Een stroom verontrustende berichten over de situatie van minderheden in het Midden-Oosten bereikt ons dagelijks. Vanuit Beiroet, Libanon plaatst Thom Sicking enkele belangrijke kanttekeningen bij de berichtgeving.
Wie de situatie van christenen in het Midden-Oosten via internet probeert te volgen wordt dagelijks overrompeld door verschrikkelijke berichten. Het lijkt er op dat zowel in Irak als in Syrië een oorlog begonnen is tegen de christenen daar. In Egypte is de situatie van de kopten ook niet rooskleurig, maar ze zijn er niet bedreigd in hun bestaan zoals in Irak of Syrië. In Libanon leven christenen normaal, maar de politiek van de hele regio laat er zijn sporen na. Politiek gezien zijn de Libanese christenen verdeeld en waarnemers denken dat dit wel eens het einde kon betekenen van de belangrijke plaats die zij nog hebben in dit land. Kortom, we leven in een periode waarin de aanwezigheid en de invloed van de christenen in het Midden-Oosten zwaar bedreigd lijkt.
Hierbij moeten verschillende kanttekeningen geplaatst worden. Op de eerste plaats, wat betreft Syrië en Irak: in de voortdurende terreur en gevechten die er plaats hebben gaat het hoofdzakelijk om een strijd tussen soennieten en sjiieten. Het is bovenal een gevecht om de macht in deze twee landen, en vanuit Iran, Saoedi Arabië en de golfstaten wordt zowel politiek als militair steun verleend aan de verschillende opposities. Het gaat daarbij niet zozeer om godsdienst als wel om politieke, economische en militaire macht.
Gelovige moslims zijn doodongelukkig met de vertekening van hun godsdienst
Dat betekent ook dat het niet gaat om een religieuze oorlog van moslims tegen christenen. Wat in de dramatische berichtgeving over ontvoeringen, moorden, folteringen en heiligschennis gepubliceerd wordt is vaak juist. Wat er gebeurt is heel erg. Het geweld treft daarbij niet alleen de christenen, maar vrijwel alle bewoners van deze landen. In Libanon leven vandaag meer dan een miljoen vluchtelingen uit Syrië, en dat zijn vooral moslims uit alle gebieden waar er gevochten wordt.
Wat Syrië betreft kan een al te eenzijdige focus op het lot van christenen een politieke achtergrond hebben. De Syrische president Assad ziet zichzelf graag als de verdediger van de minderheden in Syrië tegen de afschuwelijke terroristen. Hoe zwarter je die laatsten afschildert, en hoe dramatischer de toestand van de minderheden is, hoe beter zijn militair bewind gerechtvaardigd lijkt. En Assad heeft die rechtvaardiging nodig, want de manier waarop zijn leger bombardeert, omsingelt en hele wijken uithongert is niet te verdedigen.
ISIS en aanverwante terreurgroepen dienen zich aan onder de vlag van de islam. Ze doen daarmee veel kwaad, niet alleen aan de bevolkingsgroepen die ze bedreigen, maar ook aan de islam zelf. Hun wetten, hun manier van machtsuitoefening hebben niets te maken met de religieuze islam. Het is natuurlijk moeilijk om op een objectieve manier onderscheid te maken tussen de ‘echte islam’ en de ‘vervalsing’ ervan. Maar hier in Beiroet ontmoet ik in elk geval tal van gelovige moslims, zowel soennieten als sjiieten, die doodongelukkig zijn met de vertekening van hun godsdienst. Het gelijkstellen van terreur en islam is een drama voor de islam.
Kortom: hier in het Midden-Oosten leven gelovigen van alle gezindten in een buitengewoon moeilijke tijd. In de toestand van voortdurende gevechten, met vele slachtoffers en een stroom vluchtelingen tot gevolg, is het belangrijk te denken aan álle mensen die lijden, zowel moslims als christenen. Ze hebben allemaal recht op hulp en begrip.