Schijnbaar onschuldige onderwerpen leiden in Ivoorkust tot verhitte debatten, zo merkt Guido Dierickx ter plaatse. Een goed teken: kort na de burgeroorlog is er weer plaats voor openlijke politieke controverses.
Mijn leefwereld hier in Abidjan is beperkt tot het domein van het instituut waar ik lesgeef. Dus heel beperkt. Er gebeurt hier weinig nieuws, tenzij die inbraak deze nacht in onze kapel. Allicht door een ongeschoolde dief die nog geen onderscheid kan maken tussen een koperen en een gouden kelk. Maar dat terzijde gelaten, soms gebeurt er wel iets en dan moet je erbij zijn.
Dat iets ingaat tegen de ‘Afrikaanse cultuur’ is hier een argument van zwaar kaliber
Enkele dagen geleden kwam in onze zaal een minister spreken over de recente hervorming van het familierecht. Kennelijk een onderwerp dat vele gemoederen verhit. De minister was een dame met allure, welbespraakt en zeer overtuigd van de goede zaak. Zij stond bekend als één van de grote pleitbezorgers van de hervorming en stak dat ook nu niet onder stoelen of banken. De nieuwe wet zou een gelijkberechtiging meebrengen voor de echtgenote inzake keuze van de woonplaats, van de keuze van de beroepsbezigheden en van de besteding van het inkomen. Allemaal hervormingen die voor deze toehoorder niet ophefmakend leken.
Het verwonderde me dan ook dat de minister van wal stak met een zeer omzwachteld discours. Nee, het ging niet echt om een nieuwe wet, het ging enkel om amendementen op een oude wet en die hielden eigenlijk niets nieuws in. Bovendien waren die amendementen nu eenmaal nodig om zich te conformeren met een internationale conventie die Ivoorkust in de jaren zestig al ondertekend had. En ja, ook om niet de subsidies mis te lopen die het Amerikaanse parlement had beloofd in ruil voor een modernisering van het familierecht. Al die principiële en pragmatische overwegingen moesten toch iedereen over de brug trekken, of niet soms?
Niettemin kreeg zij tijdens de gespreksronde al meteen af te rekenen met enkele luide tegenstemmen. Die vonden dat het hier ging om een radicale hervorming die inging tegen de traditie en zelfs tegen de ‘Afrikaanse cultuur’. Dit laatste is hier een argument van zwaar kaliber. Maar mevrouw de minister was daarop voorbereid. In veel minder omzwachtelde bewoordingen antwoordde ze met de vraag hoe men zich die Afrikaanse cultuur moest voorstellen. Behoorde de discriminatie van de vrouw, behoorde de traditionele besnijdenis van de meisjes ook tot de Afrikaanse cultuur? Op dat moment van het debat was het geluidsniveau in de zaal sterk toegenomen. Mevrouw de minister had nog een laatste argument in reserve. Zij had deze amendementen verdedigd als moslima en was verbaasd dat niet alle christenen aan haar kant stonden.
Al bij al vond ik dit een verheffend gebeuren. In dit land is er, zo kort na een burgeroorlog, plaats voor openlijke politieke controversen, hoewel die wat minder lawaaierig zouden mogen zijn. Dat wordt bevestigd door de voorpagina’s van de vele kranten. De voormalige president Gbagbo staat nu terecht in Den Haag maar heeft nog altijd openlijke en vurige aanhangers. En die zijn niet bang om van zich te laten horen.
De collega’s hier vinden dat ze over het politieke bestel op dit ogenblik niet te klagen hebben
Mijn studenten geraken gauw opgewonden als ik een onderwerp aanraak dat te maken zou kunnen hebben met hun land of met hun Afrikaanse cultuur. Eergisteren begon ik uit te leggen dat de moderne rechtsstaat, met zijn politieke rechten voor de burgers, ontstaan was in West-Europa, dankzij typisch West-Europese omstandigheden. Er veerden dadelijk enkele studenten op die meenden te kunnen verwijzen naar iets analoogs, eeuwen geleden, in Noord-Afrika, zelfs in Mali. Een interessante stelling, dat moet een Europeaan toegeven. Die zou ik bij ons als nieuws kunnen verspreiden. Aan hen om mij te overtuigen in hun examenpapers. Maar dan moet hun betoog wel steunen op wetenschappelijke bronnen en niet op de journalistieke waarop ze zo verslingerd zijn.
De collega’s hier vinden ook dat ze over het politieke bestel op dit ogenblik niet te klagen hebben. Wel over het rechterlijk bestel dat totaal corrupt zou zijn. Maar daarover stel ik geen vragen om niet te moeten luisteren naar vele en lange jammerklachten. Trouwens, die kelk vinden ze nooit terug en die dief wordt nooit gevat. Misschien dan maar zelf wakkere bewakers inhuren en enkele boosaardige honden?
Afbeelding boven dit artikel: demonstratie van aanhangers van president Gbagbo in Washington, 2011. Foto: Collin David Anderson/Flickr.com (CC).