Ruim een jaar nadat de protesten in Nicaragua begonnen is de situatie in het land nog altijd bedreigend. Jezuïet José Alberto (Chepe) Idiaquez is voorzitter van de Universiteit van Midden-Amerika. Hij praat ons bij over de penibele situatie in het land.
De directe aanleiding van de protesten die begonnen in april 2018 was het plan van de Nicaraguaanse regering om het gebruik van de sociale media te reguleren. Een grote brand in een natuurreservaat op de grens met Costa Rica werd door de overheid niet echt bestreden, wat vooral de milieuactivisten mobiliseerde. Kort hierna gaf de president groen licht voor een hervorming van de sociale zekerheid – failliet door het wanbeheer van de overheid – die onder andere leidde tot een verlaging van de pensioenen. Studenten van verschillende universiteiten in het land gingen de straat op; jonge mensen die hun grootouders verdedigden, de ouderen die hun pensioen verlaagd zagen. En de bevolking begon zich bij hen aan te sluiten.
Onze universiteit was een toevluchtsoord voor de bevolking
De reactie van de regering op de protesten, die sindsdien in de belangrijkste steden van het land en in veel van de meer landelijke gemeenten nog steeds toenemen, was een onevenredige repressie met alle middelen, hoe crimineel ook, om de beginnende opstand te onderdrukken.
De Nicaraguaanse universiteiten hadden te lijden onder de directe gevolgen hiervan. Hun campussen werden aangevallen door politie en paramilitaire strijdkrachten. Hun bedoeling was de studenten te verwijderen die zich daar hadden gebarricadeerd en de universiteit als bolwerk verdedigden.
Onze universiteit was een toevluchtsoord voor de bevolking die werd aangevallen tijdens de zogenaamde “Moederdagmars”, waarbij meer dan twintig mensen werden gedood. Ze werd niet bezet door de studenten, wel vonden er gevechten plaats bij de toegang tot de campus. Verschillende delen van de campus werden getroffen door afgeschoten projectielen.
Als gevolg van het harde optreden tegen met name universiteitsstudenten, konden we niet anders dan onze campus om veiligheidsredenen sluiten. De academische activiteiten werden onderbroken, maar aan het eind van het studiejaar via het internet hervat.
Op de staatsuniversiteiten zijn veel studenten verwijderd of zijn hun dossiers gewist, omdat ze aan de protesten hebben deelgenomen. Onze studenten weten dat er op onze campus vrijheid van mening en vrijheid van meningsuiting bestaat. Terwijl de studenten van staatsuniversiteiten zwijgen uit angst voor represailles, voelen onze studenten zich veilig. Toch wordt onze universiteit elke dag omringd wordt door ongeveer 100 tot 150 politieagenten en paramilitairen, die onze studenten en werknemers lastigvallen en intimideren.
Zonder die vergunning zouden we te maken krijgen met een technische sluiting van de universiteit
We worden niet alleen militair geïntimideerd, maar ook financieel door bezuinigingen op studiebeurzen. Daar komt nog de juridisch intimidatie bij, omdat het ministerie van Binnenlandse Zaken onze vergunning wil intrekken om als universiteit te functioneren. Zonder deze vergunning zullen we niet via de banken onze medewerkers kunnen betalen en zal de universiteit niet in staat zijn financiële handelingen te verrichten. Zonder die vergunning zouden we te maken krijgen met een technische sluiting van de universiteit. We werken samen met onze advocaten om dat ‘juridische’ document toch te behouden.
In de rol die onze studenten in de aprilrevolutie op zich namen, zien we de vruchten van ons onderwijswerk. Het geeft ons veel voldoening te horen hoe onze studenten protesteren, onrecht aan de kaak stellen en oplossingen voorstellen.
Universitair onderwijs mag niet worden gereduceerd tot de overdracht van technische vaardigheden. Het vereist de identificatie van onze studenten met waarden: kritische geest, bereidheid tot dialoog, nieuwsgierigheid om te onderzoeken, discipline, afwijzing van sektarische houdingen, samenwerking met anderen, tolerantie, respect voor verschillen, aanvaarding van verschillende geloofsovertuigingen en politieke sympathieën, gevoel van betrokkenheid… Deze waarden lijken wel achterhaald in de huidige cultuur, waarin alles vluchtig is geworden.
Onze universiteit wil ook aanwezig zijn op het gemarginaliseerde platteland en in verarmde stedelijke gebieden. Ze wil coöperaties ondersteunen, vissers opleiden, migranten en hun gezinnen begeleiden, samen strijden met zoveel vrouwen die zich inzetten voor hun gezin, psychologische zorg verlenen aan wie het niet kan betalen, meewerken aan de legalisatie van het eigendom van de armsten, bijdragen aan de bescherming van het milieu… Wanneer onze studenten met dit alles worden geconfronteerd, dan is hun onderzoek niet meer louter statistisch van aard maar gevoed door en gericht op al deze concrete maatschappelijke problemen.
Het wereldwijde netwerk van jezuïetenuniversiteiten geeft ons vertrouwen. We weten dat we niet alleen staan. We hebben partners in onze zending; instellingen uit verschillende landen en continenten die ons begeleiden en ondersteunen in onze strijd voor “de dienst aan het geloof en de bevordering van de gerechtigheid”.
Er staat ons nog veel te doen. Vanuit academisch oogpunt zoeken we de kracht van de waarheid om onze bijdrage te blijven leveren aan de veranderingen die Nicaragua zo hard nodig heeft. Omdat de universitaire wereld een ruimte is waar de diversiteit aan geloofs- en levensovertuigingen mag bestaan, willen wij die diversiteit verwelkomen en respecteren. Dat zal ons onderwijs, ons onderzoek en onze sociale taakstelling verrijken en versterken.
Het menselijk lijden maakt deel uit van onze en hun academische uitdaging
Een universiteit heeft zin zolang ze haar ramen openzet naar het menselijk lijden. We moeten onze studenten ervan bewust maken dat menselijk lijden deel uitmaakt van onze en hun academische uitdaging. Als we deze ethische verplichting om de pijn van anderen als onze eigen pijn te voelen niet nakomen, zijn we niet volledig academisch bezig.
De situatie van dood en onzekerheid waarmee we worden geconfronteerd, vereist dat ons onderwijs en onderzoek als uiteindelijk doel heeft bij te dragen aan deze strijd ter verlichting van het menselijk lijden en het zoeken naar waarheid te garanderen.
Dit interview verscheen in het Mededelingenblad van de International Association of Jesuit Universities. Vertaling en bewerking door Jan Peter SJ.
Foto: Alisdare Hickson, via flickr.com