Christelijke kerkleiders prezen Charlie Kirk na zijn dood. Daarmee ondersteunen ze – onbewust – het witte superioriteitsgevoel, betoogt Gloria Purvis, zelf van kleur en een katholieke publicist.
Na de moord op Charlie Kirk een paar maand geleden, beschouwden veel mensen aan de politieke rechterzijde elke kritiek op Kirk als een stilzwijgende goedkeuring van deze moord, terwijl lof voor zijn maatschappelijke betrokkenheid wijdverbreid was.
In katholieke kring prezen twee prominente bisschoppen zijn voorbeeld: bisschop Barron noemde hem een “apostel van het burgerlijk debat” en kardinaal Dolan vergeleek hem met de heilige Paulus. Ze prezen de bereidheid van Kirk om met tegenstanders in debat te gaan en openlijk over zijn christelijk geloof te spreken. De ultra-orthodoxe Ave Maria University kondigde aan dat ze een bronzen beeld van Jezus die Kirk omhelst op de campus zou plaatsen. Zelf hoorde ik in een mis een priester Kirk tijdens zijn preek zonder voorbehoud prijzen.
Voor wie Kirk niet kent, lijkt dergelijke lof misschien een passend eerbetoon aan een overleden publieke figuur. Maar voor veel zwarte katholieken die zijn volledige staat van dienst kennen, dragen deze lofprijzingen een verwoestende boodschap in zich.
Wanneer katholieke leiders Charlie Kirk in het openbaar prijzen, horen veel zwarte katholieken hen iemand heiligen die zich sterk maakte met een retoriek die diende om de blanke suprematie in stand te houden. Ik suggereer hiermee niet dat kerkleiders het racisme van de heer Kirk opzettelijk hebben goedgekeurd of zich er zelfs maar bewust van waren.
Kirk positioneerde zichzelf bijvoorbeeld als verdediger van blanken tegen “omvolking”
De retoriek van Kirk is niet nieuw. Ze volgt goed gedocumenteerde historische patronen van racistische demagogie.
Kirk positioneerde zichzelf bijvoorbeeld als verdediger van blanken tegen “omvolking”, beweerde dat blanke gezinnen met bedreigingen worden geconfronteerd en stelde dat blanken kansen op een baan verliezen aan veel minder gekwalificeerde zwarte mensen. Dit slachtofferverhaal biedt een emotionele rechtvaardiging voor racistische ideologieën, terwijl morele schuld of verantwoordelijkheid wordt vermeden.
De retoriek van de heer Kirk is de nieuwste dekmantel voor racisme. Zijn argument dat de Civil Rights Act van 1964 een “fout” was die “anti-blanke wapens” creëerde, keert remedies voor raciale schade om in bedreigingen tegen blanken.
Vier eeuwen lang heeft het verzet van blanken tegen gelijkheid voor zwarten hetzelfde kerndoel nagestreefd: het behoud van de raciale hiërarchie, in weerwil van grondwetswijzigingen, federale wetten en zelfs Gods plan voor de mensheid.
De heer Kirk claimde pro-life, pro-familie en pro-huwelijkse waarden te zijn, evenals een vurige liefde voor Jezus Christus, wat hem aanzienlijke goodwill, vertrouwen en acceptatie heeft opgeleverd bij bepaalde delen van de kerk. Ik twijfel niet aan de oprechtheid van zijn woorden, maar een boom moet worden beoordeeld aan zijn vruchten. Als zodanig kan de erfenis van racistische retoriek van de heer Kirk niet zomaar terzijde worden geschoven, noch kan het gebrek aan verantwoording van kerkleiders worden genegeerd.
Een verwoestend aspect van de lof van kerkleiders voor een dergelijk figuur is namelijk dat het de morele corruptie in stand houdt die het Amerikaanse christendom vanaf de koloniale tijd tot nu toe heeft aangetast.
Wanneer kerkleiders de heer Kirk ondanks zijn racistische retoriek als een modelchristen prijzen, bieden ze een religieuze dekmantel voor racistisch denken en gedrag. Als gevolg daarvan worden katholieken die anders de anti-zwarte propaganda van de heer Kirk als een gruwel voor hun geloof zouden beschouwen, in staat gesteld en zelfs aangemoedigd om deze te omarmen met behoud van hun religieuze identiteit.
Zwarte mensen hebben altijd gehoopt dat blanke christenen zouden voldoen aan de eisen van het evangelie
Deze steunbetuigingen zijn in directe tegenspraak met meerdere verklaringen van de kerk. De kerk veroordeelt racisme krachtig als een ernstig kwaad en een ontkenning van de menselijke waardigheid.
Zwarte mensen hebben 400 jaar lang op alle mogelijke manieren een beroep gedaan op het christelijke geweten, sinds ze voor het eerst als slaven naar deze kusten werden gebracht. Ze hebben altijd gehoopt dat blanke christenen zouden voldoen aan de eisen van het evangelie. Ze werden vaak geconfronteerd met geweld en uitsluiting omdat ze argumenten op basis van natuurlijke rechten gebruikten, juridische en wetgevende maatregelen nastreefden of zich verzetten tegen onrechtvaardige praktijken als een middel om profetisch te getuigen.
Het is dan ook een nieuwe bittere teleurstelling om lof voor Kirk te zien en te horen vanuit katholieke kringen Het suggereert dat weerzinwekkende opvattingen over zwarte mensen verenigbaar zijn met het katholieke geloof, zolang iemand maar voldoende uiting geeft aan zijn liefde voor Jezus.
De taal van Charlie Kirk over zwarte mensen is fundamenteel onverenigbaar met het evangelie van Jezus Christus
De vraag is niet of kerkleiders het recht hebben om Charlie Kirk te prijzen. De vraag is of zij begrijpen waar hun lof toe leidt: de legitimering van racistische ideologie, de corruptie van het katholieke geweten en de voortzetting van hetzelfde kwaad dat het Amerikaanse christendom sinds de koloniale tijd heeft aangetast.
Zwarte katholieken vragen geestelijken en leken niet om de katholieke principes te verloochenen, maar smeken hen om juist aan die principes te voldoen door te erkennen dat de taal van Charlie Kirk over zwarte mensen fundamenteel onverenigbaar is met het evangelie van Jezus Christus.
Dit is een ingekorte versie van Gloria Purvis’ betoog in America Magazine
Foto door Gage Skidmore from Surprise, AZ, United States of America, CC BY-SA 2.0