Ze zou onrealistisch zijn, naïef en moralistisch. Hoe terecht is de harde kritiek op het vluchtelingenbeleid van de Duitse bondskanselier Angela Merkel?
Angela Merkel heeft aanvankelijk veel bijval gekregen voor haar hooggestemde aanpak van de vluchtelingencrisis. Eindelijk een politica die durft teruggrijpen naar grote ethische beginselen zoals solidariteit en andere. Maar die bijval is ondertussen al verzwakt en grotendeels vervangen door een toenemend scepticisme. Haar tegenstanders verwijten haar een blind idealisme dat onbedoelde maar niettemin schadelijke neveneffecten zal hebben. Haar “wir schaffen das” zou thuishoren in de droomwereld van vrome zielen maar niet in de vergaderruimtes van politieke beleidsvormers. Een verrassend verwijt aan het adres van een politica die zich al vele jaren weet te handhaven in het milieu van de harde politiek.
Maar hebben de realisten geen punt? Merkels oproep tot solidariteit is niet gevolgd door vele lidstaten. Die hebben de eenheid van EU ondermijnd door op eigen houtje, tegen de Europese akkoorden in, de grenzen sluiten. Daar staan nu duizenden vluchtelingen te wachten aan het prikkeldraad in miserabele omstandigheden. Nog meer vluchtelingen worden verwacht, meer dan de lokale bevolking wil en kan opvangen. ‘Bij de mensen’ heerst een verontrusting die de rechts-populistische partijen de wind in de zeilen blaast.
Is de spanning tussen idealisten en realisten in de politiek niet te overbruggen?
Kortom, te veel idealisme, te veel deugd overvraagt de draagkracht van de overheid en van de bevolking en leidt zo tot allerlei onheil. Een Vlaamse journalist meende gewag te mogen maken van “het schrikbewind van de deugd” (een verwijzing naar Robespierre en de Franse Revolutie?) en voegde daaraan toe dat het gemoraliseer van Merkel terug te voeren is op haar christelijke levensovertuiging. Voor hem lijkt de conclusie zich op te dringen: voer een scheiding door tussen ethiek en politiek (en niet enkel tussen kerk en staat). Heeft hij gelijk? Is de spanning tussen idealisten en realisten in de politiek niet te overbruggen?
Het is waar dat er in het proces van politieke beleidsvorming grosso modo twee denkstijlen bestaan om problemen aan te pakken. De idealisten, om ze die naam te geven, voeren dikwijls het hoge woord in het publieke leven en in de media. Zij stellen een doel voorop en gaan daarna op zoek naar de middelen om dat doel te verwezenlijken, in de veronderstelling dat die middelen, financiële en andere, zonder veel moeite te vinden zullen zijn. “Waar een wil is, is een weg” zou hun leuze kunnen zijn. Het is te begrijpen dat deze denkstijl vooral wordt aangehangen door radicalen.
De realisten onderzoeken eerst de middelen waarover zij beschikken om dan uit te kijken naar de doelstellingen die zij daarmee zouden kunnen verwezenlijken. Dat verplicht hen de doelstellingen bescheiden te houden en voorzichtig tegenover elkaar af te wegen. Dit is de denkstijl van reformisten. De middelen zijn immers in de regel schaars en de mogelijke doelstellingen veelvuldig. Zo moeten zij bijvoorbeeld met het hun toegewezen budget hun ambtenaren betalen, de wegen onderhouden, de bejaarden verzorgen. Is er dan nog veel over om vluchtelingen onderdak te bieden en onderwijs en gezondheidszorg? Allicht niet.
Buitenstaanders die van ver toekijken op de eigenlijke politieke beleidsvorming kunnen het zich gemakkelijker veroorloven idealist te zijn. Zij moeten zich niet inlaten met de afweging van doelstellingen en middelen. Zij kunnen die zelfs volledig ignoreren en strenge eisen stellen omtrent het ene probleem dat zij behartigd willen zien, met verwaarlozing van alle andere.
Duitsland heeft dringend jonge immigranten nodig
De vraag is of men aan Angela Merkel dergelijk naïef gemoraliseer kan aanwrijven. Meer in het algemeen: kan men aan de christelijke principes buiten de politieke beleidsvorming houden omdat zij niet te verzoenen zouden zijn met de eisen van het politieke realisme? Neen, want beleidsvormers komen in de regel, na de afweging van doelstellingen en middelen, tot de conclusie dat niet alle maar toch meerdere beleidsopties mogelijk zijn. In eer en geweten kunnen zij dan oordelen dat de ene een hoger moreel gehalte heeft dan de andere.
Met haar “wir schaffen das” heeft Merkel bedoeld dat de hulpmiddelen voor een moreel hoogstaande oplossing van de crisis voorradig waren. Heeft zij zich vergist? Eén van die hulpmiddelen is natuurlijk de goede wil van haar medeburgers. Daarop heeft zij een beroep gedaan met een morele oproep. Zo kan je het publiek aanspreken. Dat getuigt niet enkel van veel idealisme maar tegelijk van veel realisme. Bovendien weet zij dat het geboortecijfer in haar land schrikwekkend laag is, te laag om op termijn het nu nog bloeiende economisch leven op peil te houden. Het land heeft dringend jonge immigranten nodig. Zou die wel zeer pragmatische overweging niet meegespeeld hebben, samen met de meer idealistische?