Zijn onbehagen en boosheid de beste raadgevers straks in het stemhokje? De christelijke wijsheidstraditie reikt een verrassend beter perspectief aan.
De verkiezingen draaien dit keer om gevoel. Overal in het land borrelen onbehagen, boosheid, teleurstelling op. Aanleidingen te over: de instroom van vluchtelingen, het milieu, de groeiende kloof tussen arm en rijk, of politieke leiders die niet betrouwbaar zijn. Mensen pikken het niet meer, roepen de politici stoer.
Rond dat gevoel wordt vaak een parabel geconstrueerd. Een bekeringsparabel, die ons de ogen moet openen. De lijn van het verhaal verschilt. Bijvoorbeeld: vluchtelingen pikken onze banen in, of: de politici zijn wereldvreemd! En ook: de klimaatverandering zorgt straks voor natte voeten! Wat niet verschilt is de rol van de politicus. Die is steevast tegelijk onheilsprofeet en Messias. Hij onthult het tot dan toe verborgen kwaad én reikt het verrassend eenvoudige medicijn aan: stem op mij.
Als je boos of verontwaardigd bent, wantrouw dan jezelf
Gevoelens zijn een sterke kracht in een mens. Denk maar aan verbondenheid, vriendschap, vertrouwen, en ook bijvoorbeeld angst en haat. Maar die sterke kracht kan ons een rad voor ogen draaien. Dat geldt helemaal als de gevoelens verpakt zijn in een meeslepend verhaal. Sprookjes betoveren ons gemoed; de precieze (of alternatieve) feiten zijn dan niet meer zo belangrijk.
Precies over de betoverende kracht van gevoelens heeft de christelijke wijsheidstraditie iets zinvols te zeggen. Zo wijst Ignatius van Loyola erop dat je geen keuzes moet maken als je ziel onrustig is. Want dan zijn je gedachten niet betrouwbaar. Zijn voorstel is tweeledig. Ten eerste, je moet even de tijd nemen om je eigen onbehagen te onderzoeken. Wat heeft het te zeggen? En ben ik misschien niet in de ban van een beer-op-de-weg? Ten tweede, wacht tot je gedachten eenvoudig, helder en rustig worden. Onbehagen en verontwaardiging kun je pas vertrouwen als je merkt dat je er rustig en verstandig over kunt praten. Als er veel passie bij komt, veel boosheid, veel rook en mist – dan dus duidelijk niet.
Eigenlijk ligt dat voor de hand. Stel dat je boos bent op je baas, of op je dochter of zoon. Als je in een opgewonden, zogenaamd spontane bui ‘van je hart geen moordkuil maakt’ en je woede eruit gooit, dan is de uitkomst zelden goed. Pas als je eerst je boosheid onderzocht hebt, in rustig vaarwater beland bent en rustig kunt spreken, pas dan kun je je kritische gedachten vertrouwen en zinvol met de ander spreken. Soms zul je dan trouwens vriendelijk glimlachen om jezelf en inmiddels vinden dat je wel wat overdreef.
Het ignatiaanse stemadvies luidt dan ook: als je merkt dat je boos of verontwaardigd bent, wantrouw dan jezelf. Onderzoek en wacht af. Stem pas als je inzichten omgeven zijn met een zekere eenvoud, rust, vrede, helderheid.