De 29e Wereldconferentie over Klimaatverandering, ofwel “COP”, werd in november afgesloten in Bakoe, Azerbeidzjan waar de focus dit keer lag op de herschikking van klimaatfinanciering en op klimaatdoelstellingen. Fabian Moos sj blikt terug en is teleurgesteld over het resultaat.
Er werd een akkoord bereikt over het eerste onderwerp (300 miljard dollar per jaar in plaats van de vorige 100 miljard), maar dit is verre van voldoende vanuit het standpunt van de armere landen en relevante experts. Een ander nadeel is dat het grootste deel van de nieuwe fondsen alleen in de vorm van leningen beschikbaar wordt gesteld. Dat vergroot de toch al hoge schuldenlast in de betrokken landen.
Het tweede onderwerp, het vaststellen van nieuwe klimaatdoelen voor de ondertekenende landen, werd niet afgerond maar uitgesteld omdat er te veel weerstand was.
Al met al is het een van de zwakste COP’s van de afgelopen jaren
Naast deze magere resultaten, haalden tal van andere details de krantenkoppen. Bijvoorbeeld de achterkamertjesdeals met partijen in de fossiele brandstoffen door een regeringsfunctionaris, en boze walk-outs van hele groepen armere landen die zich buitengesloten voelden van de besprekingen.
Al met al is het een van de zwakste COP’s van de afgelopen jaren, met een slap einddocument waarin de zinsnede “overgang weg van fossiele brandstoffen” spoorloos is verdwenen. Vorig jaar stond het er slechts één keer in. Het is dus zeker geen mijlpaal zoals COP Parijs 2015, maar misschien toch een bouwsteen die gevolgd kan worden door verdere mijlpalen. Ondertussen begint de tijd te dringen.
Op de achtergrond spelen centrale vragen over rechtvaardigheid. De landen die het minst hebben bijgedragen aan de klimaatverandering en de minste middelen hebben om die te bestrijden, lijden het meest. Maar zelfs in het Noorden wordt het steeds duidelijker dat er geen substantiële veranderingen mogelijk zijn zolang de kloof tussen arm en rijk blijft groeien. Daarom is de vraag naar klimaatrechtvaardigheid en eerlijke procedures de sleutel tot echte veranderingen.
Dit werd benadrukt door verschillende partijen. Bijvoorbeeld door de jezuïetencampagne in Duitsland rond COP 29. Zij stelde als als kerneisen: het verlies- en schadefonds effectief maken, kwijtschelding van schulden voor arme landen en een rechtvaardige energietransitie. Het werd ook ondersteund door de belangrijkste publicaties van veranderingsonderzoek in de afgelopen jaren, zoals de studie Earth4All Deutschland, afkomstig van de Club van Rome en het Wuppertal Instituut.
Sinds 1974 is een van de korte formules van de jezuïetenzending “geloof en gerechtigheid”. Dit leeft ook voort in onze inzet voor verzoening en in de vier belangrijke speerpunten van de jezuïeten. Daarom zijn talrijke confraters, jezuïetenwerken en -initiatieven vandaag betrokken bij precies dit raakvlak tussen geloof en gerechtigheid: voorbeelden zijn de Environmental Justice Conference van het Lassalle Instituut met transdisciplinair onderzoek; het Ukama Centrum (Neurenberg) in de begeleiding van activisten; en het retraitehuis Le Châtelard met thematische retraites.
De Paus riep op om met vertrouwen, bereidheid om te leren en moed te werken aan rechtvaardige verandering van onderaf.
Al in 2023 riep paus Franciscus in Laudate Deum ter gelegenheid van COP 28 de kerk en spelers uit het maatschappelijk middenveld op om niet te wachten op de besluiten van de internationale gemeenschap met het oog op de ontmoedigende algemene klimaatsituatie. Hij riep op om met vertrouwen, bereidheid om te leren en moed te werken aan rechtvaardige verandering van onderaf. Wanneer positieve politieke initiatieven hun krachten transnationaal bundelen en heilzame druk uitoefenen op instellingen, spreekt hij van “multilateralisme van onderaf”. Een jaar na dato kunnen we deze uitnodiging alleen maar onderschrijven.
Dit verhaal werd eerder gepubliceerd in Newsletter der ECE-Provinz