Een advies: kijk ze eerst eens goed in de ogen, al die (aspirant-)bestuurders die dingen naar onze gunst. Uit welk hout zijn zij gesneden?
Als bestuurder ben je een passant, een voorbijganger. De organisatie die je mag besturen was er al vóór jij aantrad en zal (hopelijk) ook na je vertrek gewoon voortgaan. Dat houd ik mezelf regelmatig voor, soms is het nodig, maar heus, het helpt.
Goede bestuurders vallen minder op; wie opvallen zijn de machotypes
De bestuurder als passant. Het geldt voor (bijna) alle organisaties, of het nu de politiek, het onderwijs, culturele en maatschappelijke organisaties of zelfs de kerk betreft.
Een goed bestuurder bekijkt bij haar of zijn aantreden wat de gang van zaken is, toont zich dankbaar voor wat haar voorgangers hebben bereikt. Ze streeft ernaar dat de organisatie er na haar bestuursperiode nog net iets beter voorstaat. Ze zoekt sterke medewerkers rond zich heen, zeker even sterk als zijzelf, ze heeft niet zo de neiging om zelf aan de weg te timmeren.
Zij is gericht op het belang van de organisatie, niet op het gewicht van de eigen persoon. Zij toont haar waardering voor de mensen om haar heen en geeft ze de kans om hun kennis en deskundigheid ook naar buiten te tonen. Zo zijn ze niet allemaal. Maar de meesten zijn zo; ze vallen nu eenmaal minder op.
Wie opvallen zijn die van het machotype. Zeg maar even het Trump-type. Zo’n bestuurder moet zijn gezag ontlenen, niet aan zijn inzet maar door zich met kracht af te zetten tegen het werk van zijn voorganger. Hij (het zijn bijna altijd mannen) hoeft zich niet eerst te verdiepen in de organisatie. Nee, hij weet het al: hij treft een hopeloos verouderde situatie aan, er is geen leiding geweest, gemaakte keuzes zijn destructief voor de organisatie en hij zal alles beter gaan doen.
Blaffen en plassen, de kenmerken van een alfa-macho-hondje
Als een hondje loopt hij rond, plassend over de sporen van zijn voorganger, overal zijn eigen geur aan gevend en pas tevreden wanneer iedereen kan ruiken dat hij hier is geweest, dat dit zijn eigen terrein is. Fouten die hij maakt liggen niet aan hem, maar zijn nog steeds de erfenis van zijn voorganger. Hij is van het hondjes-type.
Net zoals die hondjes hebben ook zij de neiging te blaffen tegen iedereen die hun nabij komt, die te sterk is of die zij als bedreiging zien. Blaffen en plassen, de kenmerkende eigenschappen van een alfa-macho-hondje. De eigenschappen van dit soort bestuurder.
Andere honden kruipen voor hem weg, staart tussen de benen, of ze schurken tegen hem aan. Zo’n hond moet toch in staat zijn een sterke, machtige, overwinnende roedel rond zich te verzamelen. En dan maar hopen dat er voor jou ook een paar brokken afvallen.
Deze weken worden we in de media overvoerd met zittende of gretige nieuwe bestuurders, het ene gezicht na het andere, de ene uitspraak na de andere. Ik kijk elk eens goed in de ogen en vraag me af: is dit het type bestuurder dat me gerust zou stellen of is het toch een alfa-macho-hondje?