijn geheel. Bovendien raakt het zorgbeleid ook aan andere beleidsdomeinen, bijvoorbeeld aan het taalbeleid dat mij nauw aan het hart ligt. Samen met vele andere collega’s vind ik het een missie van onze school om te investeren in getalenteerde kinderen met een migratieachtergrond. Maar ook het tuchtbeleid is verweven met de zorg voor leerlingen. Een rechtlijnige aanpak van leerlingen die over de schreef gaan verhindert niet dat ook daar altijd de cura personalis wordt toegepast.
Als zorgcoördinator vul ik vaak nog tot laat op de dag de dossiers in het leerlingenvolgsysteem aan. Bij studieproblemen moet ik vaak achter leerlingen aanzitten. En tijdens crisismomenten heb ik mijn mobieltje voortdurend bij mij, van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat. Maar er mogen zijn voor mensen en leerlingen laten aanvoelen dat ze meer zijn dan hun attitude op school en de cijfers die ze behalen, is een mooie roeping. Ik hoop dat leerlingen doorkrijgen vanuit welke inspiratie mijn handelen voortkomt, zonder die expliciet te benoemen. “Je weet, mijn deur staat altijd voor jou open”, is een zinnetje waarmee ik vaak mijn gesprek met leerlingen afsluit.