
Guido Dierickx moet toegeven voor zichzelf. Kijken naar beelden over de oorlog in Oekraiene fascineert hem. Maar zijn geweten is het daar niet mee eens.
Je kan telkens nieuwe beelden ontdekken op het internet en je krijgt er niet vlug genoeg van. Tenminste, als je zoals ik blijft hopen getuige te zijn van een overwinning, desnoods een kleine maar liefst een grote, van het kleine Oekraïne op het grote Rusland. Want voor mij is het duidelijk wie hier aan de goede kant staat. En dus kan ik mij veroorloven partijdig te zijn: weg met het leger en met de trawanten van Poetin.
Niettemin rijzen bij mij daarbij toch enige gewetensbezwaren. Zelfs met de successen van de goeden kan ik niet volledig gelukkig zijn. Dat zit zo. Ik voel eerder weinig remming om mij te verheugen over een olieraffinaderij die in reuzegrote vlammen opgaat. En over een munitiedepot dat met een enorme knal de lucht ingaat. Al is het wel triest te bedenken dat later iemand voor de kosten van de vernieling zal moeten opdraaien. En die arme Russen hebben het al niet zo breed. Maar me verheugen wordt al iets moeilijker als ik een Russische tank zie exploderen. Het is goed te noteren dat Poetin zo alweer een tank minder heeft om zijn vijanden te beschieten. Maar hoe zou je kunnen vergeten dat in die tank mensen zitten en dat die ten gevolge van de constructiefouten van dergelijke tanks weinig kans hebben om het er levend vanaf te brengen. Dat is bijzonder pijnlijk omdat die mensen er doorgaans niet om gevraagd hebben om in die tank te kruipen.
Hoe zou je kunnen vergeten dat in die tank mensen zitten?
Ja, het is moeilijk niet in het spektakel op te gaan dat die filmpjes bieden. Naast beelden van wrakken van oorlogstuig, zie je er de lijken van mensen die een naam en een familie en vrienden hadden en die, althans voor wie vanop een afstand toekijkt, nu niets meer zijn dan een cijfer. Eén van de tienduizenden. Hoe moet een mens, een gelovige, daar tegenaan kijken? Ongetwijfeld hebben sommigen van die omgekomen soldaten gemeend hun leven te offeren voor een goede zaak. De meesten zullen al wel beseft hebben dat zij het slachtoffer zouden worden van de imperialistische waanzin van hun politieke leiders.
Wij kunnen er niet veel aan doen. Wij worden meegezogen in een oorlog die er niet had mogen zijn. Wij voelen ons verplicht steun te verlenen, militaire en financiële, aan de verdedigers van een rechtvaardige zaak. Maar één ding kunnen we wel doen. Wij kunnen en moeten afstand nemen van de commentaar die reporters en waarnemers van allerlei slag aan die beelden op het internet toevoegen. Het is ontzettend welke woordenschat gebruikt wordt om de feiten te duiden. In het Engels is er sprake van “to eliminate”, “to destroy”, “to crush”, “to obliterate” Soms wordt er heel nuchter vastgesteld dat een bombardement “a good job” heeft gedaan. Dat betekent meestal dat er op die plek van de vijand weinig of niets overblijft.
Het bekijken van oorlog vereist de ontmenselijking van de vijand
Dat is het gevaar van het kijken naar oorlogsbeelden. Als je ziet wat daar gebeurt, wordt het ondraaglijk de vijand te blijven zien als mensen. Meer nog, om in staat te zijn dat schouwspel te blijven bekijken, moet men leren ervan genieten. Het bekijken van oorlog vereist de ontmenselijking van de vijand. Dat proces van ontmenselijking begint met een partijdigheid die haast niet te vermijden is. Waar eindigt dat proces? In het ergste geval culmineert het in de instemming met een massale moordpartij. Kan er elders zich nog iets ergers afspelen dan in Oekraïne? Iets zoals wat zich nu aan het voltrekken is in Gaza?
Foto door Vony Razom via Unsplash