De oorlog in Oekraïne ondermijnt de mythe van het Poetin-model. Wat voor effect heeft dat op de Russische samenleving?
Twintig jaar na de verkiezing van Vladimir Poetin tot president van Rusland staat het land op een tweesprong als gevolg van de invasie in Oekraïne. Vóór het conflict was de situatie in wezen positief. Ondanks sterke staatsmonopolies heeft Rusland in principe een kapitalistisch economisch systeem en kan het veel efficiënter opereren dan zijn voorganger, de Sovjet-Unie (USSR). De regering is technocratisch en innovatief (in termen van technische innovaties en de digitalisering van de administratie), maar is er niet in geslaagd om de economie van het land minder afhankelijk te maken van de winning van natuurlijke hulpbronnen. Er is een zeer groot risico dat de natie zich opmaakt voor jaren van economische stagnatie.
Er zijn natuurlijk verschillende opinies over Rusland. Sommige beschrijven het als een doorsnee ontwikkelingsland met alle problemen en eigenaardigheden van dien. Andere zien het als een antithese van het Westerse liberalisme (wat veel conservatieven in Rusland als een compliment beschouwen). Volgens deze opvatting vormt het “Poetinisme” een duidelijke uitdaging voor het liberalisme en de “liberale democratie” en leidde tot militaire modernisering, agressie in de postsovjetsfeer en de opbouw van een wereldwijd propagandanetwerk. Poetinisme wordt beschreven als een conservatieve en populistische vorm van autocratie. Het is niet alleen conservatief omdat het het de nadruk legt op zogenaamde “traditionele waarden”, zoals het gezin (bestaande uit man, vrouw en kinderen) en religie. Het wil ook de status quo handhaven en geen verandering, zelfs niet in de economie. Deze heeft geen verandering of hervorming nodig omdat ze leeft van de verkoop van ontgonnen grondstoffen.
Rusland heeft, met uitzondering van een paar bijzondere perioden – 1917 of de jaren negentig – altijd een regering gehad die het eigen gezag een sleutelrol toebedeelt. Poetin en zijn omgeving zetten in dit opzicht slechts een oude traditie voort. Tijdens zijn eerste twee ambtstermijnen kon Poetin een einde maken aan de heerschappij van criminele groeperingen die zich verscholen achter slogans van “vrijheid” en “democratie”. Hij bracht “stabiliteit”. In die fase beweerde hij – terecht – dat de Russische samenleving zwak en gefragmenteerd was en verzoening nodig had. In werkelijkheid werd de nieuwe stabiliteit niet bereikt door verzoening, maar door demobilisatie en pacificatie. De samenleving gaf haar rechten deels vrijwillig over aan de staat en deels werden die haar afgenomen. In de eerste tien jaar van Poetin concentreerde de staat zich op interne consolidatie en mengde zich niet in maatschappelijke aangelegenheden.
De economie groeide en veel Russen konden zichzelf voor het eerst in hun leven als “middenklasse” beschouwen en genoten van materiële welvaart. Dit duurde echter niet lang. De wereldwijde economische crisis van 2008, de Oekraïense crisis en de recente gevolgen van de pandemie troffen het land hard en zo verdampte de belofte van langdurige welvaart.
De bevolking neemt de bombastische propaganda – “We moeten ons verdedigen tegen de vijanden die het land omringen!”- niet langer serieus. De regering verliest niet alleen het contact met de eigen samenleving, maar ook haar ideologische invloed erop. Bewijs hiervan zijn de voortdurende vredesdemonstraties in Rusland. Volgens Tatiana Stanovaya, onderzoeker bij het Carnegie Moscow Center, kan de houding van de samenleving ten opzichte van de staat vanaf 2018 worden beschreven door een stelregel: “We zijn je niets verschuldigd.”
“We zijn je niets verschuldigd.”
Volgens de publieke opinie is de huidige crisis in de relaties met het Westen datgene wat een einde zou kunnen maken aan het “Poetin-systeem.” Na de gebeurtenissen van 2014 beschouwden de meeste Russen de botsing met het Westen en de economische crisis als “een nieuw normaal”. Helaas gebeurde er iets soortgelijks met de perceptie van oorlog. Sinds het conflict in Georgië in 2008 is oorlog – in Oekraïne en Syrië – een constant element in het dagelijks leven geworden. Met de huidige Oekraïense crisis is het gevaar van oorlog op wereldschaal reëel. De oorlog heeft de koers van de roebel en de Russische markten doen instorten, en dit zal niet leiden tot een toenadering tussen de samenleving en de regering. De Russische samenleving is modern en is in de “post-heroïsche fase” beland, waarin niet iedereen bereid is om “te sterven voor het vaderland en voor Poetin”. Integendeel, niet alleen de oorlog zelf, maar ook de economische gevolgen van de oorlog – vooral als die van lange duur zijn – kunnen leiden tot ontevredenheid, die hoogstwaarschijnlijk zal omslaan in een protest met sterke politieke connotaties. Zo’n protest zal er niet alleen in de grote steden zijn, of beperkt tot politiek actieve burgers, maar zal massa’s van de bevolking, gepensioneerden en provinciale arbeiders betrekken, dat wil zeggen degenen die tot nu toe sterke voorstanders van het regeringsbeleid waren. Hoewel het bijna ondenkbaar is dat de protesten zullen leiden tot politieke veranderingen, zal de mythe van het “Poetin-model” vrijwel zeker worden aangetast.
Rusland is, ondanks alle crises en rampen die de bevolking tot op de dag van vandaag ongelooflijk veel leed hebben berokkend, blijven bestaan en is een grote politieke en militaire macht geworden, maar geen economische. In feite is Rusland economisch gezien niet in staat om de macht van de Verenigde Staten of China te evenaren.
Rusland bevestigt, zelfs onder Poetin, dat het lot van een land wordt bepaald door zijn tradities en geschiedenis en dat diepgaande veranderingen, ten goede of ten kwade, slechts heel langzaam kunnen worden doorgevoerd. Vandaag de dag is het risico dat we geïsoleerd blijven en een dramatische economische stagnatie meemaken zeer reëel.
De volledige tekst is eerder verschenen in La Civiltà Cattolica.
Foto: Александр Шлапак via flickr.com