Politici, zo stelt de Vlaamse jezuïet Jacques Haers, hebben noodzakelijkerwijs een beperkte blik op milieuproblematiek: het eigen land, de eigen regio en de korte termijn staan centraal. Hij pleit ervoor de natuur een volwaardige plaats te geven aan de onderhandelingstafel.
De centrale aspecten van de milieucrisis prikkelen ons om de natuur zelf in de beschouwing te betrekken, haar mogelijkheden, haar ritmes en beperkingen, en ook het onrecht dat wij mensen haar aandoen, wanneer we onze eigen plaats als mens uit het oog verliezen. We zijn geroepen om de natuur niet te beschouwen als gebruiksvoorwerp, maar eerder als medespeler in een proces waarin de toekomst van onze planeet op het spel staat.
Vanuit verschillende perspectieven kunnen wij de rol van de natuur meer serieus gaan nemen, haar gaan erkennen en waarderen als ‘partner’ in het proces van ecologische onderscheiding. Allereerst is daar de onderlinge verbondenheid van al wat bestaat. Het gaat hierbij om een ervaring dat de hele realiteit – en heel in het bijzonder onze eigen planeet – als het ware één lichaam is. Theologen zien de werkelijkheid als schepping, een geheel waarin alles zijn plaats heeft, waarin de diversiteit een gemeenschappelijke geschiedenis kent, waar alles met alles is verbonden. Het beeld van lichaam, gebruikt voor onze planeet en voor het heelal, laat ons zien dat de onderdelen ervan verschillend zijn en elkaar aanvullen juist door hun verscheidenheid. Tegelijkertijd zijn ze met elkaar verbonden in onderlinge afhankelijkheid.
De natuur heeft de mens nodig om zichzelf te verdedigen
Vervolgens is de vraag wie er namens of ten gunste van de natuur kan en wil spreken. Zelf heeft zij geen eigen bewuste en beredeneerde stem buiten die van mensen om, en deze laatsten miskennen vaak dat zij in hun diepste kern deel uitmaken van deze natuur. De natuur protesteert onbewust tegen het misbruik waarvan ze het slachtoffer is door natuurrampen voort te brengen die het menselijk leven op aarde in gevaar brengen. De natuur heeft het ontstaan van de mens mogelijk gemaakt, een mens die echter zo machtig is geworden dat hij haar uiteindelijk bedreigt. Maar tegelijkertijd heeft de natuur de mens ook nodig om zichzelf te verdedigen. Wat is er nodig om de mens te laten denken vanuit de natuur en onze planeet in hun eigen waarde en niet alleen vanuit die natuur in functie van de mens?
Wat overblijft is een derde vraag, uiterst moeilijk maar niettemin de kern van het debat: wanneer de natuur zelf plaatsneemt aan de onderhandelingstafel, waarover wil ze dan het woord voeren? We zullen in elk geval goed moeten luisteren en bereid zijn al onze bestaande oordelen op te schorten. Maar waarover zal zij spreken? Ik denk – en ik opper dit als begin van een onderscheiding die ons leert de natuur die ons draagt beter te begrijpen – dat de natuur zal spreken over de lange evolutie van haar kosmische geschiedenis, een scheppingsavontuur in de loop waarvan zij het leven zelf heeft voortgebracht. Ze heeft het mogelijk gemaakt dat de mens uit haar voortkwam. Door zijn gave van zelfreflectie maakt deze mens het voor de natuur mogelijk haar evolutie voort te zetten. De hele kosmos wil schoonheid, energie en dynamiek doorgeven en de mens eraan herinneren dat hij hiervan deel uitmaakt. De natuur toont ons de mogelijkheden die zij niets vermoedend in zich draagt. Zij ontdekt die met ons wanneer de mens begint te ontdekken wat allemaal mogelijk is en welke duurzame toekomstvormen gerealiseerd kunnen worden.
Ze vraagt ons haar grenzen te respecteren en de hulpbronnen die zij biedt goed te gebruiken.
Tegelijkertijd toont de natuur ook de kwetsbaarheid van de onderlinge afhankelijkheid van alle onderdelen waaruit zij is samengesteld. Zij toont het kwetsbare evenwicht dat zij probeert te bewaren om het leven kans te geven. Zij toont de risico’s die zij loopt op elk moment van haar evolutie, enorme risico’s vooral wanneer de mens zich losmaakt van de natuur en haar beschouwt als een simpel gebruiksvoorwerp om te voorzien in aan onze basale menselijke behoeften. Ze vraagt ons haar grenzen te respecteren en de hulpbronnen die zij biedt goed te gebruiken. Ze nodigt ons uit om te leven en ook kritisch te bedenken: wat is onze plek te midden van de natuur? Welke rol kan de mens spelen ten dienste van het leven op aarde en in het heelal?
De natuur herinnert ons ook– geloof ik – aan de barensweeën waarmee iets nieuws tot stand komt, zoals de invloed van meteorieten die zijn ingeslagen op de aarde, die de oorsprong van het leven zoals wij dat nu kennen hebben mogelijk gemaakt, maar die ook verwoesting hebben gezaaid. Ze brengt al haar lijden ter tafel in de hoop dat dit ons uitnodigt om te handelen. Ze herinnert ons aan haar troosteloosheid en haar vertroostingen, haar gepassioneerd zoeken naar zingeving, haar dienst aan het leven dat steeds rijker en complexer wordt. De natuur als partner in het proces van onderscheiding nodigt ons uit om deze crisis te boven te komen; ze leert ons dat het alleen in diepe verbondenheid met haar is – daar waar wij ons realiseren dat we samen met haar één lichaam vormen – dat het heelal kan voortgaan te leven.
Als wij werkelijk onze verantwoordelijkheid willen nemen tegenover de natuur, of beter: in de schoot die de natuur voor ons is en dus als onderdeel van deze natuur, dan moeten we deze natuur in onze beschouwing betrekken als partner aan de onderhandelingstafel waarin wij beslissingen nemen over de toekomst van onze planeet.
Dit is een fragment van een langer, Franstalig artikel dat verscheen in het tijdschrift En Question, revue du Centre Avec, no. 99 (december 2011). Vertaling en samenvatting: Jan Peters SJ.
Afbeelding bij dit artikel: De aarde bezien vanuit de Orbiter. Foto: Bruce Irving/Flickr.com