Bij het uitbreken van de bloedige opstand in zijn land, ontpopte de jonge Syrische jezuïet Nibras Chehayed zich als een geëngageerd dichter. Een gedicht van zijn hand over één van de naamloze slachtoffers van het geweld.
Eén van de talloze martelaren in Syrië is gestorven zonder godsdienst.
Hij riep samen met de demonstranten:
“We gaan met miljoenen naar het paradijs als martelaren!”
Hij riep omdat hij samen met hen optrok.
Hij riep omdat hij van hen hield.
Toch was hij geen gelovige.
Een kogel… heeft hem tot martelaar gemaakt.
Maar welke God had hem kunnen beschermen, hem belonen, of hem wreken?
Hij is gevallen zonder hemel die haar bescherming over hem kon uitstrekken.
Hij is gevallen in alle naaktheid van het bestaan.
Hij droomde niet van een paradijs, hij was niet bang voor een hel.
Hij wilde geen held zijn.
Hij is gevallen zonder “waarom?”
Zo is hij een bron van hoop geworden voor alle gelovigen.
Hij is gestorven,
hij roept in herinnering
dat het vaderland niet gebonden is aan een godsdienst,
dat vrijheid niet gebonden is aan een godsdienst,
dat God niet gebonden is aan een godsdienst.
(Vertaling: Jan Peters SJ)