Ook in een geseculariseerde wereld zoeken mensen het leven na de dood. Dat blijkt als een neuroloog een bestseller schrijft over zijn bijna-doodervaring. Kunnen we in zijn verhaal een christelijke religieuze ervaring herkennen?
“Proof of Heaven” van Eben Alexander stond weken bovenaan de bestseller lijst van de New York Times. Sindsdien plaatsten 13000 lezers een bespreking op de website van Amazon.com. Ongehoord veel is dat. Kennelijk is het boek ook in het Nederlands vertaald.
Uit die coma ontwaakte hij als een ander mens.
Nu kunnen boeken over een bijna-doodervaring altijd op grote belangstelling rekenen. Maar dit is wel een bijzonder boek, geschreven door een neuroloog die hierin zijn eigen ervaring beschrijft. Hoe hij na een aanval van hersenvliesontsteking in een diepe coma viel en toen een paradijselijk visioen kreeg, met een gevoel van onbeschrijflijke gelukzaligheid en van goddelijke nabijheid. Uit die coma ontwaakte hij als een ander mens. Hij was een harde materialist geweest, nu geloofde hij dat zijn bewustzijn tot aan de hemel kon reiken. Hij was een atheïst geweest, nu keerde hij terug naar het anglicaanse geloof van zijn jeugd.
Sommigen lezers vonden hier een aanleiding om het ‘reductionistisch materialisme’ van de huidige natuurwetenschap te betwisten. Ons bewustzijn kan niet beperkt worden, zo zou uit de persoonlijke ervaring van professor Alexander blijken, tot de waarneembare werking van de hersenen. Het kwam tot een vrij heftig debat tussen hen die het bewustzijn herleid willen zien tot zijn materiële basis en hen die het bewustzijn daarboven zien uitstijgen. Onze eerste vraag is echter: ging het hier om een ware religieuze ervaring of enkel om een hallucinatie?
Ja, de ‘bijna-doodervaring’ van Alexander leek sterk op een religieuze ervaring. Maar voor een aantal gelovigen niet sterk genoeg. In zijn relaas komen wel hemelse muziek en vlinders voor, maar geen Jezus van Nazareth. Dus meer spiritualiteit dan religie, meer New Age dan Bijbel, zo vonden ze. Maar daarmee kunnen ook zij zich van het verhaal van onze neuroloog niet afmaken. Een stuk subjectieve inkleuring komt immers voor in vele religieuze ervaringen.
Welnu, herinnert dit verhaal ons aan onze christelijke religieuze ervaring? Het antwoord moet luiden: ten dele wel, ten dele niet. De ware religieuze ervaring komt niet voor bij het ontwaken uit een coma. Ze komt voor bij gezonde, wakkere mensen, die gegrepen worden door grootse werkelijkheden, in zichzelf en buiten zichzelf, die huiveringwekkend en tegelijk fascinerend zijn.
Toegegeven, die ervaringen zijn niet altijd even zuiver
Mensen blijken een natuurlijke aanleg te hebben voor dergelijke ervaringen. Toegegeven, die ervaringen zijn niet altijd even zuiver en hebben soms iets van hallucinaties. Omdat verwarring tussen hallucinatie en religieuze ervaring mogelijk is, zullen gelovigen met hun religieuze ervaringen te rade gaan bij hun religieuze traditie. Om ze op hun waarachtigheid te testen en om er de harde kern in te ontdekken.
Die ware religieuze ervaringen zijn wezenlijk voor ons geloof. Aan hen ontlenen wij het element van transcendentie waarrond ons geloof is opgebouwd. Ervaringen die sporen vertonen van het transcendente, die eraan herinneren of ernaar verwijzen, noemen we ‘sacraal’. Ervaringen die dergelijke sporen niet vertonen, noemen we ‘profaan’. Zo zijn er zaken en gebaren die wij sacraal of heilig noemen. Zo zijn er vooral mensen die wij, meer nog dan anderen, heilig noemen. Maar eigenlijk mogen wij alle mensen beschouwen als begaafd met het talent voor religieuze ervaringen. Wat is meer kenmerkend voor de mens dan dat?
Zij zien de religie dikwijls als een gedachteconstructie
Er zijn mensen die in hun levensbeschouwing geen rekening houden met het gegeven van de religieuze ervaring. Zij zien de religie dikwijls als een gedachteconstructie die zich enkel handhaaft omdat ze nuttig is op korte termijn. Wie, zoals zij, ongevoelig is gebleven voor de eigenlijke religieuze ervaring, kan te rade gaan bij het verhaal van Alexander. Diens ‘religieuze ervaring’ is niet ontstaan omwille van haar aanwijsbaar nut, maar als een plots ontwaken.
Zo ook de religieuze ervaring in onze religieuze traditie, bijvoorbeeld de roepingverhalen van de Bijbelse profeten. Ook daar ontstaat de religieuze ervaring plotseling, als een ‘openbaring’. Daar blijkt eveneens dat de mens, na die ervaring, de wereld niet meer kan zien zoals voorheen. Wie dat niet begrijpt, kan beginnen met “Proof of Heaven” om daarna dieper te graven. Het lezen van mystieke geschriften is nog meer aan te bevelen, maar natuurlijk meer veeleisend.