De verslaggeving over de gebeurtenissen in Oekraïne staat bol van de misverstanden, schrijft David Nazar, jezuïet in dat land. Wat lijkt op een politiek conflict, is bovenal een geestelijke strijd.
Het huidige drama in Oekraïne kent drie verschillende fases, elk met een eigen dynamiek. De eerste en meest belangrijke fase is die van de demonstratie-die-revolutie-werd op het Maidan-plein in Kiev. Deze langdurige confrontatie tussen een eerlijk volksverlangen en een misleidend, corrupt regime was onmogelijk geweest zonder de grote inzet van de jongeren en van de Kerk. Vanaf het begin werd ze gezien als een spirituele, zelfs apocalyptische, strijd tussen goed en kwaad.
Religieuze gevoeligheid ligt in het hart van de Oekraïense cultuur. Kerkelijke feesten zijn vaak nationale feestdagen. Op deze dagen staan honderden mensen tot buiten de deuren van de kerken. Alle religies en christelijke kerken, met uitzondering van het patriarchaat van Moskou dat nauwe banden had met de toenmalige president Yanukovich, waren aanwezig op het Maidan-plein. Op de dag van de eerste massabijeenkomst werd kardinaal Husar, de meest gerespecteerde religieuze leider in het land, gevraagd de menigte toe te spreken. Vertegenwoordigers van andere kerken en godsdiensten volgden.
Deze waarden zijn het waard om voor te strijden, met volharding, vreedzaam, gevoed door gebed
Midden op het plein werd een kapel ingericht voor kerkdiensten en voor mensen die wilden komen biechten. Elk uur gingen priesters voor in gebed vanaf het hoofdpodium op het plein. Wij, jezuïeten, hielpen daarbij en waren verrast door de verhalen over bekeringen. Buitenkerkelijke mensen vertelden dat zij Gods aanwezigheid op het plein voelden; dat God achter hun terechte verlangens stond. Collectief werd besloten geen alcohol toe te staan op het plein. Geweldloosheid was een evenzeer terugkerend thema als de vastbeslotenheid een eind te maken aan het corrupte regime. Er heerste een geest van vreugde, van vertrouwen in de weg die te gaan was, te midden van het besef dat meer geweld van de kant van de regering bijna zeker zou komen.
De tweede fase volgt op de eerste, is minder dramatisch maar veel complexer. Het betreft de schepping van een regeringsstijl die gebaseerd is op nieuwe waarden. Dit betekent de definitieve opruiming van alle sporen van het Sovjetachtige bestuur en het vormgeven aan karakteristieken die voor het Westen zo vanzelfsprekend zijn: transparantie, verantwoording, eerlijke verkiezingen en fundamentele rechtvaardigheid.
Europa en Noord-Amerika hebben zich waarden en wetten eigen gemaakt, die historisch uit het Evangelie stammen en die ‘heilzaam’ zijn voor henzelf en ook voor landen als Oekraïne. Het Westen beseft te weinig de diepere morele fundamenten van zijn eigen tradities en procedures. Misschien kan het huidige Oekraïne voor dit besef een bron van inspiratie zijn. Deze waarden zijn het waard om voor te strijden, met volharding, vreedzaam, zonder iemand uit te sluiten en gevoed door gebed.
De derde fase is de onwettige interventie van president Poetin in de Krim; dit is niet zozeer een daad van agressie als wel een teken van vrees. Het is ook niet gelieerd aan wat is gebeurd op het Maidan-plein, tenzij als een opportunistisch gebruikmaken hiervan.
Overigens zegt het feit dat iemand Russisch spreekt of afkomstig is uit een Russischtalig gebied niets over zijn of haar politieke gezindheid. Etnisch gezien is de bevolking van de hoofdstad Kiev voor 80% Oekraïens, maar als gevolg van de vroegere, 70 jaar durende taalpolitiek van de Sovjet-Unie, spreekt 70% van de bevolking Russisch als moedertaal. Meer dan 80% van de bevolking van Kiev heeft ook altijd tegen de partij van Yanukovich gestemd. In de laatste volksraadpleging gaf maar 27% van het hele land aan sterkere banden met Rusland na te streven en met die sterkere banden werden vriendschappelijke relaties, bedoeld, geen economische unie. En zelfs dit percentage loopt elk jaar terug. Terwijl president Poetin een sterk economisch blok wil. Hieraan heeft hij bijna tien jaar van zijn leven gewijd. Hij wil zijn Euraziatische Unie versterken en daarvoor is Oekraïne essentieel.
Op instigatie van de Kerk bleef een groot gedeelte van de bevolking bidden en vasten gedurende de veertigdagentijd, tot alles opgelost zou zijn. Dit is een land dat weet wat lijden en verdriet is en dat daarom blijft hopen op Gods trouw.
Dit artikel verscheen in uitgebreidere vorm oorspronkelijk op Thinking Faith. Vertaling en bewerking: Jan Peters SJ.
David Nazar SJ is rector van het Oosters Instituut in Rome. Afkomstig uit Canada, is hij twaalf jaar overste geweest van de jezuïeten in Oekraïne.