Door ons steeds dieper in de schulden te steken drijven wij de economische groeicijfers op. De hele maatschappij dreigt ontwricht te geraken door deze ongezonde groeimanie, stelt econoom Geert Noels. Hij pleit voor een ander, trager model.
Economische groei is uitgegroeid tot de belangrijkste doelstelling, maar ook de belangrijkste gezondheidsmeter van een land. De verleiding is dan groot om de groei extra te stimuleren of om de cijfers op te smukken. Beide technieken worden in onze westerse wereld al decennia toegepast. De schuldenturbo is een krachtige doping voor de groeimotor geweest. Volgens het IMF was de gemiddelde totale publieke en gezinsschuld van de Oeso-landen in 1980 maar zo’n 75 procent van het bruto nationaal product, vandaag is dat al 200 procent. Dat schuldenpercentage kan nog sterk oplopen door vele andere schulden en ook toekomstige verplichtingen waarvoor we nooit gespaard hebben – de pensioenen bijvoorbeeld. De schulden die het Westen heeft opgebouwd zijn voor het overgrote deel helaas het gevolg van overconsumptie en niet van productieve investeringen. Daarom is de erfenis van die economische groei zo funest voor de volgende generatie.
Overheden voeren ook een creatieve boekhouding. De reële groei werd in het verleden stelselmatig wat opgefleurd door bijvoorbeeld de inflatie te onderschatten of ruimte te laten voor kwalitatieve bijtellingen in het BNP. In mensentaal: we maken onszelf iets wijs als we de economische groei uit het verleden als duurzaam beschouwen, en nog meer als een gids voor de toekomst.
De schuldencrisis van vandaag is een van de resultanten van dat scheefgegroeid economisch model. Daarom is meer van dezelfde groei als in het recente verleden geen oplossing, maar integendeel een versterking van de kwaal. We hebben een andere groei nodig, of liever een ander economisch model.
Dat betekent geenszins dat we groei moeten afzweren en moeten streven naar een ‘wereld zonder groei’, zoals sommigen stellen. Neen, de mens wil vooruitgaan, en al die verbeteringen die we elk jaar maken, de grote technologische doorbraken alsook de kleine dagelijkse aanpassingen, leiden tot die gezonde groei. Maar de opgefokte schuldgedreven groei is niet gezond, en botst tegen de limieten van de mens zelf. Terwijl vooruitgang de mens motiveert, is de huidige economische groei niet meer op mensenmaat en daardoor creëert die een economie waar de mens van vervreemdt.
Zo is er in de Verenigde Staten in de afgelopen tien jaar geen enkele baan gecreëerd, ondanks de economische groei, een gestadige groei van de bevolking en een continu stimuleringsbeleid en een enorme hoeveelheid nieuwe schulden. In Europa zijn de sociale lasten stelselmatig verhoogd in de afgelopen decennia, waardoor alleen zeer productieve werknemers hun loonkosten kunnen opbrengen. Het gevolg is dat de overheid een belangrijke banenschepper wordt, wat via de belastingen en bijdragen de loonlasten opnieuw verhoogt. Dat is een infernale cirkel. Niet alleen de bedrijven of de overheden, ook de vakbonden hebben dat model gestimuleerd door steeds meer te eisen. De economie van ‘meer’ is niet rechts of links. Langdurige groei zonder tewerkstelling zou ons allen moeten wakker schudden: er is iets mis met ons model.
Er zijn echter ook andere, niet-economische tekenen van ontsporing. In alle westerse landen is er een explosie van obesitas en diabetes, gevolgen van overconsumptie. Quasi-epidemies van depressie, stress en hoge zelfdodingscijfers duiden er ook op dat meer en meer mensen het systeem niet kunnen bijhouden.
Om onze toekomstige verplichtingen en huidige schulden na te komen, wil men nog meer groei gaan realiseren. Deels is dat mogelijk, omdat te weinig mensen meedoen aan het economische proces. Maar dat zal er niet op verbeteren als we de lat nog hoger leggen, en mensen van kindsbeen af willen tunen als machines, hen een constante druk opleggen om elk uur en elk levensjaar productief te zijn en maximaal te consumeren. Hoe paradoxaal ook, als we meer willen groeien, zal het trager moeten gaan voor heel veel mensen.
Niet alleen de mens, de hele maatschappij dreigt ontwricht te geraken door onze ongezonde groeimanie. Elke menselijke handeling wordt geïndustrialiseerd: de winkeltjes op mensenmaat van vroeger zijn verdwenen en vervangen door baanwinkels, hypermarkten en shoppingcentra. Ze zijn ontdaan van de menselijke dimensie, ze zijn groter, sneller en uiteraard efficiënter. Onze schulden zijn gestegen, maar ons sociaal kapitaal is in de afgelopen decennia evenredig gedaald.
Duurzame groei is er een op mensenmaat en op een ritme dat onze planeet aankan, want ook onze aarde lijdt onder onze groeifetisj. We snakken allemaal naar trager, een ritme dat adem geeft, dat niet tot schulden leidt, dat ons niet vervreemdt van onze familie, onze gemeenschap en de natuur. Een ritme dat we dan ook langer kunnen volhouden, want we zullen nog langer gaan leven. Het is mogelijk te leven met minder volume en toch meer kwaliteit. De onevenwichtigheden van onze economie, ons financiële systeem en ons ecosysteem zijn met elkaar verbonden en wijzen allemaal in één richting: het huidige systeem is niet duurzaam.
Een toekomst met minder groei zal gevolgen hebben die we snel moeten inschatten. Maar laat ons ook de positieve gevolgen becijferen, zoals meer levenskwaliteit en meer arbeidsparticipatie. Het is dus geen pessimistisch, maar een optimistisch verhaal. Laat ons dromen van zo’n duurzaam economisch model, het mag in 2012 al beginnen.
Dit artikel verscheen eerder, in wat uitgebreidere vorm, in De Standaard.
Illustratie boven dit artikel: @Doug88888/Flickr.com
Geert Noels is een Vlaamse econoom en medeoprichter van Econopolis. Hij is auteur van het boek Econoshock over de huidige financiële crisis.