Wie wint bij de presidentsverkiezingen in de Verenigde Staten de katholieke stem: Romney of Obama? Analyse van een electoraal dilemma.
Vroeger plachten de Amerikaanse katholieken de traditie van hun vaderen na te volgen en voor de Democratische kandidaat te stemmen. Wat kon men anders verwachtten van een bevolkingsgroep die overwegend bestond uit recente immigranten en die bescherming zocht bij de overheid? Andere minderheidsgroepen zoals de joden en de zwarte Amerikanen vertoonden dezelfde electorale voorkeur. De Republikeinen lagen daarentegen goed in de markt bij de gematigde (‘mainline’) protestanten en, sinds de jaren zeventig, nog meer bij de evangelische protestanten.
Het traditionele stemgedrag is bezig te verdwijnen
Maar de tijden zijn veranderd. De burgers van de VS, zoals trouwens de burgers in onze streken, richten zich minder op hun familiale traditie en meer op sterk geactualiseerde politieke kwesties. Twee daarvan zijn doorslaggevend geworden.
Enerzijds de sociaaleconomische problematiek die thans, in tijden van economische crisis, nog meer verhit is geraakt dan vroeger. Op dit gebied geldt in katholieke middens het beginsel van de ‘voorkeur voor de armen’. Dat is meer dan een wollig woordgebruik van kerkelijke woordvoerders. De meeste katholieken kunnen zich best vinden in een beleid dat de voorzieningen ten gunste van de armere bevolking wil handhaven en zelfs versterken.
De katholieke Republikein Paul Ryan. Foto: Gage Skidmore/Wikipedia.
Paul Ryan, de Republikeinse kandidaat-vicepresident, mag dan al een trouwe katholieke kerkganger zijn, vele van zijn medegelovigen zal hij niet kunnen overtuigen om drastisch te bezuinigen op de overheidsuitgaven en op de herverdeling die via die uitgaven tot stand komt. Ryan is een erkende specialist van het begrotingsbeleid. Maar zijn typisch conservatieve argumentatie (wij zouden die typisch liberaal noemen) stuit op het protest van heel wat katholieke bisschoppen.
Die redeneren als volgt. Ja, op termijn stevenen de openbare financiën wellicht af op een grote crisis. Daaraan moet iets gedaan worden op straffe iedereen, ook de armen, in de kou te zetten. Maar die crisis mag niet voorkomen worden door bezuinigingen ten koste van de armen, alsof de steun van de federale overheid van hen profiteurs zou maken. En alsof de armen hun toevlucht zouden kunnen zoeken bij de weldadigheid van privé-verenigingen (onder andere kerkelijke) en van de lokale overheden. Immers, welke instantie kan over de nodige middelen beschikken om de vele armen in de Amerikaanse samenleving doeltreffend te helpen? Alleen de federale. Het brutale individualisme dat spreekt in het huidige Republikeinse discours, snijdt vele katholieken de adem af.
Op dit punt heeft de katholieke gemeenschap goede redenen om de Democraten te blijven steunen. Uit principe maar ook uit welbegrepen eigenbelang. Want die gemeenschap telt een groeiend percentage van recente immigranten uit Latijns-Amerika. Geen wonder dat daar luide stemmen klinken om de voortzetting van de armenzorg gepaard te laten gaan met een versoepeling van de wetten op de immigratie.
Er staan echter ook ethische kwesties op de electorale agenda, vooral maar niet uitsluitend het beleid ten overstaan van abortus. De meeste katholieken zijn pro-life en niet pro-choice. Ze rekenen op de tussenkomst van de overheid om het ongeboren leven te beschermen en vertrouwen niet op de (min of meer vrije) keuze van de moeder.
Pro-life protest tegen Obama’s hervormingen van de gezondheidszorg. Foto: American Life League.
Vele katholieken betreuren daarom dat hun Democraten steeds meer naar pro-choice overhellen en dat de pro-lifers in de Democratische partij steeds minder ruimte krijgen. Obama heeft hen bovendien tegen de haren ingestreken door aan de gezondheidsinstellingen, ook aan de vele katholieke, een beleid op te leggen dat zij ervaren als pro-choice. Hun ziekteverzekering zou ook de kosten van een abortus moeten dekken wanneer patiënten daarom vragen. Als die instellingen dat zouden weigeren, zouden zij hun subsidies verliezen. Vele katholieke bisschoppen zien dit wetsontwerp als een aanval op hun vrijheid van religie.
De katholieken vormen 29% van de bevolking. Het komt er voor de Democraten op aan hen niet te ver in de richting van de Republikeinen te duwen die overwegend pro-life zijn. Dat risico bestaat, want vooral de kerk- en traditiegetrouwe katholieken vinden de ethische kwesties prioritair, meer dan de sociaaleconomische.
Waar vinden katholieken kandidaten die sociaaleconomisch links én tevens ethisch rechts zijn?
En zo staat de katholieke gemeenschap voor een dilemma. Zij neigt naar links op sociaaleconomisch gebied en naar rechts op ethisch gebied. Vroeger bestond er al een spanning tussen de conservatieve en de progressieve katholieken waar het ging om het binnenkerkelijke hervormingen. Nu komt daar nog bij dat zij zich moeten wenden tot de Republikeinen als ze voorrang willen geven aan hun ethische denkbeelden. Want waar vinden ze kandidaten die sociaaleconomisch links én tevens ethisch rechts zijn? Die zijn bijzonder zeldzaam in de Amerikaanse politiek. De katholieken voelen zich er niet lekker bij. Wie de vaak bitsige debatten in hun midden volgt evenmin.