Twee bisschoppen uit het Midden-Oosten bezochten onlangs Nederland, en houden ons een spiegel voor: extremisme is voor het Westen niet louter een buitenlandse aangelegenheid.
Pas één jaar is hij bisschop, Yousif Mirkis. Gewijd op een leeftijd dat wij hier in Nederland met pensioen gaan, na een leven als docent en publicist in de Iraakse hoofdstad Bagdad. Zijn woonplaats nu, Kirkuk, ligt in het noorden van Irak, in het gebied van de Koerden, maar slechts tien kilometer verwijderd van de frontlijn met de Islamitische Staat (IS). Tienduizend christenen telde zijn bisdom, maar door de vele totaal berooide vluchtelingen is hun aantal de afgelopen maanden bijna verdubbeld. Een loodzwaar beroep op de onderlinge solidariteit.
Vorige maand sprak hij in Nederland.
“Jullie denken, dat IS een probleem is van ons in het Midden Oosten. Maar het is evenzeer jullie probleem. De mensen die bij ons komen vechten, komen uit de hele wereld, zeker ook uit Europa. Het zijn mensen die zich niet geaccepteerd voelen in de maatschappij waarin ze wonen, die geen uitdagend toekomstperspectief meer zien voor hun eigen leven. Zo’n perspectief wordt hun geboden door IS.”
Hij spreekt over “het fort Europa”, met strenge immigratieregels en duizenden verdronken bootvluchtelingen, een fort waarin we ons veilig wanen. Ten onrechte, zegt hij. Hij waarschuwt voor het gevaar dat van binnenuit Europa bedreigt. Hij is een belezen man met een sterk gevoel voor geschiedenis. Graag trekt hij parallellen: de Franse revolutie, de communistische revolutie in Rusland, de opkomst van het nationaalsocialisme in Duitsland. Nieuwe totalitaire ideologieën, wars van alle bestaande zekerheden, die een nieuwe toekomst beloofden aan mensen zonder uitzicht.
Vergis je niet, zegt bisschop Mirkis, de voornaamste slachtoffers van IS zijn de moslims
Nu is het de ideologie van de Islamitische Staat, die alle bestaande machtsverhoudingen en internationale politieke vanzelfsprekendheden niet eens ter discussie stelt – ze accepteert geen discussie – maar botweg afwijst. De gruwelijke beelden die ze op het internet plaatsen willen angst aanjagen, natuurlijk, maar ook laten zien dat Westerse normen en waarden voor hen afgedaan hebben.
Maar vergis je niet, zegt bisschop Mirkis, de voornaamste slachtoffers van IS zijn de moslims: hun geloof, hun godsdienst wordt hun ontnomen en misbruikt voor het zaaien van geweld. Laat deze mensen niet in de kou staan; laat de moslims in Europa ervaren dat zij volwaardig en gelijkwaardig deel uitmaken van de samenleving.
Een indrukwekkend moment: tijdens een pauze bidt hij samen met aanwezige Irakezen het Onze vader in het Aramees, hun liturgische taal, de moedertaal van Jezus zelf. Eén van hen merkt daarna op: “We bidden wel ‘vergeef ons, zoals wij ook anderen vergeven’, maar eigenlijk vragen wij: ‘help ons anderen te vergeven, zoals U ons vergeeft’.” Vergeving en hoop. Bisschop Mirkis blijft ondanks alles leven vanuit de hoop: “een christen blijft geloven in de verrijzenis”.
Rond hetzelfde tijdstip was ook Nicolas Antiba in ons land, een leeftijdgenoot van Yousif Mirkis en ook sinds kort bisschop. Hij kent de Westerse wereld door en door: na lange jaren van pastoraal werk in de Verenigde Staten en Frankrijk en de leiding van zijn orde is hij terug in zijn geboorteland Syrië. Bisschop van een twintigtal dorpen in het steppengebied in het zuidoosten van het land. Een straatarm gebied onder gezag van het Syrische leger, maar toch geteisterd door sporadische aanvallen van rebellen die opduiken uit de steppe.
Ook Antiba spreekt over de problemen in het Westen, maar getuigt toch vooral van zijn hoop en vertrouwen. In dit uiterst moeilijke jaar, waarin ook de droogte tot een mislukte oogst heeft geleid, ziet hij ook een groeiende solidariteit tussen de christenen van de verschillende kerken en ook tussen moslims en christenen, een bron van hoop op toekomst.
Mij bekroop na deze ontmoetingen het gevoel, dat het toch in het Oosten is dat de ster van de hoop aan de hemel verschijnt.