Wat is er mis gegaan met de integratie van Oost-Europese landen in de EU, zoals Polen en Hongarije?
De Europese Unie heeft Oost-Europese landen zoals Hongarije en Polen opgenomen toen die, na de val van de Berlijnse muur en de desintegratie van de Sovjet Unie, ontsnapt waren uit de greep van de Russische beer. De EU heeft dat gedaan vanuit eigenbelang maar ook vanuit een niet te miskennen edelmoedigheid. Zij heeft die Europese buurlanden financiële steun toegestopt en met name Polen heeft mede daaraan zijn opmerkelijke economische opleving te danken.
Orbán veroorlooft zich zelfs de solidariteit van de EU met Oekraïne te ondergraven
Maar voor wat, hoort wat. De nieuwe Oost-Europese lidstaten verbonden zich ertoe de rechtsstatelijke en de democratische verworvenheden van de EU over te nemen. Een eerste generatie van hun politieke leiders heeft dat met overtuiging gedaan. Maar dit enthousiasme om het West-Europese voorbeeld na te volgen is niet blijven duren. In Oost-Europa zijn nu politieke leiders opgestaan zoals Viktor Orbán in Hongarije. Zij ondermijnen de onafhankelijkheid van de rechtspraak en de vrijheid van de pers. Zij verzetten zich tegen de immigratie uit niet-Europese landen, zoals die door de EU toegelaten en gereguleerd zou worden. Orbán veroorlooft zich zelfs de solidariteit van de EU met Oekraïne te ondergraven. Kortom, zij lijken gekozen te hebben voor een autoritair nationalisme. Wat is er misgelopen met hun integratie in de EU?
Sommigen zouden deze problematiek willen wijten aan teleurstelling om het uitblijven van economisch succes. Anderen vrezen dat die Oost-Europeanen nog niet de culturele achtergrond hebben om zich aan de vereisten van de democratie aan te passen. Dat is echter niet de mening die Ivan Krastev en Stephen Holmes verdedigen in hun doorwrochte The Light that Failed. Why the West is Losing the Fight for Democracy. Hun betoog begint met te wijzen op demografische ontwikkelingen in die landen.
Een land zoals Hongarije vreesde een golf van door de EU gesponsorde immigratie omdat het voordien al getroffen was door een golf van emigratie. (Tussen 1989 en 2017 verloor Letland 27 procent van zijn bevolking en Litouwen 22 procent.) Die emigratie kwam op gang nadat de grenzen naar West-Europa wijd open gingen. Bovendien waren de emigranten dikwijls jong en goed geschoold. Zij behoorden tot de economische en culturele elite die in de westelijke buurlanden een goede loopbaan kon opbouwen en het eigen land lieten voor wat het was. Dat alles ging samen met een laag geboortecijfer. Het is te begrijpen dat een nieuwe generatie politieke leiders zich om deze demografische aderlating bezorgd maakte. Wat was hun strategie?
Zij volgden de denkers die zich ergerden aan het verheerlijken van de West-Europese (en Amerikaanse) voorbeelden. Het liberaal-democratische Westen was bij nader inzicht helemaal niet zo voorbeeldig. Daarbij verwezen zij onder meer naar de invoering van het homohuwelijk, naar de gay pride parades, naar de nieuwe seksuele opvoeding, naar de secularisatie. Is dat het Europa waarvoor zij zich zouden moeten inzetten? Waarom zich al die Europese richtlijnen laten opleggen, die gestalte willen geven aan waarden die het wereldburgerschap van individuen koesteren en niet het gemeenschapsgevoel van volksgenoten?
Het nationalisme heeft zich in Hongarije en ook in Polen nog niet volledig kunnen uitleven
En vooral: de niet zo zachte dwang om het Westerse model na te volgen werd na enige tijd als vernederend ervaren. Aan de Hongaren werd gevraagd de economische voorsprong van het Westen te erkennen maar ook zijn morele superioriteit. En dat terwijl in Oost-Europa de liberale democratie naar westers model er kennelijk niet in slaagde de sociale ongelijkheid, de corruptie en het onrechtvaardige verdelen van de publieke goederen (onder de beschermelingen van het vroegere communistische regime) ongedaan te maken.
Het antwoord van Orbán bestond erin een beroep te doen op de identiteit van het Hongaarse volk en op het ressentiment dat daarin naar boven kwam. Het Hongaarse nationalisme had zich verweerd tegen de overheersing van de Sovjet Unie, nu zou het zich kunnen keren tegen de overheersing van de EU. Dit nationalisme rekent op de eendracht van alle burgers die allen op de eerste plaats Hongaar zijn, ook als zij dit niet meteen willen beseffen. Het laat zich niet afremmen door de afwijkende meningen van opposanten. En al evenmin door de spelregels die in een rechtsstaat de macht van de overheid verdelen en beperken.
Het nationalisme heeft zich in Hongarije en ook in Polen nog niet volledig kunnen uitleven. Het wordt in toom gehouden door democratische krachten in eigen land en ook, zij het niet zonder enige moeite, door de EU waaraan deze landen veel verschuldigd blijven. Wellicht heeft de oorlog in Oekraïne beide lidstaten eraan herinnerd dat zij die Europese steun erg nodig hebben. Maar dat onderwerp konden Krastev en Holmes nog niet aansnijden.
Foto: Victor Orbán en Poolse Ewa Kopacz, de vice-voorzitter van het Europese parlement. M. Śmiarowski/KPRM