Verrijzenis is zelden spectaculair. Uit ervaring weet Jos overigens dat het vaker gebeurt dan je denkt. Het geheime recept ervoor is eenvoudig maar niet gemakkelijk.
In de gesprekken die ik voer, ben ik regelmatig getuige van verrijzenis. Bijvoorbeeld als een studente deelt over haar leven met een psychische beperking. Na verloop van tijd ontdekken we samen hoeveel vrede ze heeft met haar zoeken, soms vinden, soms niet vinden. Nadien ben ik er stil van. Niet de beperking heeft het laatste woord, en niet de worsteling, maar vrede.
Verrijzenis is zelden spectaculair, maar vaak verstild.
Geen groot verrijzeniswonder. Geen witte verschijning en geen engelen. Geen tarting der natuurwetten. Wel dezelfde omkering. Hetzelfde aanstekelijke ‘Death where is thy sting’ (Messiah). Dezelfde hoop en lichtheid der dingen.
Soms is het moeilijker. Dan vraagt het meer luisteren. Maar volgehouden luisteren mist maar zelden haar levenwekkende kracht. Met een oudere man wiens vrouw ik begroef, verken ik samen wat hij mist – en zo komen we te spreken over haar zachte stem, over hoe ze soul mates waren. Over het kibbelen over onbenulligheden, en hoe ze dat met een zoen afsloten. Bij het afscheid bedankt hij voor het gesprek. ‘Het was fijn nog eens over Lucie te kunnen praten.’ Verrijzenis is zelden spectaculair, maar vaak verstild.
Het geheim is denk ik gelegen in het volgehouden luisteren (en dat doen we vaak niet). Niet te snel beginnen over God, over hoop, of ander opwekkends. Maar juist mee het graf in gaan: de worsteling, het verdriet, het niet-weten, de tragiek. Ruimte geven. Dingen laten zeggen. Het volhouden, het uithouden. Niet ontsnappen – niet naar goede raad, niet naar ‘dat heb ik ook’, niet naar wat de Bijbel daarvan zou zeggen. Maar er zijn, en ruimte geven. Dan gebeurt het wonder. Bijna altijd.
Je moet wel goed opletten. Naast het ruimte geven, beschouw ik dat opletten als mijn tweede taak. Na verloop van tijd zeg ik bijvoorbeeld tegen de studente dat ze zoveel verzoening uitstraalt, waarop ze verlegen glimlacht, alsof ik een geheim verklap. Of tegen de oudere man zeg ik dat ik blij ben met de warme herinneringen die hij heeft; dan pinkt hij een traan weg. Ik denk dat we vaak niet opletten. Dat het gebeurt onder onze ogen zonder dat we het zien.
Geen stemverheffing, maar ruimte voor haar hartezeer
De verhalen over Jezus’ verrijzenis bevestigen het belang van opletten. De meeste zijn heel verstild en verfijnd. Geen spectaculaire toestanden, geen aardbeving of donder en bliksem. Geen stemverheffing, maar ruimte voor haar hartezeer en dan een zacht ‘Maria!’, waarop het kwartje valt: ‘Rabboeni’ (Joh 20,11-18). Of denk aan de ontmoeting, het gesprek en dan de warme harten van de Emmaüsgangers, waar de Verrezene wel wat veel preekt (Lk 24, 11-35).
De verrijzenis blijft een wonder. Zalig wie het ziet.