Wat we in Egypte onder onze ogen zien gebeuren is moeilijk in te passen in ons beeld van een revolutie. Dat maakt het extra verwarrend en ook wat beangstigend. We krijgen er niet echt greep op. Wat speelt er nu echt in Egypte? En: hoe moet het verder met dit land in het nauw?
Als we vanuit Nederland naar het Midden-Oosten kijken, verwachten we misschien acties die tegen het Westen zijn gericht, met ergens op de achtergrond de demonische krachten van al-Qa’ida. Of acties die erop gericht zijn Israël van de kaart te vegen. Of een aanval van moslims op de christelijke minderheden in het Midden-Oosten. De beelden uit Caïro, de reacties van mensen daar, geven hier echter geen aanleiding toe.
Ook onze clichés van ‘links’ en ‘rechts’ schieten tekort: is het een rechtse opstand tegen een linkse dictatuur, een linkse opstand tegen een rechtse dictatuur? De roep om democratie klinkt inderdaad. Maar Egypte heeft als sinds 1956 algemeen kiesrecht en formeel een meerpartijenstelsel sinds 2005 wordt ook de president rechtstreeks gekozen. Er is gemanipuleerd, zeker, en de poging van Mubarak om voor de presidentverkiezingen van dit jaar zijn eigen zoon naar voren te schuiven is daarvan een duidelijk bewijs. Het is een roep om de democratie serieus te nemen.
Maar hoe zit het dan met het Moslimbroederschap? Proberen zij niet op deze manier de macht over te nemen en van Egypte een fundamentalistische islamitische staat te maken? Tot op dit moment zijn politieke partijen op religieuze grondslag in Egypte verboden en een echt open democratisch bestel zal zeker ook een grote islamitische partij te zien geven. Maar zijn politieke partijen op basis van een geloofsovertuiging per se verwerpelijk?
Het eigenlijke probleem van Egypte is niet direct dat van een middenlaag van de bevolking die terecht roept om politiek gehoord te worden; het is veeleer de schreeuw van de arme bevolking om betaalbaar voedsel, om betere levensomstandigheden om bereikbare zorg. Economisch en daarmee ook sociaal verkeert Egypte in een kritieke situatie.
Het land is even groot als Nederland (als we daar de woestijn en hier de zee niet meerekenen) en er wonen 83 miljoen mensen. Ons land vijf maal zo dicht bevolkt: je kunt het je zelfs niet voorstellen. De stad Caïro met directe omgeving telt al evenveel inwoners als heel Nederland. En ieder jaar groeit de bevolking nog met bijna twee miljoen mensen. De gezondheidszorg is verbeterd en programma’s om geboortebeperking te bevorderen hebben niet echt succes gehad – althans niet bij de arme bevolking – ondanks de positieve houding van religieuze leiders. Voor arme gezinnen zijn kinderen een garantie voor de oude dag.
Egypte heeft een bescheiden olie- en gasvoorraad, heeft inkomsten uit het Suezkanaal en uit het voor het land onmisbare toerisme. De landbouwmogelijkheden zijn tot de grens van het mogelijke opgerekt, maar het voeden van deze enorme bevolking is nagenoeg onmogelijk.
Het land is arm, en er is een grote verborgen werkeloosheid. Veel mensen komen voor een gering bedrag, te weinig om van te leven, in overheidsdienst, op plaatsen waar er eigenlijk geen behoefte aan is. En dit leidt weer tot een groeiende bureaucratie. Het lijkt een vicieuze cirkel waarin het land zich de laatste jaren bevindt.
En de jezuïeten in Egypte? Hoe staan zij hierin? Al meer dan honderd jaar zijn ze er actief. Met tien man arriveren zij er in 1879 om zich in te zetten voor de grootste behoefte van die tijd: het onderwijs. Ze stichten scholen in Caïro en Alexandrië. Daarnaast vormen ze een onmisbare steun voor de kleine koptisch-katholieke gemeenschap (ongeveer één procent van de bevolking); jezuïeten hebben zich ingezet voor een kwalitatief goede vorming van hun toekomstige priesters.
Midden vorige eeuw beginnen ze – naast hun rol in het onderwijs – in het armste zuiden van het land ook met sociale activiteiten. Zij zien zichzelf als bruggenbouwers in een verdeelde maatschappij. Op hun website schrijven zij: “Wij willen levende bruggen zijn tussen katholieken, orthodoxen en protestanten, tussen christenen en moslims, tussen arm en rijk, tussen oost en west, tussen deze wereld en God.” Vanuit deze inspiratie heeft ook Christiaan van Nispen zich steeds ingezet voor het gesprek met moslims in Egypte (zie ook dit artikel). Naast Christiaan zijn er in Egypte nog drie andere Nederlandse jezuïeten actief, die zich met hun medebroeders uit het Midden-Oosten als bruggenbouwers inzetten voor de toekomst van het land.
Maar wat is die toekomst? Het stoppen van de bevolkingsgroei lijkt een eerste voorwaarde, maar niet eenvoudig te realiseren. Emigratie om de druk op het land te verlichten? Drie miljoen Egyptenaren leven al in het buitenland, maar wel vaak de meer ontwikkelde mensen. En emigratie waarheen? In Europa zijn ze niet welkom.
Kan financiële hulp van buiten helpen? Het is van levensbelang dat de inkomsten uit het toerisme, uit het (olie-)transport door het Suezkanaal en de hulp van vooral de Verenigde Starten opnieuw gegarandeerd worden. Extra financiële hulp kan tijdelijk helpen, maar lost de onderliggende problemen niet op. En waar moet die hulp vandaan komen? Massieve hulp van de andere Arabische landen? De landen van de Arabische liga vormen allerminst een eenheid; het enige dat ze bindt is de taal. Historisch, cultureel en economisch zijn ze veel meer verschillend van elkaar dan de landen van de Europese Unie. Maar de onderlinge Arabische solidariteit? Zelfs in Europa weten we sinds de problemen in Zuid-Europa hoe klein de echte onderlinge solidariteit is. Eigen land eerst. In het Midden-Oosten is het niet anders.
En wie? Wie kunnen het land gaan leiden en een uitweg zoeken uit de huidige uitzichtloos lijkende situatie? Kunnen we iets positiefs verwachten van deelname aan de regering door de Moslimbroeders? Al eerder – na de verwoestende aardbeving van 1992 – hebben ze laten zien, dat zij beter en sneller hulp konden bieden dan de overheid. Mede daarom genieten ze steun bij de bevolking. Hen weer opnieuw willen buitensluiten miskent de terechte zorgen van het armste deel van de Egyptische bevolking. Politiek op basis van een gelovige en sociale inspiratie, het is toch altijd het proberen waard.