Een regering vormen in het versplinterde België is geen sinecure. Hoe komen de partijen uit de patstelling?
Het lijkt erop dat wij in België alweer veel tijd zullen nodig hebben om een (federale) regering te vormen. Bij buitenlandse waarnemers kan dit enig meewarigheid wekken. Maar een beetje bewondering mag ook. Het komt erop aan een puzzel te leggen met vele stukjes. Dat is moeilijk. Niet omdat we opgezadeld zitten met bokkige partijleiders, maar omdat we te maken hebben met complexe politieke instellingen. Hoewel dit laatste niet zo’n heel goed excuus is want die hebben we ooit zelf gewild.
In de federale regering moeten even veel Vlaamse als Franstalige ministers zitting hebben. We hebben dus normaal een coalitie nodig met partijen uit beide landsgedeelten, het Vlaams en het Franstalige, en ten gevolge van de versplintering van ons partijstelsel telkens ten minste twee partijen. Dat moet niet echt, bijvoorbeeld als één partij in een landsgedeelte voldoende dominant zou zijn. Maar het is wel wijs zo een formule te kiezen want welke partij wil als enige het odium van de machtsdeelname op zich laden? Op dit ogenblik zouden de Franstalige liberalen daartoe bereid zijn om nu eindelijk, in de hoop op ‘economische groei’, hun socialistische tegenstanders uit de regering te houden. Maar eerst zien en dan geloven.
Informateur Bart De Wever werd veel tijd gegund om te mislukken
Aan Vlaamse zijde lijkt het evident dat de gematigde Vlaamse nationalisten, de N-VA, hun plaats opeisen in de federale regering en niet enkel in de Vlaamse gemeenschapsregering. Ze hebben immers de verkiezingen van 15 mei met klank gewonnen, met meer dan 30 procent van de stemmen in Vlaanderen. Dat is een principiële reden om voor hen een grote plaats in te ruimen in de federale regering en om zelfs aan hun leider, Bart De Wever, het ambt van premier toe te vertrouwen.
Er is echter ook een meer tactische reden. De N-VA is een vreemde eend in een politieke bijt die traditioneel bezet wordt door christendemocraten, socialisten en liberalen. Hoe kunnen die zich van die vreemde eend ontdoen? Vanzelf zal de N-VA niet verdwijnen, althans niet op korte termijn, want ook in 2010 behaalden die Vlaams-nationalistische partij een groot electoraal succes. Zij haalden vele stemmen weg bij het meer radicaal nationalistische en rechtse Vlaams Belang, nogal wat stemmen bij de sociaaleconomisch rechtse Vlaamse liberalen en een aantal stemmen bij katholieken die vroeger voor de christendemocraten stemden maar die nu het programma van de N-VA levensbeschouwelijk aanvaardbaar vinden. Wat doet een politiek tacticus dan? Hij probeert die politieke ‘nieuwlichters’ bloot te stellen aan de slijtage van de politieke macht.
En dus werd De Wever als eerste de arena van de coalitievorming ingejaagd als ‘informateur’. Hij heeft zijn best gedaan. Hij heeft de rechtse accenten van zijn partijprogramma gemilderd, genoeg om de Vlaamse christendemocraten en niet te veel om de liberalen, de Vlaamse en de Franstalige, mee te krijgen. Tegelijk dempte hij zijn voorstellen tot verdere staatshervorming, dat is: tot verdere uitholling van de federale bevoegdheden ten voordele van de gewestelijke. Toegevingen die niet iedereen in zijn partij vrolijk zullen gestemd hebben.
De mislukking van zijn informatieopdracht werd algemeen verwacht. De tactiek bestond erin hem veel tijd te gunnen om te mislukken. Het was immers erg onwaarschijnlijk dat de Franstalige socialisten, nog steeds een grootmacht in hun landsgedeelte, zouden instemmen met zijn ‘rechtse’ voorstellen (de beperking van de werkloosheidsuitkeringen, de versoepeling van de koppeling van de inkomens aan de prijsstijgingen…).
Het spookbeeld van een (al te) lange regeringscrisis duikt weer op
Van de Franstalige christendemocraten was evenmin veel steun te verwachten, vanwege zijn ‘rechtse’ voorstellen, maar eveneens omdat de N-VA te veel separatistische geluiden had laten horen en voor overtuigde federalisten (en Belgicisten) onbetrouwbaar blijft. Hun vrees is te begrijpen. Wallonië is armer dan Vlaanderen en enkel een sterke federale regering kan voor een zekere herverdeling zorgen. Kortom, het probleem van de N-VA is dat zij op twee fronten, het sociaaleconomische en het institutionele, taaie vijanden heeft gemaakt.
Wat nu? Een federale regering met aan Waalse zijde enkel de liberalen? Die zouden dan de helft van de ministers voor zich mogen opeisen. Een verleidelijk vooruitzicht. Of toch maar een regering zonder N-VA? Dat zouden vele Vlaamse kiezers niet leuk vinden. Niettemin… Laat me een gok wagen. Het spookbeeld van een (al te) lange regeringscrisis duikt weer op. Als die lang blijft duren zullen velen vrede nemen met een federale regering zonder de N-VA maar met de drie traditionele partijen. Die blijven dan echter zitten met een probleem: de N-VA zal niet verdwijnen door de slijtage van de macht. Voor de burgers brengt dit lange proces van coalitievorming echter ook goed nieuws. Het gaat hier om meer dan een moddergevecht: ideologische affiniteiten tussen partijen blijven een grote rol spelen.