Mediterrane vreemdelingen ontwrichten het fraaie Antwerpse havengebied… Een column over de onvoorziene gevolgen van stedelijk groenbeheer.
Toen Willem I koning der Nederlanden werd, een gebied dat we nu kennen als de Benelux, schonk hij het Napoleontische militaire dok, dat de naam ‘Le Grand Bassin’ droeg, aan het bestuur van de Scheldestad Antwerpen. Het kreeg al vlug de naam Willemdok. Samen met het Bonaparte-dok vormt het Willemdok het begin van een binnenhavengebied dat vandaag tot aan de Nederlandse grens reikt.
Rond die oudste dokken ontwikkelde er zich in de negentiende eeuw een bonte stadswijk van pakhuizen, dokwerkerswoningen, hotelletjes voor matrozen en schippers van de lange omvaart, en van cafeetjes en ‘huizen van plezier’. Langs alle kanten omgeven door water kreeg die wijk de bijnaam ‘t Eilandje.
Na de Tweede Wereldoorlog ging ‘t Eilandje er qua leefbaarheid op achteruit omdat de economische bedrijvigheid zich verplaatste naar de grotere dokken en sluizensystemen in ‘t Noorden. En naar het einde van de twintigste eeuw richtten makelaars, bouwpromotoren en stadsontwikkelaars er hun pijlen op. Sociale verdringing was het gevolg; pakhuizen werden lofts, huisjes werden massaal opgekocht en grote bouwprojecten zagen het licht, het dok werd een jachthaven, en als kroon op het werk bouwde de stad het iconische MAS (Museum Aan de Stroom). Op twintig jaar tijd ontwikkelde deze wijk zich tot een van de meeste hippe plekken van Vlaanderen. Een proces dat nog volop bezig is: heel de oude Antwerpse haven, voormalig industrieel gebied, is een enorm hedendaags stadsuitbreidingsgebied.
Zijn zwarte katjes maken de Italiaanse els de bel ragazzo onder de bomen
Het stadsbestuur droeg nog een steentje bij en fatsoeneerde vijf jaar geleden de oude industriële kaaien rond het Willemdok, en ze legde er mooie perken aan met jonge bomen, bloemen en kruiden. Het is er plezierig kuieren.
Als een stedelijke groendienst bomen plant, ben ik altijd benieuwd welke soorten ze uitkiezen. In Antwerpen is dat behoorlijk onvoorspelbaar. Uitheemse loofbomen krijgen in Antwerpen een duidelijke voorkeur. Dat is rond ‘t Eilandje niet anders. De Italiaanse els heeft er een prominente plaats gekregen. Het is een soort die in Sicilië en Zuid-Italië haar bakermat heeft. Aan onze inheemse zwarte els werd kennelijk niet gedacht.
Nu is de Italiaanse els wel een heel mooie boom, zoals alles wat uit Italië komt tot de esthetische verbeelding spreekt. De rechte boom heeft diepgroene, hartvormige en gladde, blinkende bladeren. En zijn prominente zwarte katjes maken van hem dé bel ragazzo onder de bomen. Het moet gezegd: in de hippe buurt van de jachthaven heeft de groendienst van de stad een waardige, esthetische keuze gemaakt.
Maar we kunnen ons de vraag stellen of de groendienst er ook bij stil heeft gestaan dat onze Italiaanse els behoorlijk seksueel actief is? Het epitheton ‘Italiaanse’ had op voorhand toch wel enige achterdocht mogen opwekken: dat deze nieuwkomer zich met razende snelheid zou voortplanten? Waarschijnlijk zag men over het hoofd dat Italiaanse elzen het heerlijk vinden om in rotsachtige drogere grond wortel te schieten. Heel anders dan onze inheemse gewone els, die liefst met zijn voeten in het water zit en dan ook in moerassen gedijt, of de zwarte els die volle zand- of zandleembodems verkiest.
De wortels van deze tweede generatie Italianen doen de oude stenen uit hun voegen barsten
En tja, rotsachtige drogere gronden vind je natuurlijk in de eeuwenoude verweerde kaaimuren van het Willemdok in overvloed. In no time ontstond er dan ook in de scheuren en spleten van kaaimuren door het aangewaaide zaad een bos van Italiaanse elsen; een frisgroen en fraai bordes.
Maar of de stadsdienst die deze infrastructuur moet onderhouden zo gelukkig is met de Italiaanse invasie valt zeer te betwijfelen. Want de wortels van deze tweede generatie Italianen zullen de oude stenen uit hun voegen doen barsten. Het wordt een hele klus om deze illegale inwijkelingen uit te wijzen, en een halt toe te roepen aan het verder aftakelen van de oude kaaimuren.
En wie dat zal betalen? De groendienst haalt vast zijn neus op. Het zijn niet hun priëlen…