Laureaten van de Nobelprijs voor de Vrede worden geëerd in een tentoonstelling in Museumpark Orientalis. Hun lessen blijken verrassend actueel.
Tegen de achtergrond van de Bijbelse gebouwen werd in de Heilig Landstichting op de vooravond van de Nijmeegse Vierdaagse het ‘Nobelpad voor de Vrede’ geopend. Een pad met portretten en uitspraken van een aantal mensen die de afgelopen eeuw met de Nobelprijs voor de vrede zijn geëerd. Een combinatie om even te wennen: de Bijbelse sfeer van het museumpark Orientalis, de marsleider van de Vierdaagse die de opening verricht en dan deze inspirerende figuren uit een recent verleden.
Hoe vredig het decor in het museumpark ook oogt, het herinnert wel aan een periode uit onze mensengeschiedenis die vol was van geweld en tegenstellingen. Juist tegen die achtergrond wordt een aantal mensen geportretteerd die ook vanuit hun spirituele en religieuze bewogenheid zich hebben sterk gemaakt voor het overwicht van de vrede. En dan de Vierdaagse? Het is een groot feest van internationale verbroedering, sportief maar zonder het element van competitie dat bij grote mondiale sportevenementen de vrede en verbroedering wat naar de achtergrond dringt.
Dus toch een welgekozen combinatie. Een aanleiding ook om de hele lijst van al die Nobelprijzen voor de Vrede eens onder ogen te nemen. Van Henri Dunant en zijn Rode Kruis in 1901 tot de jonge strijdster voor de rechten van meisjes, Malala Yousafzai in 2014. Een tussen hen in veel internationale organisaties, politici en mensenrechtenactivisten.
Als je de lijst doorbladert, herinner je je ook de keren dat er nogal wat discussie ontstond over de (politiek georiënteerde) besluiten van het comité. En natuurlijk herken je ook een aantal namen: Moeder Teresa, Martin Luther King, Desmond Tutu, Lech Walesa, Nelson Mandela, mensen die ook nu nog tot de (religieuze) verbeelding spreken.
Als we naar onze eigen landen kijken, België en Nederland, zien we dat ze in de beginjaren vóór de Eerste Wereldoorlog goed vertegenwoordig waren, Nederland éénmaal, België driemaal. Het betrof specialisten en instituten op het gebied van het internationaal recht.
Daarna wordt het stil voor onze regio, met nog één plotselinge uitschieter: in 1958 krijgt de Belgische dominicaan Dominique Pire de Nobelprijs. Hij krijgt die voor zijn jarenlange inzet voor de vluchtelingen, al tijdens de Tweede Wereldoorlog, maar vooral in de jaren erna voor vluchtelingen uit Oost-Europa.
Pire zocht naar concrete oplossingen om de vluchtelingen die in kampen ondergebracht zijn te helpen: dorpen die vluchtelingen willen integreren in hun samenleving, opvangtehuizen voor oude mensen die nergens terechtkunnen. Hij beseft dat preventie nog belangrijker is dan deze vormen van opvang en brengt wereldwijd mensen bijeen om hieraan te werken.
Inzet voor vluchtelingen… De opening van het Nobelpad werd in de media overschaduwd door de ontmoeting in het Duitse Rostock tussen bondskanselier Angela Merkel en de jonge Palestijnse Reem Sahwil. Toen bleek dat haar klemmend beroep op Merkel geen beweging kon brengen in de politieke situatie rond asielzoekers, barstte ze in tranen uit, waarna Merkel haar probeerde te troosten.
Ze werd een voorbeeld van het uitzichtloze bestaan van veel hier in West-Europa volledig geïntegreerde vluchtelingen: “Ik was de enige in mijn klas met een tien voor Duits” en toch zonder toekomst in onze landen. De Nobelprijs van Dominique Pire is voor ons een uitdaging, ook nu nog, een halve eeuw later.