Jonge vluchtelingen in Zuid-Soedan. Foto: Arsenie Coseac/Flickr
Op 9 januari vindt in Soedan een referendum plaats over de vraag of het zuidelijke deel van dit Afrikaanse land onafhankelijk moet worden. Hans Putman SJ, die al 14 jaar in Khartoum woont en werkt, beschrijft in een tweetal artikelen de situatie. Deel 2: wat staat er op het spel?
Op 9 januari 2005 kwam er een einde aan de burgeroorlog in de Soedan, die – met een onderbreking van 11 jaar – duurde sinds het moment van de onafhankelijkheid in 1956. De islamitische regering in het Noorden (Khartoum) heeft vanaf het begin de islam op willen leggen als godsdienst en het Arabisch als taal. Daartegen is in het Zuiden de opstand begonnen, met als voornaamste kracht de SPLA, de Sudanese People’s Liberation Army.
Onder druk van de Verenigde Staten en de Europese Unie kwam er een einde aan deze uitzichtloze oorlog – na jaren van onderhandelingen – en werd in 2005 het Comprehensive Peace Agreement (CAP) ondertekend.
Zes jaar kreeg het Zuiden om zich voor te bereiden op een referendum waar het zou moeten kiezen tussen blijvende eenheid met het Noorden of onafhankelijkheid. Het Noorden zou gedurende die jaren alles in het werk stellen om de eenheid aantrekkelijk te maken en zo de actuele toestand van de Soedan te garanderen, maar feitelijk is er bijna niets ondernomen. Nu staan we dan vlak voor het referendum, dat de voltooiing moet vormen van het vredesakkoord van zes jaar geleden.
Het schijnt dat de datum van het referendum gerespecteerd gaat worden. Het Arabische Noorden ziet de onvermijdelijke beslissing naderbij komen. Het christelijke en animistische Zuiden, met zijn Afrikaanse stammenwereld en onder leiding van president Salva Kiir Mayordit (een katholieke generaal), gaat heel duidelijk kiezen voor onafhankelijkheid. Onder een moslimregime zullen wij nooit volwaardige burgers zijn, zo is de algemene opvatting.
De regering van Zuid-Soedan heeft besloten om alle zuiderlingen, die gedurende de burgeroorlog in het Zuiden naar het Noorden trokken en zich daar installeerden, de gelegenheid te geven om terug te keren naar hun geboorteland. Meer dan twee miljoen Zuid-Soedanezen leven in het Noorden, voor het merendeel als ontheemden aan de periferie van de stad, op plaatsen waar veelal geen elektriciteit noch stromend water is. Grote armoede en werkeloosheid heersen er.
55.000 mensen zijn al vertrokken en 60.000 staan nog te wachten. Grote trailers vervoeren de huisraad, terwijl de mensen met bussen gaan. Zoals Maria en Jozef op weg waren vanwege een referendum, zo vieren de meeste zuiderlingen Kerstmis dit jaar onderweg of aan-de-weg wachtend op vervoer. Ze trekken van het Noorden naar het Zuiden, gedreven door paniek: vrees voor bloedige repressailles tegen de zuiderlingen die in het Noorden blijven. En wanneer je al je buren ziet vertrekken, word je zelf ook onzeker, ook al had je de beslissing genomen om hier te blijven.
Zo zitten we nu met een dubbele vraag. Enerzijds: wat gaat er gebeuren met de Zuid-Soedanezen die besluiten om in het Noorden te blijven, waar ze hun huizen hebben en hun werk? Waar hun kinderen naar school gaan? Zullen de noorderlingen hen verplichten hun huis te verlaten? Een minister verklaarde onlangs: “Vanaf 10 januari – als het duidelijk is dat het Zuiden kiest voor onafhankelijkheid – zal er geen plaats meer zijn voor een Zuid-Soedanees noch op een school, noch in een ziekenhuis; hij zal geen werk vinden.”
De laatste verklaringen van President al-Beshir maken duidelijk dat in geval van afscheiding van het Zuiden, de shari’a de basis zal zijn van alle wetgeving in het Noorden en dat alleen het Arabisch getolereerd zal worden als taal (geen stammentalen!). Mocht je nog aarzelen, dan krijg je als Zuiderling hier de genadeslag en word je moreel verplicht om te vertrekken.
En anderzijds: hoe zal Zuid Soedan in staat zijn deze stroom van ‘terugkomers’ op te vangen en te integreren? Met zijn gebrekkige ontwikkeling door al die lange jaren van oorlog en onzekerheid is er onvoldoende werkgelegenheid, zijn er zeker niet voldoende scholen en ziekenhuizen voor al deze mensen.
Er zal grote werkeloosheid zijn; er zal honger worden geleden; velen zullen leven in tenten, want huizen hebben ze niet. De droom om naar ‘huis’ terug te keren vindt een bitter einde. En de mensen die een generatie lang in Khartoum woonden als ‘ontheemden’, zullen nu ontheemd zijn in hun eigen land. En dan hebben we het nog niet over het gevaar van corruptie en tribalisme onder de regeringsleiders in het Zuiden…
Het nieuwe jaar 2011 kondigt zich aan als een jaar vol vraagtekens; een jaar van hoop en angst, van vreugde om thuis te komen na een zo lange ballingschap en van grote onzekerheid.
Met dit alles vraag ik om uw gebed en solidariteit en wens u vrede en stabiliteit toe voor 2011.