Hoe maak je straks in het stemhokje de goede keuze? Hoe vind je je weg in de brij van standpunten en peilingen? Ben Frie SJ gaat te rade bij Ignatius van Loyola.
Komt een vrouw bij Sigmund. Zegt hij: “U moet niet blind varen op uw intuïtie, maar ook uw verstand een kans geven!” Volgende plaatje: “U weegt alle voors en tegens zorgvuldig af en neemt dan een weloverwogen besluit .” Zegt zij: “Nee.” Volgende plaatje: “Dat voelt niet goed.”
Zuchtend gaan veel Nederlanders straks naar de stembus. Enkele kopstukken uit het politiek schouwtoneel zijn tijdens de campagne naar voren, andere naar achteren verschoven. Het lijkt alsof we voors en tegens hebben afgewogen en woensdag tot een weloverwogen besluit kunnen komen. Toch ontkom ik niet aan de indruk, dat mijn bescheiden inzicht in de politiek eerder duisterder dan scherper is geworden. Het voelt niet goed. Ik kan echt niet alle zenders bijhouden, laat staan politieke programma’s.
Maar wat nu gebeurt, baart mij zorgen. Mijn keuze kan slechts gebaseerd zijn op impressies van journalisten die wel bezig zijn met al die debatten en interviews, maar mij in de brij van standpunten, oplossingen, voorspellingen en peilingen niet rechtstreeks helder hebben kunnen maken, wat ik nou eigenlijk kies. “Ik mag die man niet.” Is dat nu mijn keuzecriterium? Vertrouwen? Op wat voor gronden dan?
Al in de eerste eeuwen van het christendom kende men het principe van de ‘onderscheiding van de geesten’. Je kunt leren onderscheiden wat er waardevol is in alles wat er in je opkomt en wat je kan raken, en wat niet. Je kunt leren kiezen voor het waardevolle en het andere afwijzen. Je moet dat overigens laten toetsen door een geestelijk leidsman of -vrouw, want het devies luidt: ‘Vae soli’, wee degene die denkt het wel alleen te kunnen.
Ignatius van Loyola voegde daar nog een instrument aan toe: op grond van je onderscheiding kun je tot een keuze komen, een beslissing. De samenvatting van Sigmund is wel erg kort, maar het gaat behoorlijk in die richting. Ignatius raadt aan innerlijk vrij te worden, niet gestuurd door grillen of verborgen verlangens. Evenwichtig zijn. “Ik houd mij in het midden, als de wijzer van een weegschaal.” En: steeds moeten bij het maken van een keuze verstand en gevoel in overeenstemming zijn. “Dat voelt niet goed” is niet genoeg.
Dan volgt de keuze, die niet zozeer het eigen belang dient als wel wat beter is om Gods werkelijkheid te dienen. Onbaatzuchtigheid is een geschikt woord, en besef van diepere waarden. Hij sluit zijn gebruiksaanwijzing voor het nemen van beslissingen met deze zinsnede: “Iedereen moet goed weten dat hij zoveel vooruitgang zal maken in geestelijke zaken als hij zich losmaakt van eigenliefde, eigen wil en eigenbelang.” Ignatius wist heel goed hoe hij zijn doelen moest bereiken, wat hij wel en wat hij, op het scrupuleuze af, niet moest doen. Maar zoveel is duidelijk: hij was geen politicus. Hm. Een beetje misschien. Als het hem uitkwam. Maar dan toch om God te dienen, niet zichzelf.