Charles Verhezen SJ verbleef 35 jaar in de Democratische Republiek Congo. Hij laat zijn licht schijnen over de spijtbetuiging van koning Filip over het koloniale verleden van België en ziet een rol voor de Congolese bisschoppen.
De spijtbetuiging van koning Filip aan de Congolese president Tshisekedi, over het koloniale verleden van België, is zijn persoonlijk initiatief geweest, gedekt door eerste minister Sophie Wilmès. De meeste politieke reacties waren positief. De jongere generatie Congolezen in België was minder tevreden. Onder meer omdat het vernieuwde Museum van Afrika in Tervuren zijn schatten zorgvuldig bewaart, terwijl Congo er de eigenlijke schepper (en eigenaar?) van is.
In de brief wordt 135 jaar geschiedenis ingedeeld in drie periodes. De eerste is die van de Onafhankelijke Congo Staat (1885 – 1908) onder het persoonlijk bewind van Leopold II. Die ligt thans het zwaarst onder vuur. Aan Leopold II worden terreur, uitbuiting en mishandeling verweten. Als eigenaar was hij immers persoonlijk verantwoordelijk.
Een grote behoefte aan de productie van rubber, koper en uranium en dat heeft de bevolking geweten
De tweede periode (1908 – 1960) was die van het koloniale mandaat van de Belgische staat. Toen had men de verwijten, vooral uit Angelsaksische hoek, begrepen. De toestand verbeterde maar kende nog een dieptepunt tussen 1939 en 1945. Tijdens WO II was er een grote behoefte aan de productie van rubber, koper en uranium en dat heeft de bevolking geweten. De daarop volgende vijftien jaren (1945-1960) zijn op menselijk vlak wellicht de mooiste tijd geweest, alhoewel nog sterk door apartheid gekleurd.
De nu nog overlevende ‘kolonialen’ van toen hebben de brief van koning Filip wellicht met pijn in het hart gelezen. Op de Vlaamse Televisie reageerde een oud planter uit Kivu: ik ben het echt beu dat het excuus altijd van dezelfde kant moet komen. Geneviève Ryckmans-Corin, de vrouw van André Ryckmans – zoon van ex-gouverneur Pierre Ryckmans – die begin juli 1960 werd neergeschoten door muitende soldaten, vond daarentegen in dezelfde tv-reportage dat de spijtbetuiging van koning Filip zeer terecht was.
Op 30 juni 1960, de dag waarop Congo onafhankelijk werd, sloeg koning Boudewijn in Leopoldstad in zijn toespraak de verkeerde toon aan, met zijn beklemtoning van het Belgische ontwikkelings- en beschavingswerk. Patrice Lumumba, de kersvers verkozen eerste premier van Congo, sloeg toen onmiddellijk terug met een vlammende rede die de nadruk legde op de vernedering en de uitbuiting door de koloniale overheid. Het vervolg van het verhaal is gekend: Lumumba wendde zich tot Rusland en werd daarom door de CIA in januari 1961 uit de weg geruimd. Chronische spanningen tussen Congo en België kenmerkten het bewind van Mobutu. België hield zich afzijdig van het bewind van vader Désiré Kabila en insgelijks van het bewind van zoon Jozef Kabila.
Kardinaal Ambongo, aartsbisschop van Kinshasa, heeft bij gelegenheid van de zestigste verjaardag van de onafhankelijkheid zijn mening als volgt uitgedrukt in een homilie in zijn kathedraal: “Wij hebben het recht niet om 30 juni 1960 te vergeten … Vandaag is ieder van ons verantwoordelijk: wat hebt gij met uw land gedaan? Autocratische bestuurders volgden elkaar op: zij hebben de macht gegrepen zoals de kolonisten, zonder de minste aandacht voor de wil van het volk. Tot vandaag hebben het geweld, de oorlogen of list en bedrog een egoïstisch systeem opgelegd zonder gevoel voor het gemeenschappelijk welzijn van het Congolese volk. Het gezag is van oordeel dat het zich tegenover het volk niet moet verantwoorden, want niet het volk heeft hen aan de macht gebracht.”
En dus kan de wonde niet genezen, ik blijf in de rouw, zelfs na 60 jaar.
Juliana Lumumba, enige dochter van vader Patrice, zegt van haar kant: “Wij kennen slechts fragmenten van het verleden, maar onze geschiedenis moeten wij aanvaarden met haar sombere en met haar fraaie bladzijden. Daaruit zal onze identiteit als natie groeien. Ik kan leven met de conclusie van de Belgische parlementaire commissie over de zaak Lumumba: de regering heeft ontegensprekelijk een aandeel gehad in de executie. De rol van de VN en van de VS is nog niet duidelijk. En dus kan de wonde niet genezen, ik blijf in de rouw, zelfs na 60 jaar. Maar door de standbeelden weg te halen van de openbare plaatsen verandert niemand de geschiedenis.”
Wat met de gevraagde excuses? In 2002 excuseerde Guy Verhofstadt zich namens België voor de moord op Lumumba. In het Belgisch parlement is het denkwerk gestart om aan ons historisch geheugen een serene vorm te geven. Wat met de eventuele vraag om financiële vergoeding? Die is tot nog toe in geen ander land aan bod gekomen, niet in het British Empire, niet in Frankrijk, Spanje of Portugal. Hoe trouwens een rechtmatige vergoeding becijferen? Overigens kunnen er ook tegeneisen komen. Welk verlies leden niet vele Belgen bij hun uittocht in juli 1960? En wat met de naasting van alle vreemde bezittingen in 1973? Wie legde daar toen de hand op?
Zo komen we terug bij de Congolese bisschoppen die toegewijde en uitstekende bemiddelaars bleken tussen het volk en zijn politieke leiders tijdens de Conférence Nationale Souveraine van 1991 en nogmaals bij de presidentiële verkiezingen van 2018 – 2019. Hun verdienstelijk werk leverde een akkoord op, maar dat akkoord werd al snel verwezen naar de prullenmand.