In Libië en Egypte vechten mensen op leven en dood voor democratie. Hier mopperen we over villabelastingen en megastallen. Waarom gaan wij naar de stembus vandaag? Een column van Jan Peters SJ.
De hoofdpunten van het nieuws. Je raakt er snel aan gewend, aan de crue tegenstelling die je dagelijks krijgt voorgeschoteld in het journaal.
Heren en dames van middelbare leeftijd die mij proberen te overtuigen dat we op 2 maart moeten gaan stemmen en dan wel op hun partij; anders zal het bar slecht aflopen met ons land of met onze provincie…
En dan een plein van juichende jongeren, die zeggen hun leven te willen geven voor… “democratie”. Ja, zo klinkt het woord ook in het Arabisch.
Democratie hier en ook daar, echt niet ver van mijn bed. Voor de jongeren in Libië en Egypte staat er echt iets op het spel: hun hele toekomst, is er wel werk na hun opleiding, kunnen ze een gezin onderhouden, kunnen ze zich vrij bewegen? Daarom willen ze stemmen.
Het gaat niet om tien kilometer harder op de afsluitdijk of een aantasting van de ecologische verbindingszones. Blijven wij in ons land vaak niet steken in direct eigen- of groepsbelang? Gaat het echt om de verlaging van de villabelasting of de verhoging van de studieschuld van universitair opgeleiden? Willen we daarom democratie?
En dan nog de provincie? Valt er te kiezen? In Noord-Brabant – waar ik mag stemmen – is iedereen voor versterking van de industrie en van het milieu, voor goede autoverbindingen en voor goed openbaar vervoer… Gelukkig hebben we nog de Eerste Kamer, waardoor mij op het hart wordt gedrukt dat er echt iets voor me te kiezen valt…
We hebben natuurlijk ook geen tirannen tegen wie je kunt ageren. Natuurlijk hebben we politici die je wel eens de keel uitkomen. Maar we hebben geen Kaddafi, de “leeuw die brult in de woestijn”, zoals hij zichzelf wel noemt. Vergeleken bij hem zijn Rutte, Cohen en Verhagen aardige knuffelbeestjes. Ze laten zich graag bij hun voornaam noemen. En naast deze brullende leeuw is ook onze Geert Wilders toch eigenlijk een aardig, aaibaar knuffelbeertje. Zo een die je op de buik kunt drukken en dan komt er telkens hetzelfde knorrige geluidje uit, dat eigenlijk alleen maar wil zeggen: “Aai me nog een keer!”.
En de christelijke inspiratie, heeft die dan geen sterke, motiverende politieke boodschap? Een christelijke politieke inspiratie gaat toch niet over het belang van het platteland tegenover de stad of over het aantal megastallen?
Christelijke inspiratie gaat over het Bijbelse begrip ‘gerechtigheid’: recht voor elke mens of hij nu in Libië of in Brabant woont, gelijke rechten voor elke mens ook waar het haar of zijn toekomst betreft. En algemeen welzijn dat staat boven het individuele gewin, algemeen welzijn dat breder is dan mijn provincie of mijn land, maar zowel Brabant als Libië omvat. Maar op zo’n partij kunnen we op 2 maart niet stemmen.
Foto boven dit artikel: Marceau R/Flickr.com