Met Trump aan het roer in de VS zijn de onderhandelingen over het trans-Atlantisch handelsverdrag TTIP vastgelopen. En dat is jammer, betoogt Dirk De Bièvre.
Jarenlang onderhandelden de Verenigde Staten en de Europese Unie over een mogelijk vrijhandelsakkoord. In afwachting van de Amerikaanse presidentsverkiezingen werden die onderhandelingen gestaakt, en nu Trump president is, is het maar de vraag of ze weer worden hervat. Een vergelijkbaar handelsverdrag met landen rond de Stille Oceaan verwees Trump al naar de prullenbak, het lot van het Atlantische verdrag blijft ongewis.
Veel elementen uit het handelsverdrag zijn te verkiezen boven de huidige status quo
Maar ook voor Trumps presidentschap bestond al opvallend veel twijfel en terughoudendheid bij beleidsmakers en volksvertegenwoordigers over deze onderhandelingen rond een mogelijk ‘Transatlantic Trade & Investment Partnership’ (TTIP). Critici wezen er steevast op dat zo’n verdrag enkel grote multinationals zou baten, en zou leiden tot de uitholling van de sociale bescherming, gezondheidsnormen en milieustandaarden.
Nochtans biedt zo’n handelsverdrag heel wat kansen en zijn erg veel elementen eruit te verkiezen boven de huidige status quo. De handels- en investeringsregels die nu gelden tussen de EU en de VS zijn op vele gebieden helemaal niet goed. Een heel aantal elementen die nu op de onderhandelingstafel liggen, kunnen daar verbetering in brengen.
Zo zou de eliminatie van douanetarieven op goederen aanzienlijke groeikansen bieden, vooral voor het midden- en kleinbedrijf in de zwaar door de crisis getroffen zuidelijke EU-lidstaten. Een Portugese of Spaanse fabrikant van lederschoeisel of luxe modeartikelen zal maar wat blij zijn niet langer over een tolmuur van ettelijke tientallen procenten te moeten springen om in New York vaste voet aan de grond te krijgen. Juist de kleinere bedrijven profiteren hiervan – multinationals hebben geen last van douanetarieven, omdat ze ter plaatse kunnen laten produceren.
Enkele voorbeelden uit de dienstensector. Ondanks het populaire beeld van de VS als totaal liberale economie, hebben Europese luchtvaartmaatschappijen of aanbieders van maritieme diensten (baggerfirma’s bijvoorbeeld) of installateurs van wind en zonne-energie, helemaal geen vlotte toegang tot de Amerikaanse markt. Dat kan verstrekkende gevolgen hebben.
Van verlaging van normen is geen sprake
Wie herinnert zich niet de ramp met het boorplatform Deepwater Horizon? Europese, en met name Nederlandse en Vlaamse firma’s, stonden klaar om hun grote expertise in te zetten om het olie-lek te dichten, en schreven er toen ook een brief over naar president Obama. Maar de Amerikaanse wetgeving verhinderde het en de president beantwoordde de brief niet. De onderhandelingen over de liberalisering van vele dienstensectoren gaan dus helemaal niet, zoals sommige TTIP-critici graag beweren, over de verplichte privatisering van openbare diensten, maar om de eenvoudige openstelling van markten waar het potentieel tot toegevoegde waarde, zoals in de milieudienstensector, nu onderbenut blijft.
En ook op een ander vlak is er veel marge voor verbetering. Een belangrijke opdracht die de onderhandelaars hebben meegekregen is het zoeken naar meer compatibiliteit van productstandaarden, o.a. op het gebied van veiligheid, milieu en gezondheid. Zowel de VS als de EU verplichten producenten en dienstverleners ertoe hoge standaarden aan te houden. Ze controleren die echter vaak op verschillende manieren.
In de autosector bijvoorbeeld, worden aan beide kanten van de oceaan steeds strengere normen voor de uitstoot van schadelijke stoffen opgelegd. De controle daarop ligt in de EU echter in grote mate bij de bedrijven zelf, terwijl in de VS het Environmental Protection Agency (EPA) externe controle uitoefent. En we weten allemaal waar de emissiemanipulaties door het Volkswagen-concern aan het licht kwamen. Dat was niet in het Avondland… De bevordering van de gelijkvormigheid van certificering en controle van dergelijke productiestandaarden klinkt dus plots misschien heel wat minder gek.
Critici vrezen verder dat het TTIP-verdrag zou leiden tot een automatische verlaging van sociale, ecologische en gezondheidsstandaarden. Niet alleen is dat echter ondervangen in de onderhandelingen, het is ook praktisch onmogelijk. De voorlopige onderhandelingsuitkomsten voorzien het opzetten van een Europees-Amerikaanse raad voor reguleringssamenwerking. Deze zou vooraf getoetste adviezen ter goedkeuring voorleggen aan het Amerikaanse congres en het Europees Parlement. Elke aanbeveling van deze raad zal enkel kracht van wet kunnen krijgen na de normale wetgevende procedures van de Europese Unie. Van een ‘automatische’ verlaging van gelijk welke wettelijke norm op welk vlak dan ook is geen sprake.
Een goed onderhandeld handelsverdrag valt te verkiezen boven het kelderen ervan
Zeggen dat TTIP elke vorm van democratische legitimering zou missen, is dus zwaar overtrokken. Dat zelfs enkele regionale parlementen, zoals het Waalse en Brusselse, menen te moeten moord en brand schreeuwen over een reeds onderhandeld en goedgekeurd EU-akkoord met Canada, is dan ook eerder een aanfluiting van de democratische ernst van de parlementairen die zich tot deze maneuvers lenen. Of zullen we publieke besluitvorming systematisch laten gijzelen door diegenen die zich niet informeren, en zo de weg openen voor special interest politics – ik zeg maar iets: het Maltese parlement toelaten de belangen van zijn opgeblazen financiële sector laten primeren op het algemeen belang voor de hele Unie?
Kortom, TTIP biedt wel degelijk een groot potentieel aan verbeteringen ten opzichte van de huidige situatie. Een goed onderhandeld Europees-Amerikaans handelsverdrag valt te verkiezen boven het kelderen ervan. Hoe meer elementen en belangen hun weg in het akkoord vinden, hoe groter de kans dat ook op andere gebieden, zoals investeringsbescherming en minimumnormen qua sociale bescherming, internationale samenwerking tussen de EU en de VS zal bijdragen tot het algemeen belang.
Dirk De Bièvre is professor Internationale Politiek aan de Universiteit Antwerpen. Zie ook: website universiteit.