De economische malaise in Griekenland lijkt wat uit onze belangstelling verdwenen, maar is verre van opgelost. Een Griekse jezuïet maakt de somber stemmende balans op.
In juni van het jaar 2010 stond Griekenland op de rand van het faillissement. Nu, ruim vijf jaar later, is de situatie slechter dan ooit tevoren. Het land staat aan de rand van de afgrond. De economie maakt zware tijden door en de regering en de politieke partijen lijken ook geen uitweg meer te zien. De resultaten van de strenge bezuinigingen van de afgelopen jaren zijn duidelijk zichtbaar: het bruto nationaal product is met 26% gedaald, 27% van de beroepsbevolking is werkeloos, onder de jongeren is dit al 50%. Kwaadheid, ongerustheid en zelfs wanhoop grijpen om zich heen.
Toen in 1978 Griekenland lid werd van de Europese Unie, kreeg het de mogelijkheid het gehele openbare leven te moderniseren: het recht, de democratie, het openbaar bestuur, de economie en handel, de opvoeding en vorming, de culturele betrekkingen…
Een anti-Europees sentiment is voelbaar door de hele Griekse geschiedenis heen
Deze kans om welvaart en stabiliteit te waarborgen heeft Griekenland niet aangegrepen. Waarom niet? Allereerst moeten we beseffen dat er een groot cultureel verschil is tussen Griekenland en West-Europa: Griekenland is maar voor een gedeelte ‘Europees’. Het land heeft niet dezelfde geschiedenis. Het heeft niet gedeeld in de historische ervaringen die de westerse geest hebben gevormd. De wortels van Griekenland liggen niet in de Middeleeuwen, maar in de periode van het Byzantijnse Rijk. Het hele tijdsbestek dat West-Europa de Renaissance beleefde, het tijdperk van de Verlichting, de Franse Revolutie, dat hele tijdsbestek leefde Griekenland onder de Turks-Ottomaanse bezetting. Een anti-Europees, antiwesters sentiment is voelbaar door de hele geschiedenis heen, gedragen door de Grieks-orthodoxe Kerk, en op een andere manier ook door het communisme.
Op het ogenblik zijn er onder de bevolking drie stromingen te onderscheiden:
Dialoog en samenwerking zijn nagenoeg onmogelijk; Griekenland heeft niet de politieke cultuur die compromissen zoekt, zoals het geval is in West-Europa.
We hebben nu politieke leiders nodig die zich echt willen inzetten voor het algemeen belang
Vanaf 1980 hebben de opeenvolgende regeringen nooit de weg van de hervormingen gevolgd om zich aan te passen aan het Europese gedachtegoed. Ze hebben gepoogd de levensstandaard te verhogen, maar zonder zich teveel te bekommeren om de daarvoor gebruikte middelen. Toen het land aanzienlijke subsidies ontving om de infrastructuur te moderniseren, is een groot gedeelte daarvan besteed aan het verhogen van de koopkracht. De Griekse maatschappij als geheel en de opeenvolgende regeringen hebben dit gemakkelijk verkregen geldt niet goed beheerd en mede daardoor kwam het land terecht in een grote schuldencrisis.
Momenteel leeft de maatschappij in een ongekende vrijheid. Pas na de val van het kolonelsregime in 1974 heeft Griekenland echte democratie leren kennen, met echte individuele en maatschappelijke vrijheid. Maar deze vrijheid is afgegleden naar een soort anarchie, met minachting voor de wetten en voor de regels van het maatschappelijk leven.
We hebben nu politieke leiders nodig, die zich echt willen inzetten voor het algemeen belang en niet voor de eigen carrière of de eigen politieke partij.
Dit artikel verscheen eerder in Jésuites, nouvelles de la province de France, herfst 2015. Vertaling & bewerking: Jan Peters SJ.
Theodore Kodidis SJ is een Griekse jezuïet en hoofdredacteur van het tijdschrift Anoichtoi Orizontes.