“Een nieuwe hervorming lijkt gaande,” laat Ben Frie zich ontvallen. Hij begeleidde afgelopen jaren verschillende protestanten op ‘de weg naar binnen’ en dat stemt hem hoopvol.
Gelukkig trof ik heel wat protestanten op mijn katholieke weg. Ik heb zelden het gevoel gehad dat ze mij ergens van verdachten; een verkeerde theologie of zo, of dat ik een aanhanger van mensen zou zijn die ze nou net afgezworen hadden. Op mijn beurt was het niet zozeer moeilijk om hen te vertrouwen, maar veel meer om hen te begrijpen. De wirwar van stromingen, afgescheiden kerken en vooral de lange geschiedenis sinds het begin van de reformatie die onze culturen ver uiteen gedreven heeft, maken wederzijds begrip niet eenvoudig.
Onlangs ontmoette ik een predikant die interesse heeft in ‘de weg naar binnen’, ook al zei hij erbij dat hij er zich nog niet veel bij kon voorstellen. In zijn bubbel is de levenslijn het onafgebroken discours met nieuwe visies op de Schrift, want daar draait het wel om allemaal, sola scriptura. Het is een nogal rationeel pad, het gaat om argumenteren en interpreteren, niet zozeer om beleven en ervaren. Dat zijn, zei hij mij, gevaarlijke woorden.
Steeds die druk, die dreiging: mag ik er wel zijn?
Tegelijk is er iets wat ik in sommige ontmoetingen voel als een dreiging: de angst of God het wel goed met hen zal voorhebben. God zou, hoor ik dan van hen, allang besloten hebben hoe het met mij afloopt en ik kan daar verder niets meer aan doen. Steeds die druk, die dreiging. Mag ik er wel zijn? En ook onder elkaar: zullen ze mij blijven accepteren, of word ik de kerk uitgezet? Zullen wij ooit nog kunnen zeggen: ‘één Heer, één geloof, één doop’? Welke theoloog zal ons daarheen kunnen begeleiden?
Er is bij protestanten geen algemeen aanvaard kerkelijk leergezag – alsof dat de redding zou zijn – en het kan zijn dat je je aan een kerk gebonden had maar tot de dramatische conclusie komt dat je die moet verlaten om wat er – tegen jouw oprechte overtuiging in – verkondigd wordt. In de steedse samenleving speelt dat misschien minder, maar in dorpen heeft zoiets grote sociale consequenties. Soms, merk ik, is er nog die rondzwevende predestinatie en leeft er nog angst voor een God die onheilspellend om zich heen grijpt, laat staan de mensen die Hem aanhangen.
Schoorvoetend misschien, maar ze zetten stappen naar de ervaring van wat de Schrift zegt
Er lijkt een nieuwe hervorming gaande: steeds vaker tonen protestanten (zo ongenuanceerd als dat verzamelwoord mag zijn) belangstelling voor ‘de weg naar binnen’. Schoorvoetend misschien, maar ze zetten stappen naar de ervaring van wat de Schrift zegt: wat beleef ik als ik s’ Heren verhalen lees, wat voedt mij erin, voel ik bewogenheid en word ik de opstanding gewaar in mijn hart en ziel? Kan ik met God spreken zoals een vriend dat doet met zijn vriend?
Ik ben maar een gewone katholiek die natuurlijk evenzeer in een bubbel geleefd heeft. Men vergeve mij mijn onbegrip voor die andere geloofswereld. Maar ik deel graag de vreugde dat de toenadering tussen protestant en katholiek ruimte schept om het geloof te beleven als waren we opnieuw argeloos het paradijs aan het verkennen. Daar blijft de Heer gadeslaan hoe wij de dingen een naam geven (‘zoals de mens elk levend wezen zou noemen, zo zou het heten’, Gen. 2, 19) en Hij hoopt vast dat wij nu minder haast maken om meteen naar de boom van de kennis van goed en kwaad te hollen.