Het was 3 uur ’s middags op donderdag 5 december, een normale dag voor onze buurt, maar gekleurd door verwachting na de gebeurtenissen in Aleppo, dat oppositiestrijders een paar dagen eerder snel en onverwachts hadden ingenomen. Iedereen was aan het werk en probeerde zichzelf ervan te overtuigen dat alles normaal was en dat het militaire conflict ver weg was.
Toen kwam het nieuws dat de stad Hama was gevallen. Hama ligt ongeveer vijfenveertig kilometer van Homs, waar ik pastor ben van onze kerk. Er was paniek in de harten van de mensen. Iedereen probeerde een paar tassen in te pakken en liet verbitterd in de steek wat ze hadden geprobeerd weer op te bouwen nadat ze waren teruggekeerd van hun eerste gedwongen ballingschap aan het begin van de Syrische revolutie in 2011, toen het oude centrum van Homs werd belegerd.
Hier gaf en geeft pater Frans nog steeds getuigenis van wat het betekent om christen te zijn ten dienste van anderen
Het huis van de jezuïeten in Homs heeft een bijzonder karakter en geschiedenis. Het was de schuilplaats van tientallen christenen en moslims, met wie pater Frans van der Lugt, die zijn leven wijdde aan co-existentie, een epos van standvastigheid deelde voordat hij in 2014 door een schutter aan de deur werd vermoord. Hier gaf en geeft hij nog steeds getuigenis van wat het betekent om christen te zijn ten dienste van anderen.
Mijn verhaal begint niet ineens in december. Toen ik in 2022 in Homs aankwam, verwoest door de brute oorlog, reageerde ik opstandig maar toch ook positief op de realiteit die ik aantrof. Door dicht bij het graf van Pater Frans te wonen en na te denken over het offer dat hij bracht, keek ik naar de toekomst, vooruit, “ila al-amam” zoals hij vaak zei. Ik bestudeerde met mijn medebroeders de mogelijkheid om twee scholen te herstellen die aan ons huis verbonden waren. De eerste zou een spiritueel centrum worden dat we “De Tuin van de Vrede” noemden, terwijl de tweede een cultureel centrum zou worden dat we “Het Jezuïeten Cultureel Forum” noemden. Op een dag zei iemand tegen me: “Wat is het nut van bouwen als mensen steeds meer emigreren? Voor wie zijn deze stenen?”
Ik was ervan overtuigd dat het martelaarschap van Frans wel profetisch moest zijn…
We willen vooral een gemeenschap bouwen, geen stenen. Ik heb vaak gezien hoe de lokale bevolking bezig was met de heropleving van hun buurt. Ik was ervan overtuigd dat het martelaarschap van Frans wel profetisch moest zijn…
Op de zondag een paar dagen later was er alom grote vreugde. De Syriërs konden hun uitgelatenheid niet in woorden uitdrukken, een bewijs dat er iets wonderbaarlijks was gebeurd dat alle begrip te boven ging, een droom die door iedereen werd gedeeld. Wie had kunnen denken dat de standbeelden van Hafez al-Assad en zijn zonen zouden omvallen, dat het juk van de slavernij zo gemakkelijk zou vallen? Meer dan dat, hoe is het bloedbad gestopt voordat het überhaupt begonnen was? Hoe zijn onze huizen niet verwoest, zoals we gewend zijn in revoluties? We weten het niet, maar ik geloof dat Gods voorzienigheid ons in barmhartigheid heeft beschermd.
De Syrische burger in het algemeen, en de christen in het bijzonder, was gemarginaliseerd in het politieke leven en het woord “politiek” is synoniem geworden met onderdrukking, vriendjespolitiek en alle morele corruptie die ermee gepaard gaat. Maar als christenen moeten we nu actief worden in het politieke leven in zijn ware betekenis, zoals paus Franciscus het beschrijft.
Een week na de bevrijding beleefde ik de herstart van de renovatie van de voormalige scholen, verheugde ik me over de terugkeer van arbeiders van verschillende sekten en vierden we elkaars veiligheid. Een delegatie van journalisten, vergezeld door een oudere man en twee gesluierde dochters, zei dat het gezin tijdens het eerste beleg in het Jezuïetenhuis had gewoond. Toen ik de man, Farhan, vroeg waar hij had geschuild en of hij bij pater Frans had gewoond, zei hij van wel en dat hij in een kelderkamer had gewoond. Ik wist meteen dat hij de kleine kapel bedoelde waar we de dagelijkse mis vieren en die we nu voor het kerstfeest hebben omgetoverd tot een kerststal. Terwijl Farhan zijn verhaal vertelde, legde ik voor mezelf een verband tussen zijn situatie en die van de Heilige Familie. De kerststal is er een van een familie die op zoek is naar onderdak, en pater Frans opende deze kleine kapel om als onderdak te dienen voor een kleine moslimfamilie.
Wat pater Frans in de toekomst voor zich zag aan licht na de duisternis lijkt nu op dit kerstfeest realiteit te worden
Realistisch gezien voelen de meesten van ons toch een ongerustheid en angst vanwege dat wat ieder heeft meegemaakt in de jaren van de burgeroorlog. Er is angst voor het onbekende, een angst die ons echter niet in de greep mag houden. Maar er is ook angst onder minderheden hoe de zegevierende, overwegend islamistische facties zich zullen gaan presenteren. Niet te rechtvaardigen is echter de angst om onze mening te uiten tegenover wie er ook maar aan de macht is. Daarom moedig ik mijn parochianen aan om vrij en open hun mening te uiten. Iedereen moet gaan wennen aan verschillen van inzicht, ook die van de minderheid tegenover de meerderheid.
Deze dagen zijn gezegend, omdat ze me hebben geholpen mijn pastorale verantwoordelijkheid na te leven en me hebben voorbereid op het vieren van het kerstfeest. Vóór hij werd vermoord bereidde pater Frans zich voor op het feest van de Verrijzenis; vandaag kan ik deze grote vreugde met hem delen nu ik me heb voorbereid op het kerstfeest. Wat hij in de toekomst voor zich zag aan licht na de duisternis lijkt nu op dit kerstfeest realiteit te worden.
We staan echter pas aan het begin van een lange tocht, die van ons een moedige houding vraagt, de houding van Jezus zelf. We moeten ophouden lauw en betekenisloos te zijn maar we moeten ook niet een houding aannemen die erop gericht is de wereld te winnen, terwijl we onszelf verliezen (Marcus 8:36).
Onze Kerk is een kerk van martelaren: we mogen niet voorbijgaan aan de offers van vele mannen en vrouwen, onder wie pater Frans. Op dit kerstfeest staan we aan het begin van een nieuwe reis en we kunnen alleen maar pater Frans nazeggen: “ila al-amam”, steeds maar vooruit.
Dit artikel is vertaald en ingekort door Jan Peters. Het origineel kunt u hier lezen.