Wij zullen het paasgeheim nooit volledig doorgronden. Wat kan helpen er iets van te begrijpen, is ons vermogen ons in te leven in de ervaringen van de leerlingen, de apostelen en de groeiende groep sympathisanten met Jezus.
Hun bestaan was ernstig bedreigd: niet alleen door de toch al heersende politieke spanningen en zeker ook de spanningen in de eigen religieuze gemeenschap, maar vooral ook door het bijzonder gedrag van Jezus zelf. Jezus raakte in opspraak. Nog onlangs werden er opstanden neergeslagen, er was al enige tijd strijd om de macht. Had de ideële boodschap van Jezus dan nog wel kansen, met zijn ‘dienen in plaats van gediend worden’? Zag men in zijn optreden politieke kritiek, of kritiek op de godsdienst? Hadden ze Hem wel goed begrepen? En wij zelf, zullen wij, zo vroegen zij zich wellicht af, alsnog in staat zijn om te doen wat Hij gedaan heeft, met alle risico’s van dien, de risico’s die Hij nam?
Ze hadden Jezus gewaarschuwd: als je zo doorgaat, loopt het verkeerd af. Bind toch wat in, drijf de zaken niet zo op de spits! De schok moet afschuwelijk geweest zijn, een dag na het paasmaal: Hij is dood. Het is afgelopen. We zijn met brute feiten geconfronteerd, de marteling, het verraad, de kruisiging. Wie is nog vóór ons? Kunnen we dit overleven? Wat was er de zin van? Waarom moest het zo gaan? De pijn moet ondraaglijk geweest zijn, de verwarring ook en de onzekerheid. Het echec was een vernietigende desillusie.
Wat nu? Radeloos zoek ik houvast.
Alles is weg. Ik had betekenis, stond in een sterk sociaal verband. Ik bouwde iets op, had het gevoel op het goede spoor te zitten. En nu is alles wat me dierbaar was me ontvallen. Wat nu? Radeloos zoek ik houvast. Wat is er eigenlijk gebeurd? En wat is de gevoelslaag onder dat alles? Kan ik peilen wat ik echt beleef, kan ik erbij? Kan ik de pijn verdragen, in mijn werkelijkheid staan? Krijg ik alles nog op een rijtje?
In de crisis gaan we als vanzelf op zoek naar wat helend is, of misschien beter: het herstel komt ons vanuit de emotionele chaos tegemoet. Langzaam, het moet zijn tijd hebben. Diepe wonden moeten eerst gevoeld worden om er dan later pas de gevolgen van te kunnen zien. Woede over wat gebeurd is, verdriet over het verlies. Maar er is ook een helende kracht: we ervaren dat we weer energie krijgen. De liefde die er eerst was, komt weer terug. Vergeven krijgt aandacht, het goed willen maken, en dat ook kunnen. Langzaam leren we het, weten we het te vinden.
En zowaar, er kwam weer beweging in ons.
Moest de messias dit alles lijden? Ja, Hij zou zijn titel ontlenen aan zijn vermogen om deel uit te maken van het volledige menselijk drama: onwaarachtigheid, vernedering, sadisme, verachting en verraad. Hij moest ervaren wat het is om beroofd te worden van elk menselijk aanzien en waardigheid. En dan te denken aan het gedrag van deze onberispelijke mens, die velen had aangesproken door zijn optreden met gezag – macht speelde er geen rol bij. Was het allemaal afgelopen?
Toen lazen we de liederen van Jesaja over de knecht van God, keken terug op alle reacties, die honderdman met zijn belijdenis, de vrouwen die met Hem vertrouwd waren. En zowaar, er kwam weer beweging in ons. Het voelde weer als toen Hij er nog was. Wij veranderden terwijl wij ons bewust trachtten te worden van wat ons overkomen was. Telkens kwamen we uit bij die wonderlijke mens die geenszins uit ons leven verdwenen was. Hoe meer wij ons van Hem herinnerden, hoe sterker wij zijn aanwezigheid voelden. Wij moesten voor Hem opkomen, was ons gevoel. Getuigenis gaan afleggen van Hem. Herstellen wat vernield was. Hoe meer we over Hem spraken en onze ervaringen uitwisselden, hoe meer we de vreugde voelden van zijn uitstraling. Ons hart brandde in ons. Alles kwam in een nieuw perspectief. Het leek wel of we een nieuw leven begonnen.