Microkredieten werden jarenlang als panacee voor de armoede in de Derde Wereld gezien. Terecht? Nee, beweert econoom Gaël Giraud SJ stellig. Zeker wanneer deze kleine leningen met winstoogmerk worden verstrekt, zal de misère alleen maar groter worden.
In India, in de staat Andhra Pradesh, heeft de wetgever onlangs zeer strikte voorwaarden opgelegd voor het verlenen van microkredieten. De meeste arme huishoudens, die een hoge schuld opgestapeld hebben in het kader van het microkrediet, worden zelfs door de politieke autoriteiten aangemoedigd om hun leningen niet langer terug te betalen. Een schuld van drie miljard dollar zou op het punt staan te worden geannuleerd ten nadele van particuliere stichtingen, investeerders en de Wereldbank.
De Indiase armen zullen in dit avontuur nog armer eindigen dan dat ze oorspronkelijk waren
Deze laatsten gebruikten India de afgelopen jaren als een waar laboratorium voor het microkrediet. In navolging van de NGO’s voor ontwikkelingssamenwerking, die tot dan toe microleningen toekenden aan de armsten, hebben deze financiële instellingen de afgelopen jaren aanzienlijke winsten behaald door exorbitante rentevoeten op te leggen aan de kredietnemers. Volgens het inmiddels bekende scenario sinds het uiteenspatten van de zeepbel van subprime-hypotheken, hebben kredietverstrekkers leningen toegekend zonder rekening te houden met de solvabiliteit van de kredietnemers. Veel van hen werden vervolgens gedwongen zich in een spiraal van schulden te storten, en nieuwe leningen af te sluiten om de eerste af te lossen. Een reeks van zelfmoorden heeft de publieke opinie nu wakker geschud.
Mutatis mutandis gaat het om hetzelfde mechanisme als dat de financiële ramp van 2007-2010 mogelijk maakte. Behalve dat de kredietnemers dit keer nog armer zijn dan de zwarte huishoudens in Cleveland. Hoe kon men toelaten dat een dergelijk schema zich kon herhalen, terwijl alle feiten aantonen dat het pervers is?
De toepassing van het microkrediet door particuliere financiële instellingen maakt deel uit van een strategie gebaseerd op een eenvoudige vaststelling: het hoge aantal armen. Zelfs als ze zouden leven met het equivalent van één dollar per dag, komt dat, vermenigvuldigd met vier miljard mensen, toch nog neer op vier miljard dollar… Sommige zogeheten BOP-strategieën (BOP staat voor ‘Bottom of the Pyramid’) voor sociaal ondernemerschap zijn niet bestand tegen deze verleiding: de onderkant van de piramide is zeer breed, en een potentieel winstgevend investeringsveld! Een belangrijk verschil met de kredietcrisis van 2007 is evenwel dat het Indiase microkrediet (nog) niet was omgezet in verhandelbare financiële effecten. De ineenstorting van de piramide zal dus gelukkig beperkt blijven tot één enkele regio van de wereld. Nochtans had SKS Microfinance, de grootste instelling voor microkrediet in India, zich op de beurs geïntroduceerd om zijn winst jaarlijks te kunnen verdubbelen. Ten minste een deel van het Indiase microkrediet is dus al opgenomen in de dans van de financiële markten en hun honger naar waanzinnige winsten.
De CEO van SKS Microfinancing heeft inmiddels de onvoorzichtigheid erkend van sommige kredietverstrekkers, maar stelt dat als men de industrie van het microkrediet in India zou stopzetten, dat tot een ‘financiële apartheid’ zou leiden. Op de vraag om zich te verantwoorden is de reactie van de banksector, net als in de Verenigde Staten en Europa, samen te vatten in twee punten: 1) eventuele fouten zouden alleen maar de schuld zijn van een paar ‘rotte appels’ in een voor de rest bloeiende financiële tuin, en 2) onze samenlevingen, zouden geen andere keuze hebben dan, nu ze één keer in de vrucht gebeten hebben, alles door te slikken.
Een ander verschil tussen de Indiase situatie en de onze, ligt in de reactie van de politieke gezagsdragers: waar de Westerse regeringen proberen het private banksysteem te redden (ten koste van de ontsporing van de staatsschuld), proberen de Indiase politici, zoals in het kleine IJsland, eerst de armen te redden, die gevangen zitten in dit helse mechanisme.
Toen in 2009 paus Benedictus XVI in Caritas in veritate het microkrediet aanprees, hadden sommigen gewaarschuwd tegen een naïeve interpretatie van de encycliek, als zou het microkrediet een uitweg bieden uit de misère. De Indiase ervaring leert dat zij gelijk hadden op te roepen tot voorzichtigheid, een oproep die overigens ook aanwezig is in de encycliek zelf. Het microkrediet heeft veel mogelijk gemaakt en blijft dat doen, in Frankrijk incluis. Maar het kan geen aanvulling zijn op een ‘business as usual’. En het is niet efficiënter in de zoektocht naar financiële rendabiliteit. Het aandeelhouderskapitalisme dat we in de afgelopen vijfentwintig jaar hebben opgebouwd, heeft geleid tot ongelijkheden, die ongekend zijn in de geschiedenis van de mensheid. De voortzetting van zijn onderliggende logica zal niet leiden tot het uitroeien van de armoede. Integendeel: de Indiase armen, slachtoffers van microkrediet met winstgevend doel, zullen in dit avontuur nog armer eindigen dan dat ze oorspronkelijk waren.
De economie, stelt paus Benedictus, is in zichzelf niet asociaal. De economie is een aspect van ons menselijk handelen en zoals ook bij andere vormen van handelen het geval is, zullen ook economische activiteiten op ethisch verantwoorde wijze moeten worden gerealiseerd. Vanuit deze ethische benadering mag het behalen van een zo groot mogelijke winst nooit de doelstelling zijn van een onderneming. Onze maatschappij heeft belang bij ondernemingen die mede ten dienste staat van het algemeen welzijn en die niet enkel en alleen gericht zijn op een maximale winst tegen elke (maatschappelijke) prijs.
Dit artikel verscheen eerder op de website van de Nederlandse en Vlaamse jezuïeten, Jezuieten.org.
Afbeelding boven dit artikel: Landarbeiders in India. Foto: BBC World Service