De snelle opmars van de extremistische beweging ISIS baart de internationale gemeenschap grote zorgen. Hoe kon deze brandhaard ontvlammen? En is het vuur nog te doven?
De extremistische groepering ISIS (die strijdt voor een ‘Islamitische Staat in Irak en Syrië’) houdt er religieus en theologisch nog radicalere ideeën op na dan al-Qaida, dat in februari de banden met ISIS heeft verbroken.
Al geruime tijd levert ISIS strijd in Syrië tegen het regime van president Assad. Momenteel breidt het zijn invloed uit in het noorden en westen van Irak. In deze beide landen hoopt het een kalifaat, een traditionele islamitische staat, te vestigen. De inname van Mosoel, na Bagdad de tweede stad van Irak, was voor hen een belangrijke stap. Voor Irak en voor andere landen in de regio is het echter een uiterst zorgwekkende gebeurtenis.
De oorsprong van ISIS ligt bij islamistische groeperingen die werden geleid door een gangster uit Jordanië, al-Zarqawi. Deze was berucht vanwege zijn ontvoeringen, folteringen en zijn videobeelden van onthoofdingen uit Irak. Hij werd gezien als de leider van al-Qaida in Irak, verantwoordelijk voor de bomaanslag in 2006 op het sjiitische heiligdom in Samarra, in de buurt van Bagdad. In feite was dit de lont in het kruitvat, wat leidde tot een sektarische strijd in Irak.
ISIS heeft het vooral gemunt op sjiieten, maar ook christenen zijn een doelwit
Zelf werd al-Zarqawi in 2007 gedood door de Amerikanen, maar zijn beweging ging door met haar maffia-achtige afpersingen in de door haar beheerste gebieden om zodoende de strijd in Irak en later ook in Syrië te financieren.
Het recent ingenomen Mosoel ligt vlak bij de uit de Bijbel bekende Babylonische stad Nineve. In de omgeving ligt een christelijke enclave en ook de grens van het autonome gebied van de Koerden ligt niet ver van de stad. De meerderheid van de stedelijke bevolking is soenniet, maar de stad kent ook christelijke en Koerdische minderheden.
De val van Mosoel is een reden tot grote zorg, zeker nu ISIS verder optrekt naar het zuiden om nieuwe steden en dorpen te ‘bevrijden’, op deze manier een vluchtelingenstroom van een half miljoen mensen veroorzakend. ISIS heeft het vooral gemunt op sjiieten, die zij als niet-islamitisch beschouwen, maar ook christenen zijn het slachtoffer geworden.
Hoewel ook christenen bevreesd zijn voor ISIS, zijn het toch vooral sjiieten en Koerden die zich opmaken voor het verzet. Iran heeft al aangeboden het regime van Irak daadwerkelijk te steunen en er zijn al berichten dat een beperkt aantal militairen uit Iran Irak is binnengetrokken om sjiitische heiligdommen te beschermen. Van deze berichten wordt dankbaar gebruik gemaakt door de propagandamachine van ISIS in het noorden van Irak. Op deze wijze probeert men de soennieten in het noorden te mobiliseren tegen een bedreiging door de sjiieten uit Bagdad en Iran.
Een terugkeer van Amerikaanse strijdkrachten naar Irak is een ware nachtmerrie voor president Obama
De vooraanstaande sjiitische ayatollah al-Sisitani heeft de sjiieten opgeroepen zich te wapenen tegen de bedreiging door ISIS; duizenden sluiten zich aan bij strijdgroepen om de steden en de vele sjiitische heiligdommen te beschermen. Deze zelfde ayatollah had in 2006 nog opgeroepen de kalmte te bewaren, toen het sjiitische heiligdom in Samarra was verwoest. Ditmaal ziet hij kennelijk een veel serieuzere bedreiging. De nieuwe fase in de strijd tussen soennieten en sjiieten, ingeluid door het recente succes van ISIS, maakt vrede voor de al zozeer beproefde burgers in deze regio tot een verre droom.
Strijders van de Libanese Hezbollahbeweging zijn al actief in Syrië ter ondersteuning van het regime van Assad. Ook bestaat er een toenemend risico van Turkse inmenging, nu de consul van Turkije in Mosoel en zijn hele staf door ISIS gevangen zijn genomen.
Een inmenging door Turkije roept het gevaar op van een betrokkenheid van de NAVO en zelfs van een mogelijke terugkeer van Amerikaanse strijdkrachten naar Irak, een ware nachtmerrie voor president Obama. Het risico dat dit conflict zich uitbreidt over meer landen in het Midden-Oosten is een bron van grote zorg voor de internationale gemeenschap; er is namelijk geen eenvoudige of aantrekkelijke oplossing denkbaar. Economische sancties hebben geen enkele invloed op ISIS.
Sommige soennieten steunen ISIS, omdat ze geloven dat de regering van al-Maliki, die gedomineerd wordt door de sjiieten, soennieten discrimineert en vervolgt. Gematigde soennieten moeten niets hebben van de extreme opvattingen van ISIS, maar zijn tegelijkertijd verontwaardigd over wat zij zien als een discriminatie van de soennieten door de regering van al-Maliki.
Of de regering van al-Maliki in staat zal zijn het tijd te keren en ISIS te verslaan valt nog te bezien. De nederlaag van de Iraakse troepen in Mosoel tegenover een veel kleinere legermacht van ISIS moet de autoriteiten wel met grote zorg vervullen. Dit geldt ook voor de Verenigde Staten en de Westerse landen, die zoveel levens op het spel hebben gezet en zoveel hebben geïnvesteerd in de opbouw van het nieuwe Irak na de val van Saddam. De huidige voortekens wijzen er echter op, dat de strijd nog sektarischer en heviger zal worden en nog lang zal voortduren.
In oktober afgelopen jaar schreef Frans van der Lugt over het lijden van de burgerbevolking in Homs, belegerd door het Syrische leger enerzijds en bevreesd voor islamistische groeperingen binnen de oppositie anderzijds:
We laten onszelf gewoonlijk niet overweldigen door verdriet en wanhoop. Toch voelen we dat deze gevoelens op de loer liggen. Ondanks de problemen blijven we uitzien naar een sprankje hoop. Omdat we weten dat we ons lijden delen met de hele Syrische bevolking, helpen we elkaar om deze periode door te komen. Solidariteit zal ons helpen hoop te vinden in een nieuwe gezamenlijke toekomstvisie.
Het is tragisch dat Frans van der Lugt deze nieuwe toekomst niet meer heeft mogen beleven. Nog tragischer is het dat veel bewoners van Irak en Syrië niets meer rest dan dit sprankje hoop en dat velen van hen nog zullen sterven vóór dit conflict tot een oplossing komt.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk in Eureka Street. Vertaling en bewerking: Jan Peters SJ.
Meer over het conflict in Syrië en omliggende landen, zie ons Dossier Syrië.
Kerry Murphy is een Australische advocaat, gespecialiseerd in migrantenrecht, en voormalig coördinator van de Jesuit Refugee Service.